7.1 Overleg
Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het bestuurlijk vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro aan de wettelijke overlegpartners toegestuurd. Dit betreft:
-
1. provincie Zuid-Holland;
-
2. VROM-Inspectie Zuid-West;
-
3. waterschap Hollandse Delta;
-
4. Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree Overflakkee (ISGO);
-
5. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.
Alle genoemde instanties hebben een overlegreactie kenbaar gemaakt. Van deze reacties betreffen die van de provincie Zuid-Holland, het waterschap Hollandse Delta, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en ISGO een inhoudelijke reactie. De reactie van de VROM-Inspectie is van meer algemene aard en geeft aan dat de VROM-Inspectie kan instemmen met het voorontwerpbestemmingsplan. De overlegreacties zijn hieronder samengevat en van een beoordeling voorzien. Per overlegreactie is een conclusie opgenomen die aangeeft of de betreffende reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.
Provincie Zuid-Holland
Samenvatting reactie
De provincie verzoekt in haar overlegreactie om in de gebiedsbeschrijving, zoals opgenomen in de toelichting, aandacht te besteden aan de stiltegebieden zoals opgenomen in de Provinciale Structuurvisie.
Beoordeling reactie
De toelichting wordt op dit onderdeel aangevuld. De aanvulling zal niet in de gebiedsbeschrijving worden opgenomen, waar met name wordt stilgestaan bij de historische ontwikkeling van de kernen, maar in de ecologieparagraaf. Hier sluit het aan op het kaartje van de Natura 2000-gebieden.
Conclusie
De overlegreactie leidt tot aanpassing van de toelichting. Bij de gebiedsbeschrijving zal aandacht worden besteed aan de stiltegebieden.
VROM-Inspectie Zuid-West
Samenvatting
De VROM-Inspectie coördineert de rijksreactie voor voorontwerpbestemmingsplannen. Het onderhavige voorontwerpbestemmingsplan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Beoordeling reactie
De reactie wordt voor kennisneming aangenomen.
Conclusie
De overlegreactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
Waterschap Hollandse Delta
Samenvatting reactie
Het waterschap verzoek het plan op een aantal punten aan te passen dan wel aan te vullen.
-
a. in paragraaf 4.12 van de toelichting verzoekt het waterschap aan te geven dat:
-
1. rioolpersleidingen bedoeld zijn voor transport/hoofdafvoer naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Goedereede van het waterschap;
-
2. de rioolgemalen Ouddorp en Goedereede respectievelijk aan de Stoofweg 1 en de Doelweg 20 staan;
-
3. zowel rioolpersleidingen als rioolgemalen in eigendom en beheer zijn bij het waterschap;
-
b. in de regels verzoek het waterschap in artikel 24 (Leiding - Riool) op te nemen dat:
-
1. de beschermingszone van de leidingstrook/gronden aan beide zijden van de leiding 3 m breed is;
-
2. de leidingbeheerder om schriftelijk advies wordt gevraagd bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 24.4.3;
-
3. de waterkeringbeheerder om schriftelijk advies wordt gevraagd bij het afwijken van de bouwregels zoals bedoeld onder lid 27.3;
-
c. op de plankaart is voor de rioolpersleidingen overal een strook van 5 m aan weerszijden opgenomen, terwijl 3 m voldoende is;
-
d. rioolgemaal Ouddorp is niet nader bestemd zoals wel het geval is bij rioolgemaal Goedereede, het verzoek is dit op elkaar af te stemmen.
Beoordeling reactie
-
a. de aanvullingen van het waterschap worden in de betreffende paragraaf overgenomen;
-
b. de aanpassingen die het waterschap in de regels wenst, worden als volgt verwerkt:
-
1. de breedte van de beschermingszone wordt niet in de regels verwerkt, maar op de plankaart, zoals ook verzocht en toegezegd onder punt c;
-
2. het aangehaalde artikelnummer komt niet overeen met het artikel Leiding - Riool. In algemene zin wordt, voor zover dit nog niet het geval is, bij de diverse leidingbestemmingen opgenomen dat afwijken van de bouwregels en het verlenen van omgevingsvergunningen voor werken (geen bouwwerk zijnde) en werkzaamheden alleen is toegestaan voor zover het leidingbelang hiermee niet wordt geschaad;
-
3. het aangehaalde artikelnummer komt niet overeen met het artikel Waterstaat - Waterkering; aan artikel 34 wordt als voorwaarde voor het afwijken van de bouwregels opgenomen dat hiermee het waterkeringsbelang niet wordt geschaad;
-
c. de breedte van de beschermingszone wordt aangepast naar 3 m aan weerszijden;
-
d. de bestemmingslegging van rioolgemaal Ouddorp wordt afgestemd op die van rioolgemaal Goedereede.
Conclusie
De overlegreactie leidt tot aanpassing van het plan. De waterparagraaf wordt aangevuld, de regels met betrekking tot leidingen en waterkeringen worden van een aanvullende voorwaarde voorzien ter bescherming van het leiding/waterkeringbelang en de beschermingszones en het rioolgemaal Ouddorp worden aangepast op de verbeelding.
Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree Overflakkee (ISGO)
Samenvatting reactie
Het ISGO verzoekt het plan op een aantal punten aan te passen dan wel aan te vullen.
-
a. De regionale structuurvisie is inmiddels vastgesteld, de tekst in het beleidskader van de toelichting kan hierop worden aangepast.
-
b. Onder 'bedrijven en milieuzonering' wordt toegelicht dat een aantal van de huidige bedrijven uit een hogere milieucategorie afkomstig zijn dan op basis van hun locatie kan worden toegestaan. Deze bedrijven worden specifiek mogelijk gemaakt, zodat bij bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing uitsluitend een identiek type bedrijf mogelijk is of een bedrijf dat wel voldoet aan de toegestane milieucategorie. Het ISGO verzoekt na bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing uitsluitend nog bedrijven toe te staan die passen binnen de toegestane milieucategorie.
-
c. Met het oog op externe veiligheid verzoekt het ISGO de GR-contour van het lpg-station op te nemen op de verbeelding.
-
d. Het ISGO constateert dat in artikel 5 (Bedrijf - Gemengd gebied) de bepaling ontbreekt dat de opslag van consumentenvuurwerk verboden is, zoals deze wel is opgenomen in het artikel Bedrijf - Bedrijventerrein en verzoekt dit aan te passen.
-
e. Voor beide bovengenoemde bedrijfsbestemmingen verzoekt het ISGO een bepaling op te nemen dat Bevi-inrichtingen zijn uitgesloten.
Beoordeling reactie
-
a. Het beleidskader wordt aangepast op de vastgestelde status van de regionale structuurvisie.
-
b. Het gemeentebestuur erkent dat het de meest wenselijke situatie is dat bij bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing van de betreffende bedrijven ter plaatse een bedrijf terugkomt dat wel past binnen de toegestane milieucategorie. Door de huidige bedrijven echter toe te staan, kan in ruimtelijke zin niet worden onderbouwd dat een identiek type bedrijf daar vervolgens niet acceptabel is. De mogelijkheid om bedrijven toe te staan die voldoen aan de juiste milieucategorie en daarnaast uitsluitend bedrijven met een zelfde SBI-code en geen hogere milieucategorie dan het huidige bedrijf, is zodoende de meest beperkende regeling die in ruimtelijke zin mogelijk is.
-
c. De GR-contour wordt niet overgenomen op de verbeelding. Binnen deze contour worden geen nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden geboden. Nieuwe gevoelige functies binnen de betreffende contour behoren zodoende niet tot de mogelijkheden. Wanneer zich binnen deze contour een ontwikkeling voordoet die niet binnen het bestemmingsplan past, zal hiervoor in het kader van een goede ruimtelijke onderbouwing aandacht besteed moeten worden aan het aspect externe veiligheid.
-
d. De bedrijven die aan de hand van de Staat van Bedrijfsactiviteiten worden toegestaan binnen de bestemming 'Bedrijf - Gemengd gebied' hebben op basis van hun SBI-code/bedrijfsactiviteiten geen vuurwerk. Voor de volledigheid zal de bepaling wel worden opgenomen, zodat er geen onduidelijkheid over kan bestaan.
-
e. Binnen de bestemming Bedrijf - Bedrijventerrein is al een verbodsbepaling voor Bevi-inrichtingen opgenomen. De bedrijven die aan de hand van de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt toegestaan binnen de bestemming 'Bedrijf - Gemengd gebied' zijn per definitie geen Bevi-inrichtingen. Voor de volledigheid zal de bepaling wel worden opgenomen, zodat er geen onduidelijkheid over kan bestaan.
Conclusie
De overlegreactie leidt tot aanpassing van het plan. Het beleidskader wordt aangepast en in artikel 5 worden verbodsbepalingen opgenomen voor opslag van vuurwerk en voor Bevi-inrichtingen.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Samenvatting reactie
De VRR geeft op basis van de in en rond het plangebied aanwezige risicobronnen inzicht in de veiligheidsrisico's en mogelijke rampen. Zij geeft daarbij advies hoe deze risico's beperkt kunnen worden, te weten:
-
a. aandacht voor nooduitgangen die van risicobronnen af gericht zijn en in voldoende mate aansluiten op bestaande infrastructuur;
-
b. afspraken met lpg-tankstation Knöps Ouddorp B.V. over hittewerende coating op de lpg-tankwagens;
-
c. een BHV-organisatie voor bejaardentehuis De Vliedberg die tevens is voorbereid op risico's bij lpg-tankstation Knöps Ouddorp B.V.;
-
d. bij (her)ontwikkeling van gebouwen rekening houden met het 'safe haven'-principe zodat in deze gebouwen enkele uren veilig geschuild kan worden voor toxische vloeistoffen;
-
e. overleg met de afdeling OI&P van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond District Zuid-Hollandse Eilanden om de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorzieningen in het plangebied te beoordelen en eventueel noodzakelijke maatregelen te nemen;
-
f. zorg dragen voor een goede voorlichting en instructie over hoe te handelen bij calamiteiten.
Beoordeling reactie
Het gemeentebestuur erkent de beschreven risico's en past de aangeleverde adviezen graag toe. De genoemde maatregelen zijn echter niet afdwingbaar in een bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet op bestemmingsplanniveau voor voldoende onderbouwing van het aspect 'externe veiligheid'. Bovenstaande adviezen zullen worden meegenomen in de relevante beoordelings- en vergunningenprocedures.
Conclusie
De overlegreactie leidt niet tot aanpassing van het plan.