Plan: | Plaswijck |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.0100BPPlaswijck-DF02 |
Nota Wonen
In de Nota 'Mensen, Wensen, Wonen' heeft het toenmalige kabinet zijn visie op het wonen in de 21e eeuw neergelegd. Onder het motto 'Mensen, Wensen, Wonen' stelt de nota de burger centraal in het woonbeleid. Dat is nodig, want uit onderzoek is gebleken dat de woonwensen van de burger nog onvoldoende worden bediend. De kernthema's van de Nota 'Mensen, Wensen, Wonen' zijn:
Visie op de Woningmarkt
In de Visie op de Woningmarkt (2006) focust het kabinet op drie elementen bouwen en nog eens bouwen, vergroten van de kwaliteit en leefbaarheid van het wonen en het dichten van het gat tussen huur- en koopwoningmarkten. Iedereen moet de vrije keuze krijgen tussen huur en koop.
Actieplan Woningproductie
Het huidige kabinet zet met haar Actieplan Woningproductie (2007) in op ruim 80.000 nieuwe woningen per jaar erbij. Woningproductie acht zij van groot belang voor een goede werking van de woningmarkt. De bouw van gewenste woningen leidt tot doorstroming en biedt kansen voor burgers die nu geen voor hen geschikte en betaalbare woning kunnen vinden, zoals starters op de woningmarkt, lagere inkomensgroepen en ouderen. Daarnaast is woningproductie van belang voor de wijkaanpak en het stedenbeleid. Door te bouwen voor de vraag en door variatie in het type woning en de prijsklasse kan in buurten en wijken segregatie worden tegengegaan.
Woonvisie Zuid-Holland 2005-2014
In de Woonvisie Zuid-Holland 2005-2014 met de titel 'Samenhang en Samenspel' stelt de provincie Zuid-Holland het streven centraal dat alle bevolkingsgroepen kunnen beschikken over passende woningen. De komende tien jaar moeten er ongeveer 214.000 woningen in Zuid-Holland gebouwd worden, 159.000 woningen om de opgelopen tekorten in de voorraad in te lopen en 55.000 woningen ter vervanging van te slopen woningen. De nieuwbouwproductie moet de komende jaren flink omhoog. Eén van de ambities is om minimaal 50% van de behoefte (nieuwe en vervanging) aan woningen door verdichting of inbreiding te bewerkstelligen. De overige behoefte dient op nieuwe uitleggebieden (bijvoorbeeld Zuidplaspolder) te worden gerealiseerd. De provincie maakt afspraken met de regio’s over de regionale woningbouwproductie.
Van de gehele regionale woningbouwproductie moet circa 30% sociale woningbouw zijn. Bij een effectief geregeld doorstromingsbeleid mag dit teruglopen naar 25%. De provincie gaat daarbij uit van de bestaande regionale definities voor sociale woningbouw: in Midden-Holland gaat het om goedkope, betaalbare en bereikbare huurwoningen en goedkope woningen.
De belangrijkste prioriteit ligt bij het bouwen voor ouderen en starters op de woningmarkt. Jaarlijks moeten er zo’n 6.000 zogeheten nultredenwoningen gebouwd worden. In de prestatieafspraken zoals gemaakt in het Pact van Savelberg (zie paragraaf 3.3.3, Pact van Savelberg) zijn woonzorgconcepten opgenomen. Deze woonzorgconcepten dienen in verschillende regio's te worden toegepast.
Stedelijke woonmilieus moeten meer gedifferentieerd worden. Bij sloop van sociale woningvoorraad kan in de buurt meer gebouwd worden voor midden en hoge inkomensgroepen.
In het Zuidvleugeldocument is uitgesproken dat, bij een uitbouw van de kenniseconomie, het wonen van mensen in leidinggevende posities in het bedrijfsleven, de maatschappelijke organisaties en het wetenschappelijke onderzoek een belangrijke randvoorwaarde is. Er is een aantoonbaar tekort aan extreem stedelijke en landelijke luxe woonmilieus voor deze vermogende woningvragers. afgesproken is om jaarlijks 1.500 woningen in het dure landelijke segment toe te voegen.
Regionale kadernotitie wonen
Het regionale kader voor het woonbeleid is verwoord in het 'Regionaal Volkshuisvestingsplan Midden-Holland 1997-2005' (1999). De gemeenten in de regio Midden-Holland hebben nu met elkaar afgesproken om een regionale kadernotitie wonen op te stellen. Daarnaast hebben de vijf Zuidplasgemeenten, waaronder Gouda, gezamenlijk een subregionale woonvisie vervaardigen voor hun woongebied opgesteld (Woonvisie Zuidplas).
Woonvisie Zuidplas
De gemeenteraden van de Zuidplasgemeenten Gouda, Waddinxveen, Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen-Moerkapelle en Moordrecht (de Z5-gemeenten) hebben bij de vaststelling van het Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplaspolder (ISP) hun colleges van burgemeesters en wethouders opgedragen een woonvisie op te stellen. Deze woonvisie moet de woningbehoefte in kwantitatieve en kwalitatieve zin voor de Zuidplaspolder nader onderbouwen. In het ISP is een woningbouwprogramma van 15.000-30.000 woningen voor de periode 2010-2030 opgenomen. De Woonvisie richt zich op het wonen in de Z5-gemeenten tot het jaar 2020. De Woonvisie Zuidplas dient als het subregionale kader voor het wonen binnen de Z5-gemeenten en is daarmee richtinggevend voor (toekomstige) actualisatie van lokale woonvisies. Verder levert de Woonvisie input voor de bestemmingsplannen en gebiedsprogramma's in de Zuidplaspolder. De woningproductie in de Zuidplas is per deelgebied uitgewerkt in de Woonvisie. Het gaat in de periode 2010-2020 om een startprogramma van 7.000 woningen verdeeld over zes deelgebieden. Voor Gouda gaat het dan in het bijzonder om 950 woningen in de Gouweknoop, die vooralsnog op Moordrechts grondgebied liggen. De Woonvisie is een woonvisie op hoofdlijnen en bevat zeven kernstrategieën rond de kwantitatieve en kwalitatieve opgaven. Centrale uitgangspunten zijn:
Verder wordt verondersteld dat de overige gemeenten in Midden-Holland zelf in hun woningbehoefte kunnen voorzien.
Pact van Savelberg
In het Pact van Savelberg (2004) zijn prestatieafspraken over wonen, welzijn en zorg vastgelegd voor het levensloopbestendig maken van de regio Midden-Holland in de komende tien jaar. Het Pact van Savelberg is ondertekend door onder andere de dertien regiogemeenten, zorgvragers en zorgaanbieders, de zorgverzekeraars, het Regionaal Zorgberaad Midden-Holland en de provincie Zuid-Holland. Het streven is om in de regio een helder en compleet woon-, zorg- en welzijnsaanbod voor ouderen en mensen met een zorgbehoefte en/ of functiebeperking te creëren en te ondersteunen opdat inwoners hun leven lang kunnen blijven wonen in de voor hen vertrouwde omgeving. De niet geringe opgave is om te komen tot 9.000 woonruimten voor ouderen en mensen met een zorgbehoefte binnen zogeheten woonzorgzones. In 2015 dient iedere gemeente in Midden-Holland minimaal één zogenoemde woonzorgzone te hebben. Zo'n denkbeeldige zone omvat clusters van zorgwoningen, aangepaste woningen en woningen voor mensen zonder zorgbehoefte waarbij er 24-uurs zorg en zorg op afroep wordt aangeboden vanuit een zogenaamd zorgwelzijnskruispunt. Buiten de woonzorgzone wordt zorg op afspraak geregeld. Inwoners kunnen een beroep doen op voorzieningen die zorgverzwaring voorkomen en die het welbevinden bevorderen.
Woonvisie Gouda
De "woonvisie Gouda, centrum in de Deltametropool", vastgesteld door de gemeenteraad op 20 oktober 2003, vormt het kader voor het woonbeleid in Gouda. De hoofdopgave van het Goudse woonbeleid is het zo adequaat mogelijk benutten en uitbreiden van de woningvoorraad, die de historie Gouda heeft opgeleverd, met het oog op een toekomst waarin Gouda zich ontwikkelt als een van de centra in de Deltametropool. De nadruk in het woonbeleid ligt bij het op gang brengen van de doorstroming om te komen tot een efficiënter gebruik van de woningvoorraad. Het toevoegen van woningen is prioriteit één. Binnenstedelijke locaties worden voortvarend ter hand genomen en de ontwikkeling van Westergouwe is cruciaal om de doorstroming in grote aantallen op gang te brengen. De grootste opgave in de bestaande woningvoorraad is de herstructurering van de voorraad in de wijkontwikkelingsgebieden Korte Akkeren en Gouda Oost. Hierbij staat het doorbreken van de eenzijdig samengestelde goedkope woningvoorraad en de transformatie van buitencentrumstedelijke woonmilieus naar meer centrumstedelijke of groenstedelijke woonmilieus voorop.
De visie bevat een woningbouwscenario voor de middellange termijn. Dit indicatieve woningbouwscenario dient als richtlijn voor de afspraken over woningbouwprogramma's op locaties.
Met het oog op de vergrijzing dient een aanzienlijk deel van het nieuwbouwprogramma bestemd te zijn voor ouderen. Door de extramuralisering in de zorgsector zijn er ook voldoende woonzorgcombinaties voor zorgbehoevende mensen nodig. Dit betekent een verdubbeling van het aantal woonzorgcombinaties van 'geclusterd wonen', 'beschut wonen' en 'woonzorgcomplexen'. Er zijn op dit gebied zowel inspanningen vereist in de bestaande wijken, als in Westergouwe.
De herhuisvesting binnen de wijkontwikkeling en de woonzorgvernieuwing vraagt om voldoende herhuisvestingmogelijkheden.
Woonkwaliteit is met het oog op de toekomstwaarde van (nieuwe) woningen van groot belang. Investeringsvoornemens in woningen zal de gemeente positief tegemoet treden. Aangezien kwaliteitsverbetering veelal gepaard gaat met de wens tot aan-, op-, of bijbouwen zullen ontheffingsbevoegdheden in bestemmingsplannen bij bouwaanvragen voor uitbreidingen van woonruimte ruimhartig doch met respect voor belangen van omwonenden worden toegepast. Bij het vaststellen of herzien van bestemmingsplannen zullen ruime mogelijkheden worden vastgelegd. Verder vraagt dit om toekomstgericht bouwen, dat wil zeggen levensloopbestendig, duurzaam, veilig, en ruim gedimensioneerd. Wonen en werken moeten meer verweven worden. Toekomstgericht betekent niet alleen de richtlijnen van Woonkeur, Politiekeurmerk en Veilig Wonen en Intentieverklaring Duurzaam Bouwen, Renoveren en Beheren toepassen, maar ook vooral brede perceelmaten, ruime kamers en hogere verdiepingshoogten. In Westergouwe maar waar mogelijk ook elders, worden projectgewijze standaarduitbreidings- en aanpassingsmogelijkheden toegepast.