direct naar inhoud van 7.2 Inspraak
Plan: Dorpsgebied Dirksland 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0504.DLDdorpdirksland-BP30

7.2 Inspraak

Het voorontwerpbestemmingsplan heeft op basis van de gemeentelijke inspraakprocedure vanaf 12 april 2010 voor een periode van 4 weken ter inzage gelegen. De binnengekomen inspraakreacties zijn hieronder uiteengezet en van een beoordeling voorzien. Per inspraakreactie is een conclusie opgenomen die aangeeft of de betreffende inspraakreactie heeft geleid tot aanpassing van het plan.

Reactie 1

Samenvatting reactie

Inspreker geeft aan dat in het vigerende bestemmingsplan een deel van de achtertuin van Stationsweg 23 aan de zijde van de Paulina van Weellaan bestemd is voor woningbouw. Het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan kent ter plaatse echter geen bouwvlak. Inspreker geeft aan de mogelijkheid tot woningbouw graag gehandhaafd te zien in het nieuwe bestemmingsplan.

Beoordeling reactie

Het vigerende plan kent een afzonderlijk bouwvlak voor de bestaande woning aan de Stationsweg 23, waar een vrijstaande woning wordt toegestaan. Het betreft een hoekhuis waarvan de achtertuin doorloopt tot aan de woningen aan de Paulina van Weellaan. Het vigerende plan kent ter plaatse van de gronden die in gebruik zijn als achtertuin een woonbestemming. Binnen het bouwvlak dat daarbij was opgenomen worden twee-aaneengebouwde woningen toegestaan.

Het nieuwe bestemmingsplan heeft aan de Paulina van Weellaan een woonbestemming opgenomen voor de bestaande woningen en evenzo aan de Stationsweg. De onbebouwde grond daartussen die gebruikt wordt als tuin bij de Stationsweg 23 is bestemd als Tuin.

Naar aanleiding van de inspraakreactie heeft een heroverweging plaatsgevonden. Hoewel de achtertuin van Stationsweg 23 is bestemd volgens de systematiek rond tuinbestemmingen die in het gehele voorontwerp is toegepast, zal de bestaande mogelijkheid tot woningbouw van deze gronden niet worden beperkt. De bestaande bouwmogelijkheid wordt zodoende opgenomen op de digitale verbeelding en bestaande rechten worden daarmee gehandhaafd. De algemene systematiek die voor het nieuwe bestemmingsplan is toegepast, met bouwvlakken van 12 m diep voor twee-aan-een te bouwen woningen, zal hierbij het uitgangspunt zijn.

Conclusie

De inspraakreactie leidt tot aanpassing van het plan. Een deel van de achtertuin van de Stationsweg 23 aan de zijde van de Paulina van Weellaan, wordt voorzien van een bouwmogelijkheid voor twee-aan-een te bouwen woningen.

Reactie 2

Samenvatting reactie

  • a. De reactie gaat in de eerste plaats in op hoofdstuk 3, waarin het nieuwe plan aandacht besteedt aan de historische opbouw van Dirksland. Daarbij wordt aangegeven dat het opvallend is dat de structuur rondom de Voorstraat in Dirksland afwijkt van de 'standaardstructuur' zoals die van oudsher rondom een voorstraat werd toegepast. Inspreker heeft hiervoor een verklaring en verwijst daarvoor naar documentatie van Historische Vereniging De Motte.
  • b. Het tweede onderwerp dat inspreker aan de orde stelt is het aspect archeologie, waarbij de vraag wordt gesteld welke juridische status de archeologische waardenkaart heeft die is opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. Inspreker heeft op de plankaarten geen doorvertaling van het aspect archeologie aan kunnen treffen. Inspreker roept op om de gebieden met archeologische waarde op de plankaart aan te geven.
  • c. Inspreker is van mening dat de gemeente Dirksland geen lijst kent met 'gemeentelijke monumenten', door de gemeente als zodanig aangemerkt en niet zijnde een rijksmonument. Die indruk wordt volgens inspreker wel gewekt doordat het voorontwerpbestemmingsplan verwijst naar een gemeentelijke monumentenlijst. In het vigerende bestemmingsplan worden 'beeldbepalende panden, karakteristieke planologische en architectonische structuren en dergelijke beschermd door het predikaat 'met cultuurhistorische waarden'. Inspreker vraag zich af of deze bescherming beter wordt gegarandeerd door de wijze waarop het voorontwerpbestemmingsplan met dit aspect omgaat.
  • d. Op de plankaarten 1 en 2 staat de private toegangsweg tot de woning, het koetshuis en het erf van inspreker en de woning, de schuur en het erf van een andere bewoner aangegeven met een straatnaam. Inspreker gaat ervan uit dat dit gecorrigeerd wordt.
  • e. Inspreker vindt het onlogisch dat het gebied dat voorzien is van de bestemming Centrum, niet de Stationsweg 21, het pand van de schoenmaker, omvat.
  • f. Inspreker stelt de regel dat erfafscheidingen aan de voorkant van panden in het centrumgebied niet hoger dan 1 m mogen bedragen ter sprake. Inspreker vraagt zich af wat dat betekent voor de vernieuwing van oude hekwerken aan de voorzijde van Winterstraat 2, 4, 10, 12 en Stationsweg 2 die beeldbepalend en van cultuurhistorische waarde genoemd mogen worden.
  • g. Inspreker stelt voor de zuuropslag op het ziekenhuisterrein aan de Secretarieweg als risicovolle inrichting op te nemen in hoofdstuk 4.
  • h. Inspreker heeft vooralsnog onvoldoende zicht op zaken als bouwvlak, maximale goothoogte, parkeergelegenheid en groenstroken op het terrein van het ziekenhuis. Zo nodig komt inspreker daar in een volgende ronde, bij de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, op terug. Dit geldt eveneens voor andere punten uit het voorontwerpbestemmingsplan.

Beoordeling reactie

  • a. De constatering dat de structuur afwijkt zoals die normaliter bij een voorstraat verwacht wordt, blijft in de tekst gehandhaafd. De achtergrond daarvan zal globaal worden toegelicht aan de hand van de reactie van inspreker.
  • b. Het archeologiebeleid waar in paragraaf 4.3.1 van het voorontwerpbestemmingsplan naar verwezen wordt, was op het moment van dat het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage werd gelegd nog niet vastgesteld. Op 23 september 2010 heeft de gemeenteraad van Dirksland het beleid vastgesteld.
    Het beleid kent aan het merendeel van het plangebied van dit bestemmingsplan geen archeologische verwachtingswaarde toe. Gebieden waar wel archeologische verwachtingswaarden aan worden toegekend, zijn de historische dorpskern en de historische ringdijk. Deze gebieden zijn ieder voorzien van een afzonderlijke dubbelbestemming Waarde - Archeologie die recht doet aan de archeologische verwachtingswaarde van de afzonderlijke gebieden. Deze dubbelbestemming is ook op de verbeelding van het bestemmingsplan aangegeven.
  • c. De erfgoedverordening biedt de mogelijkheid aan het college van burgemeester en wethouders om panden en bouwwerken als gemeentelijk monument aan te merken en zodoende op te nemen op de gemeentelijke monumentenlijst. Er zijn echter nog geen bouwwerken als zodanig aangemerkt, zoals ook door inspreker wordt aangegeven. De betreffende paragraaf zal hierop worden afgestemd, maar blijft op zichzelf onderdeel uitmaken van het plan om aan te geven op welke wijze monumentale waarden, ook buiten het bestemmingsplan om, beschermd kunnen worden.
  • d. Voor de verbeelding van het bestemmingsplan is de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) als ondergrond gebruikt. Deze kaart is niet bij de gemeente in beheer en kan niet zonder meer worden aangepast. Deze kaart is een topografische kaart die in dit geval als ondergrond is opgenomen en ter oriëntatie dient voor de bestemmingslegging. De naamgeving heeft derhalve geen juridische status zoals de bestemmingslegging en de bestemmingsregels wel hebben.
  • e. De centrumbestemming is afgestemd op de centrumbestemmingen uit het vigerende plan, waarna tussentijds verleende vrijstellingen voor centrumvoorzieningen buiten dat gebied zijn verwerkt. De schoenmaker is uit deze inventarisatie niet naar voren gekomen, maar past evenmin binnen de woonbestemming die nu is gegeven aan die gronden. De Stationsweg 21 zal daarom, gezien het feitelijke gebruik, binnen de centrumbestemming worden opgenomen.
  • f. Op de betreffende hekwerken is artikel 22 lid 1 van toepassing. Dit artikel houdt in dat voor bestaande bouwwerken, waarvan uitsluitend de maatvoering strijdig is met het nieuwe bestemmingsplan, de bestaande maatvoering mag worden aangehouden. Dit houdt in dat het bouwwerk qua gebruik wel moet passen binnen de bestemmingsomschrijving en qua type bouwwerk ook moet passen binnen de bouwregels. Als voorwaarde geldt overigens wel dat het bouwwerk middels een bouwvergunning tot stand is gekomen.
  • g. Over een zuuropslag bij het ziekenhuis zijn noch bij de gemeente, noch bij het ISGO gegevens bekend. Op het ziekenhuisterrein staat wel een zuurstofopslagtank. Deze geldt als risicovolle inrichting en voldoet aan de richtafstand die daarvoor gehanteerd wordt. Dit wordt reeds uiteengezet in hoofdstuk 4.
  • h. Dit punt wordt ter informatie aangenomen. Bij de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan heeft inspreker de mogelijkheid zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken.

Conclusie

De inspraakreactie leidt op onderdelen tot aanpassing van het plan. In hoofdstuk 3 wordt de afwijkende structuur rondom de Voorstraat toegelicht. In hoofdstuk 4 wordt de archeologieparagraaf geactualiseerd en wordt de paragraaf over gemeentelijke monumenten aangepast. Tot slot wordt de Stationsweg 21 bestemd tot 'Centrum'.