Plan: | Gorinchem-Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0512.BP2010105-8100 |
Onder Gorinchem worden in de bovenste 100 meter van de gesteentekolom uitsluitend Kwartaire afzettingen aangetroffen. Deze afzettingen behoren tot de Boven-Noordzee Groep, een onderdeel van de eerder genoemde Noordzee-Supergroep.
Afbeelding 3: Natuurlijke bodemopbouw (Bron: gemeente Gorinchem, 2007)
Onder Gorinchem worden in deze 100 meter respectievelijk (van oud naar jong) de Formatie van Waalre, de Formatie van Stamproy, de Formatie van Sterksel, de Formatie van Kreftenheye, de Formatie van Boxtel, de Formatie van Nieuwkoop en de Formatie van Echteld aangetroffen. De Formaties van Waalre, Stamproy, Sterksel, Kreftenheye en Boxtel zijn vrijwel geheel van Pleistocene ouderdom. Het zijn grotendeels afzettingen van rivieren, die vaak beïnvloed zijn door periglaciale processen of, in interglaciale perioden, door hogere zeespiegelstanden. De Formatie van Boxtel is in Gorinchem voornamelijk gevormd door eolische processen; dit zijn de rivierduinafzettingen die plaatselijk de oppervlakte bereiken en dan worden aangeduid als donken. Aan en direct onder de oppervlakte treffen we de Holocene Formaties van Nieuwkoop en Echteld aan. De Formatie van Echteld bestaat uit alle vormen van rivierafzettingen die worden aangetroffen, variërend van zandige geulafzettingen tot zware komklei. Onder de Formatie van Nieuwkoop vallen alle veenafzettingen, die in de delta gevormd zijn tussen de riviergeulen. Beide formaties komen dan ook naast, boven en onder elkaar voor; ze zijn vertand afgezet. Het Holocene laagpakket heeft in Gorinchem een dikte van 8 tot 10 meter.
De Pleistocene rivierafzettingen bestaan grotendeels uit fijne tot grove zanden, met enkele tussenschakelingen van klei. De grofzandige afzettingen hebben een dusdanige goede porositeit en doorlatendheid, dat ze worden aangemerkt als watervoerende lagen. De fijne zanden en de kleiafzettingen fungeren als scheidende lagen. De Holocene afzettingen aan de oppervlakte hebben over het algemeen een lage porositeit en doorlatendheid en functioneren als een afsluitende deklaag. Alleen op plaatsen waar donken de oppervlakte bereiken, of waar de huidige grote rivieren zich insnijden in de onderliggende watervoerende laag, ontbreekt de deklaag.
De bovengenoemde afwisseling van ondoorlatende en doorlatende lagen levert voor Gorinchem de volgende hydrogeologische situatie op:
De Bodemkaart geeft voor het plangebied aan dat de bodem in het gebied bestaat uit een toplaag van klei met daaronder afwisselend veen- en kleilagen. Het maaiveld heeft een hoogteligging van circa 1,0 m -NAP. In het noordelijk deel van het plangebied komen kalkloze drechtvaaggronden voor. In het midden- en zuidoostelijk deel betreft het kalkloze poldervaaggrond. Dit type komt ook voor in het oostelijke en zuidwestelijke deel. Het zuidelijk deel van het plangebied bestaat uit kalkhoudende poldervaaggrond.
Drechtvaaggronden zijn kleigronden met veen, dat tussen 0,40 en 0,80 m diepte begint. Het zijn zeer uniform opgebouwde kom-op-veengronden. Poldervaaggronden, die een zeer groot deel van de rivierkleigronden in dit gebied vormen, zijn gerijpte gronden met een zwak ontwikkelde (vage), humushoudende bovengrond en met hydromorfe kenmerken, namelijk roest en grijze plekken die ondieper dan 0,50 m beginnen.