Plan: | Stad Goedereede en dorpsgebied Ouddorp 2012 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0511.GDRStdGdrDrpOdrp11-BP40 |
Beleidskader
Als gevolg van het Verdrag van Valetta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd en in 2006 zijn beslag heeft gekregen in de gewijzigde Monumentenwet 1988, stellen Rijk en provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005-2008, de Nota Belvedère, de Vijfde Nota Ruimtelijke ordening en het Structuurschema Groene Ruimte 2.
Doelstelling van het Verdrag van Valetta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
Het ISGO heeft archeologiebeleid opgesteld voor Goeree-Overflakkee, waarin het wettelijk en beleidsmatig kader behandeld wordt. De nota geeft aan hoe de gemeenten op Goeree-Overflakkee op een efficiënte en verantwoorde wijze in de toekomst om kunnen gaan met het archeologisch erfgoed. De gemeenten op Goeree-Overflakkee streven er naar om het bodemarchief zoveel mogelijk in situ te bewaren. Bekende archeologische waarden worden door planaanpassing zoveel mogelijk ontzien. Zodoende kunnen archeologische waarden behouden blijven en worden opgravingskosten uitgespaard. Om het archeologisch erfgoed zo goed mogelijk te behouden en planaanpassing te kunnen realiseren, dienen archeologische informatie en belangen zo vroeg mogelijk te worden ingebracht en worden meegewogen in het proces van ruimtelijke ordening. Indien behoud van het bodemarchief niet mogelijk is, dient het gedocumenteerd te worden ('behoud ex situ').
Bij het regionale archeologiebeleid is ook een beleidskaart opgesteld die de zonering van de verschillende archeologische verwachtingswaarden aangeeft. Aan de verschillende verwachtingswaarden zijn voorwaarden gekoppeld wanneer bij bouw- en grondwerkzaamheden archeologisch onderzoek vereist wordt.
Onderzoek
Onderstaand zijn voor Goedereede (figuur 4.1) en Ouddorp (figuur 4.2) twee uitsneden van de beleidskaart opgenomen. Daaruit is op te maken dat het merendeel van het plangebied is voorzien van diverse archeologische verwachtingswaarden.
Figuur 4.1 Uitsnede beleidskaart archeologie Goeree-Overflakkee
Voor Goedereede valt waar te nemen dat de historische kern is voorzien van de archeologische waarde 3, waarbinnen (bouw)werkzaamheden dieper dan 0,3 m én met een oppervlakte groter dan 100 m² uitsluitend mogelijk zijn nadat voor de locatie archeologisch onderzoek is uitgevoerd. De Mariadijk, de Spuidijk en de Hoofddijk zijn alle voorzien van archeologische verwachtingswaarde 4. Van het resterende deel van het plangebied is het overgrote deel voorzien van waarde 5. Een uitzondering hierop vormt het meest oostelijke deel van de wijk Nieuwe Oostdijk, waar geen verwachtingswaarde geldt. De in de figuur weergegeven locatie van het rijksmonument aan de noordzijde van de kern, valt buiten het plangebied.
Figuur 4.2 Uitsnede beleidskaart archeologie Goeree-Overflakkee
Qua archeologische verwachtingswaarde kent Ouddorp een met Goedereede vergelijkbare opbouw. Het merendeel van de dorpskern kent de verwachtingswaarde 5. De oorspronkelijke kern in het hart van Ouddorp is voorzien van de verwachtingswaarde 3. Een verschil met Goedereede is dat in Ouddorp ook verwachtingswaarde 2 voorkomt, namelijk binnen de ring rondom de kerk.
De twee linten die verwachtingswaarde 4 hebben, vallen buiten het plangebied, evenals het rijksmonument ten zuiden van Ouddorp.
Conclusie
Binnen het plangebied komen de verwachtingswaarden 2, 3, 4 en 5 voor. Bij werkzaamheden die deze waarden mogelijk aantasten, wordt in dat geval een verkennend archeologisch onderzoek gevraagd. Hiertoe wordt een dubbelbestemming opgenomen, waarin voor de betreffende zoneringen de verplichting tot archeologisch onderzoek wordt gekoppeld aan de maatvoeringen die aan de betreffende waarden verbonden zijn.
Met ingang van 1 januari 2012 is het aspect 'cultuurhistorie' een verplicht onderdeel dat in de afweging bij het bestemmingsplan moet worden meegenomen. In dat kader voert de gemeente Goedereede momenteel een inventarisatie uit om de aanwezige en beschermenswaardige cultuurhistorische objecten, elementen en structuren in beeld te brengen.
Voor het voorliggende bestemmingsplan is afgewogen dat door het vastleggen van de bestaande situatie in een gedetailleerd eindplan, de cultuurhistorisch waardevolle objecten, elementen en structuren afdoende zijn beschermd. Een definitieve vorm van bescherming voor deze cultuurhistorische waarden kan pas vorm krijgen nadat de resultaten van de inventarisatie bekend zijn.
Ter informatie is in bijlage 6 een lijst opgenomen met resultaten uit een eerdere inventarisatie, waaruit blijkt welke objecten en elementen in ieder geval als monumentaal of cultuurhistorisch waardevol worden aangemerkt.