Plan: | Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.0400BPNoord-VA02 |
Voor de hoofdbebouwingsstructuur zijn als regel de vigerende bestemmingsregelingen als uitgangspunt genomen.
Op basis van de structuurvisie kan met betrekking tot de leefkwaliteit worden geconcludeerd dat de bestaande ruimtelijke kwaliteit beschermd moet worden door:
Het plan is zo opgezet dat waar mogelijk ruimte is geboden om de ruimtelijke structuur in het plangebied te versterken (veel ruimte voor groen en water). Waar mogelijk is ruimte geboden voor uitbreiding van de woning door het respecteren van bestaande uitbreidingsruimte en ruime mogelijkheden voor uit- en aanbouwen.
In Gouda is de doelstelling het realiseren van voldoende, gedifferentieerde en aantrekkelijke woonmilieus. Dit betekent dat voldoende ruimte gecreëerd moet worden voor de uitbreiding en aanpassing van bestaande woningen en waar mogelijk voor ontwikkelingslocaties.
In het plangebied is de woonfunctie uitgangspunt. Bestaande niet-woonfuncties mogen worden gehandhaafd, maar moeten specifiek worden bestemd. Functiewisselingen zijn daarbij mogelijk, mits er geen extra hinder ontstaat voor de woonomgeving. Zo mag bijvoorbeeld een bedrijfsfunctie omgezet worden naar een andere gelijkwaardige of minder milieuhinderlijke bedrijfsfunctie en mag een school ook een gezondheidscentrum worden. Ook de aard van de functie kan een rol spelen, bijvoorbeeld als de betreffende functie een grote ruimtelijke invloed op de omgeving heeft. Als leidraad daarbij heeft gediend de VNG-brochure bedrijven en milieuzonering: activiteiten met een hindercategorie 1 of 2 worden als passend binnen de woonomgeving aangemerkt. Functies met een hogere categorie krijgen een afzonderlijke bestemmingsregeling (met een zogeheten maatbestemming). Deze functies mogen worden gehandhaafd, maar niet verder worden uitgebreid.
Daarnaast wordt er binnen het plan ruimte geboden voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis. Als de niet woonfunctie valt onder de regeling voor beroepen en bedrijven aan huis, krijgt het pand de bestemming Wonen. Bepalend is daarbij of in het pand sprake is van overwegend een woonfunctie.
Meergezinswoningen met op de eerste bouwlaag overwegend niet woonfuncties, hebben de bestemming Wonen gekregen met de specifieke aanduiding 'bijzondere bestemming toegestaan'. dit is bijvoorbeeld het geval op de hoek van de Bodegraafsestraatweg en de Burgemeester van Reenensingel.
Panden waarvan de functie niet wonen is, hebben een bestemming gekregen die past bij de betreffende functie. Daarbij kan gedacht worden aan Detailhandel, Kantoor, Maatschappelijk, Horeca of Bedrijf. Als binnen de bestemmingen Bedrijf, Maatschappelijk of Kantoor wel een woning is toegestaan, is dat middels een aanduiding aangegeven. Concentraties van dergelijke functies, zoals aan het Van Hogendorpplein, aan de Willem en Marialaan en aan het Drieweghof, hebben de bestemming Gemengd gekregen. Binnen de bestemming Gemengd mag op de verdiepingen gewoond worden.
Voor het sportcomplex nabij de Breevaart is gekozen voor de bestemming Sport. Door bouwvlakken op de kaart zijn de bebouwingsmogelijkheden bepaald (op basis van de bestaande situatie).
Het Goudse Hout in het oosten van het plangebied heeft grotendeels de bestemming Recreatie gekregen.
Het verbeteren van de ontsluiting en de bereikbaarheid, zowel het autoverkeer als het openbaar vervoer is uitgangspunt. De huidige hoofdverkeerstructuur is uitgangspunt voor het bestemmingsplan. Dit betekent dat de Goudse Houtsingel, de Graaf Florisweg/ Zwarteweg en de Bodegraafsestraatweg/ Thorbeckelaan/ Van Hogendorpplein/ Statensingel de bestemming Verkeersdoeleinden krijgen. Overige wegen worden bestemd als Verkeer en Verblijf om zo het ruimtelijke karakter van een buurt aan te geven.
Relevante uitgangspunten zijn:
De bestaande groengebieden in de wijk worden zoveel mogelijk behouden. Daarom hebben deze gebieden, zoals rondom de hoogbouw in Achterwillens, tussen de Willem de Zwijgersingel en de Thorbeckelaan en langs de Goudse Houtsingel de bestemming Groen gekregen. Waar versterking of uitbreiding gewenst is, maakt de onderliggende bestemming dit mogelijk. Snippergroen heeft de bestemming "Wonen/Tuin" gekregen.
Monumentenzorg
De aanwezige rijks- en gemeentelijke monumenten worden niet op de plankaart aangeduid. In de gemeentelijke Verordening Monumenten en Archeologie worden zaken omtrent monumenten inhoudelijk afdoende geregeld. In het bestemmingsplan is om deze reden geen aanvullende regeling opgenomen en zijn de monumenten ook niet weergegeven op de plankaart.
Archeologie
Vier gebieden in Noord zijn aangewezen als gebied met een middelhoge verwachting. Deze gebieden liggen tussen de Bodegraafsestraatweg en de Karnemelksloot, bij de Achterwillenseweg, aan de Graaf Florisweg, aan de Achterwillenseweg en de kreekrug die de Wethouder Venteweg kruist.
Als er ontwikkelingen plaatsvinden binnen deze gebieden, dient een archeologisch vooronderzoek te worden verricht. Dit vooronderzoek kan bestaan uit een archeologisch bureauonderzoek of een inventariserend veldonderzoek afhankelijk van de archeologische waarde van het gebied.
Voor het bestemmingsplan heeft dit tot gevolg dat de gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde op de kaart de dubbelbestemming "Waarde-archeologie" hebben gekregen.
In de welstandsnota is aangegeven dat de regeling in het bestemmingsplan moet aansluiten op de regelingen in de welstandsnota. Dit heeft geleid tot de volgende uitgangspunten voor de voorschriften van dit bestemmingsplan:
Binnen de in de gemeente vigerende bestemmingsplannen zijn verschillende regelingen opgenomen voor erfbebouwing. Op basis hiervan is een (algemene) regeling geformuleerd voor dit bestemmingsplan:
De bestemming Tuin wordt waar nodig de "hoek om" getekend, daarmee verdwijnt voor een deel de ruime regeling uit de vigerende bestemmingsplannen die bij kopwoningen bebouwing toelaat. Voor bebouwing in voortuinen van woningen (bijvoorbeeld bergingen) is gekozen voor een bouwblok met een hoogteaanduiding dan wel, bij bebouwing van beperkte omvang, voor een bestemming Woondoeleinden, buiten het bouwblok.
Toevoegingen worden beoordeeld door de welstandscommissie. Het voorgaande neemt niet weg dat de in het bestemmingsplan geboden bouwmogelijkheden afgestemd moeten worden op de mogelijkheden en onmogelijkheden van het monumentenbeleid en welstandsbeleid. Het juiste evenwicht moet worden gevonden tussen voldoende gebruiksmogelijkheden enerzijds en bescherming van het bestaande anderzijds. Voor dit bestemmingsplan is de bestaande bebouwing qua maatvoering uitgangspunt. Kleine uitbreidingen zijn mogelijk (met in voorkomende gevallen de verplichting voor een monumenten- of archeologievergunning) waarbij toetsing kan plaatsvinden door de welstandscommissie en monumentencommissie. Voor grotere uitbreidingen is een nadere afweging vereist.