15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. rijwegen;

2. verblijfsgebieden (pleinen, voetgangersgebieden);

3. parkeerplaatsen;

4. garages;

5. bergingskelder;

6. horeca-1;

in samenhang daarmee

7. terrassen;

8. groenvoorzieningen;

9. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels.

15.2.1 Bouwen algemeen

Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de oppervlakte bedraagt ten hoogste 10 m2;

2. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;

3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (ga) is de bouw van garages toegestaan tot de in de verbeelding aangegeven maximale bouwhoogte en tot het aangegeven bebouwingspercentage;

4. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (p) mag een parkeerdek worden gebouwd tot de in de verbeelding aangegeven maximale bouwhoogte. Indien geen bouwhoogte is aangegeven mag uitsluitend op maaiveldniveau worden geparkeerd;

5. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (nv) mag ondergronds een bergingskelder worden gebouwd;

6. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (ovs) mag ten behoeve van een openbaar vervoersstation worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 10 m;

7. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (h) mag worden gebouwd ten behoeve van horeca tot de in de verbeelding aangegeven bouwhoogte.

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 12 m, met dien verstande dat terrasschermen niet hoger mogen zijn dan 1.50 m.

2. de bouwhoogte voor nautische verkeersvoorzieningen ten behoeve van de veiligheid mag niet meer bedragen dan 9 m.

15.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. lid 15.1 voor het aanbrengen van luifels, balkons, reclame-uitingen ten behoeve van de aangrenzende bebouwing met een dieptemaat van maximaal 2 m en een vrije doorgang van 4.20 m boven een rijweg en 2.20 m boven een voetpad/verblijfsgebied;

2. lid 15.2.2 voor het bouwen van wachtruimten voor openbaar vervoer tot een hoogte van maximaal 5 m. De oppervlakte wordt afgestemd op de behoefte ter plaatse.

15.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

1. de garages als bedoeld in lid 15.1 onder d mogen uitsluitend worden gebruikt voor stalling van motor- en vaartuigen. De uitoefening van bedrijfsactiviteiten is niet toegestaan;

2. binnen horeca-1 als bedoeld in lid 15.1 onder f is uitsluitend een snackbar toegestaan.

15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:

1. de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-1', ten behoeve van een centrumfunctie met een meerwaarde voor de stad wijzigen in de bestemming 'Centrum' als bedoeld in artikel 5 van deze regels onder de voorwaarden dat:

1. kantoren niet zijn toegestaan;

2. de rooilijnen aan de zijde van de Spuiboulevard en de Johan de Wittstraat gehandhaafd blijven;

3. hoogtemaat niet meer mag bedragen dan 25 m;

4. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.

2. de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-3' zodanig wijzigen dat een hotel-restaurant kan worden gerealiseerd onder de voorwaarden dat:

1. er sprake is van een hotel dat een meerwaarde oplevert voor de stad;

2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 13 m;

3. er aansluiting wordt gevonden bij de kenmerken van het beschermd stadsgezicht;

4. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.