direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene aanduidingsregels
Plan: Wijdschild e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.BP2011103-4001

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Geluidzone - industrie
21.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

21.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 11) mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.

21.1.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.1.2 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

21.2 Vrijwaringszone - dijk 1
21.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering.

21.2.2 Bouwregels
a Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 11) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

b Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen - nieuwe - gebouwen worden gebouwd.

c Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is uitsluitend toegestaan noodzakelijk voor en ten dienste van de waterkering met een maximale bouwhoogte van 4 meter.

21.2.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.2.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.

21.2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of het egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld;
  • b. het aanleggen van diepgewortelde beplantingen of bomen;
  • c. het aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • e. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • f. het dempen of verleggen van waterlopen en waterpartijen;
  • g. het aanleggen van geluidswallen;
  • h. het permanent opslaan van goederen.

b Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 21.2.4 onder a zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de waterking ontstaat of kan ontstaan;
  • b. voorafgaand aan de werken of werkzaamheden advies is ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.

c Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in artikel 21.2.4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op het normale gebruik, onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

21.3 Vrijwaringszone - molenbiotoop
21.3.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.

21.3.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 11) mag niet hoger worden gebouwd dan:

  • a. binnen een afstand van 100 meter van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticale staande wiek;
  • b. binnen een afstand van 100 tot 400 meter van de molen: de bouwhoogte 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek.

21.3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.3.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits vooraf advies is verkregen van de beheerder van de molen.

21.3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de gronden als bedoeld in artikel 21.3.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ophogen van gronden hoger dan de hoogte die op grond van het bepaalde in artikel 21.3.2 is toegestaan voor bouwwerken;
    • 2. het aanleggen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur met een hoogte die hoger is dan de hoogte die op grond van het bepaalde in artikel 21.3.2 is toegestaan voor bouwwerken;
    • 3. het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van beplanting met een hoogte die hoger is dan de hoogte die op grond van het bepaalde in artikel 21.3.2 is toegestaan voor bouwwerken;
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de molen.
  • c. Het verbod als bedoeld in artikel 21.3.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. betrekking hebben op het normale gebruik, onderhoud en beheer;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.