direct naar inhoud van 8.2 Handhaafbaarheid
Plan: Gorinchem-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.BP2010105-8100

8.2 Handhaafbaarheid

Een ander belangrijk aspect bij toepassing van het plan, is van juridische aard. Het gaat hierbij om de handhaving en het toezicht op de naleving van het bestemmingsplan. Deze handhaving is van cruciaal belang om de in het plan opgenomen ruimtelijke kwaliteiten ook op langere termijn daadwerkelijk te kunnen “vasthouden”. Daarnaast is de handhaving van belang uit een oogpunt van rechtszekerheid: in beginsel dienen alle grondeigenaren en gebruikers door de gemeente op een zelfde wijze daadwerkelijk aan het plan te worden gehouden.

Met deze oogmerken is in dit plan allereerst gestreefd naar een zo groot mogelijke eenvoud van in het bijzonder de regels van het plan. Hoe groter de eenvoud (en daarmee de “toegankelijkheid” en “leesbaarheid”), hoe groter in de praktijk de mogelijkheden om toe te zien op de naleving van het plan.

Het handhavingsniveau

Het is van groot belang dat de gemeente toezicht houdt op de naleving van het bestemmingsplanbeleid. Daarom dienen de regels van het voorliggende bestemmingsplan “Gorinchem-Noord” consistent te worden gehandhaafd.

Handhaving bestaat uit drie fasen:

  • handhaving start bij het bieden van de noodzakelijke informatie. Immers: onbekend maakt onbemind;
  • bij concrete overtredingen zal primair in minnelijk overleg worden getracht deze op te lossen;
  • als het minnelijk overleg niet tot het gewenste doel leidt, zal feitelijk optreden onontkoombaar zijn. Wanneer daadwerkelijk handhavend opgetreden moet worden en de aard van de overtreding het toelaat, gaat de voorkeur uit naar het opleggen van een last onder dwangsom boven bestuursdwang. In díe gevallen waar sprake is van een illegale situatie die acuut gevaar voor mens en omgeving oplevert en die directe actie behoeft, wordt bestuursdwang toegepast.

Prioriteiten

Er zal altijd een spanningsveld zijn tussen de taakstelling en ambities enerzijds en de beschikbare middelen anderzijds. Dit betekent dat prioriteiten gesteld moeten worden. Het stellen van prioriteiten houdt in dat een aantal zaken intensief en frequent wordt gecontroleerd en een aantal zaken niet, minder of alleen globaal. Aan de hand van een risico-analyse zijn de volgende prioriteiten gesteld:

  • toezicht op complexe bouwwerken in uitvoering;
  • toezicht op overige bouwwerken in uitvoering (regulier en lichte bouwwerken);
  • toezicht op bestaande bouwwerken en illegale bouw;
  • toezicht op sloopwerken in uitvoering met betrekking tot asbest en werken van een grote omvang ( > 50 m3);
  • toezicht op overige sloopwerken in uitvoering.

In beginsel zullen signaleringen van overtredingen, ongeacht de aard en omvang, altijd een vervolg krijgen in de zin van legalisatie (bestemming en/of vergunning), aanschrijving of, onder bepaalde voorwaarden, een gedoogbesluit. Alleen op deze wijze kunnen niet gewenste ontwikkelingen tijdig worden tegengegaan en kunnen eventueel te accepteren afwijkingen (tijdelijk) worden gedoogd. Tevens wordt voorkomen dat de handhaving afglijdt naar een ongewenst niveau.

De handhavingsprocedure

Handhaving vindt plaats aan de hand van controles. Deze vinden op verschillende manieren en momenten plaats:

  • via controle achteraf op verleende bouwvergunningen;
  • via ad-hoc controles vanaf de openbare weg en aan de hand van klachten/meldingen van burgers;
  • via een systematische controle 1 keer per jaar, zo mogelijk vanaf de openbare weg en desnoods door percelen te betreden.

Daarnaast worden verleende milieuvergunningen frequent gecontroleerd. Afwijkingen van de vergunning en vermeende strijdigheid met het bestemmingsplan worden doorgegeven aan het werkveld dat zich bezighoudt met de handhaving van het bestemmingsplan. Hierbij fungeren de milieucontroles als signaaltoezicht. Zodra een overtreding is geconstateerd zal worden nagegaan of een oplossing (legalisatie) mogelijk is. Kan er geen vergunning worden verleend (bijv. de overtreding is in strijd met het bestemmingsplan of welstandseisen) dan vindt een gesprek plaats tussen de overtreder en de gemeente. Zo nodig treedt de gemeente op en kan er een dwangsom of bestuursdwang worden toegepast.