Plan: | Kadebuurt, Kort Haarlem, Gouda Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.1000BPKKG-DF01 |
Gouda is ontstaan op de kruising van de Hollandsche IJssel en het veenstroompje de Gouwe. Aan diezelfde Gouwe ontleent de stad haar naam. Rond de elfde eeuw is vanaf de oeverwal van de Hollandsche IJssel een start gemaakt met de ontginning van de enorme veenkussens. Hierbij wordt de grond verkaveld in de typische langwerpige percelen, met sloten ertussen ter ontwatering.
Vanaf de veertiende eeuw begon men met de grootschalige winning van turf als brandstof voor stedelingen en bedrijven. Hierdoor ontstonden plassen die later ten dele weer werden drooggelegd. In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt een begin gemaakt met de uitbreiding van de stad Gouda buiten de singels. De eerste grote stadsuitbreidingen dateren van na 1901. Door de vestiging van nieuwe bedrijven en uitbreiding van de bestaande bedrijven ontstaat een grote behoefte aan arbeiderswoningen.
De Kadebuurt is voor een groot deel tussen 1900 en 1940 gebouwd. De Kadebuurt ligt tussen de spoorlijn in het noorden en de Karnemelksloot in het Zuiden. Een groot deel van de kades, zoals de Eerste, Tweede en Derde liggen dwars op het spoor en de Karnemelksloot. Aan deze kades ontleent de buurt haar naam. In de wederopbouw zijn plannen gemaakt om de Karnemelksloot te dempen, om zodoende een betere oostelijke toegang tot de binnenstad te verkrijgen, maar dat plan is niet uitgevoerd.
Kort Haarlem is een uitbreidingswijk die eveneens voor een groot deel tussen 1900 en 1940 is gebouwd. De Burgemeester Martenssingel vormt het centrale element van het stedenbouwkundig ontwerp van Kort Haarlem. De wijk is grotendeels aangelegd volgens een uitbreidingsplan uit 1908, dat daarna diverse malen is herzien, onder andere in 1918.
De uitbreidingswijk Vreewijk is vanaf ongeveer 1957 gebouwd en grenst aan de westzijde aan de buurt Kort Haarlem. De achterliggende gedachte van het plan was dat deze buurt nauw zou aansluiten op de bestaande bebouwing van Gouda. Vanuit dat oogpunt zijn er nauwelijks winkels in het gebied ontworpen. In het ontwerp is een oost-west georiƫnteerde as opgenomen die werd beschouwd als hoofdas alsmede als ontsluitingsweg voor het later gebouwde Oosterwei I.
Oosterwei is de meest oostelijke buurt van het plangebied en ligt ten noorden en zuiden van de Vrijheidslaan. Deze buurt werd grotendeels vanaf 1958 gebouwd. In tegenstelling tot het ontwerp van de buurt Vreewijk, dat tegen de bestaande bebouwing werd gesitueerd, werd Oosterwei meer als een zelfstandige wijk beschouwd. Het heeft een in zichzelf gekeerd karakter. De hele wijk is geconcentreerd langs een oostwest georiƫnteerde groenstrook waaraan de centrale voorzieningen liggen. Ten noorden en zuiden van de groenstrook liggen vier hoven die vrijwel identiek waren bebouwd met zes woonstroken. Oosterwei I is ruimtelijk en functioneel regelmatiger ontworpen dan Vreewijk.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt Gouda allereerst in noordelijke richting verder uitgebreid (de wijk Noord). Later volgen Vreewijk en Oosterwei in het oosten, Bloemendaal in het noordwesten, Plaswijck in het noordoosten en Goverwelle ten oosten van Oosterwei. De latere stadsuitbreidingen hebben naast de opvang van de eigen en de regionale behoefte in de jaren '70 en '80 in de praktijk ook een overloopfunctie gehad voor met name Den Haag.