direct naar inhoud van 5.3 Planregels
Plan: Dorpsgebied Dirksland 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0504.DLDdorpdirksland-BP30

5.3 Planregels

5.3.1 Inleidende regels

Begrippen

Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

5.3.2 Bestemmingsregels

Agrarisch

Agrarische bedrijven en bijbehorende gronden zijn bestemd als agrarisch. Op deze gronden mag de agrarische bedrijfsvoering plaatsvinden en binnen bouwvlakken zijn bedrijfsgebouwen toegestaan.

Bedrijfswoningen zijn met een aanduiding op de kaart aangegeven en mogen niet elders worden gebouwd. Op deze wijze regelt het plan de locatie van de bedrijfswoningen en daarmee de minimale afstand naar omliggende bedrijven.

Bedrijf - Bedrijventerrein

Bedrijventerreinen zijn bestemd als Bedrijf - Bedrijventerrein. Met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerreinen' zijn de bedrijven ingeschaald. Primair wordt de bedrijfscategorie toegestaan die, gezien de ruimtelijke situatie en de omliggende functies, toelaatbaar wordt geacht. Bedrijven die in verhouding tot de ruimtelijke situatie tot een te hoge categorie behoren, zijn voorzien van een functieaanduiding waarin het specifieke bedrijfstype van het betreffende bedrijf mogelijk wordt gemaakt. Wanneer dergelijke bedrijven verhuizen of beëindigd worden, mag zich ter plaatse ofwel een zelfde type bedrijf vestigen ofwel een bedrijf dat binnen de 'algemene toelaatbaarheid' past.

Bedrijfswoningen zijn met een aanduiding op de kaart aangegeven en mogen niet elders worden gebouwd. Op deze wijze regelt het plan de locatie van de bedrijfswoningen en daarmee de minimale afstand naar omliggende bedrijven.

Op het bedrijventerrein aan de Nijverheidsweg worden detailhandel in volumineuze goederen en een muziekschool specifiek mogelijk gemaakt ter plaatse van de daarvoor bedoelde aanduidingen. Op het bedrijventerrein aan de Noord-Spuidijk wordt een kringloopwinkel specifiek toegestaan.

De bestemming kent een zekere mate van flexibiliteit in de vorm van ontheffingsmogelijkheden van de gebruiksregels.

De ontheffingen van de gebruiksregels voorzien in de mogelijkheid om bedrijven toe te staan die in een hogere categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten vallen dan toegestaan of die in het geheel niet in de Staat voorkomen. Voorwaarde is dat het betreffende bedrijf naar aard en invloed op de omgeving gelijk kan worden geacht aan wel toegestane bedrijven.

Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om ontheffing te verlenen voor detailhandel in volumineuze goederen, welke in directe zin uitsluitend daar is toegestaan waar deze nu reeds gehuisvest is.

Bedrijf - Gemengd Gebied

Bedrijven die zich verspreid binnen het dorpsgebied bevinden en zodoende dichtbij of mogelijk direct aan woningen gesitueerd zijn, zijn bestemd als Bedrijf - Gemengd Gebied. Met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn de bedrijven ingeschaald. Bedrijven die in verhouding tot de ruimtelijke situatie tot een te hoge categorie behoren, zijn voorzien van een functieaanduiding waarin het specifieke bedrijfstype van het betreffende bedrijf mogelijk wordt gemaakt. Wanneer dergelijke bedrijven verhuizen of beëindigd worden, mag zich ter plaatse ofwel een zelfde type bedrijf vestigen ofwel een bedrijf dat binnen de 'algemene toelaatbaarheid' past.

Bedrijfswoningen zijn met een aanduiding op de kaart aangegeven en mogen niet elders worden gebouwd. Op deze wijze regelt het plan de locatie van de bedrijfswoningen en daarmee de minimale afstand naar omliggende bedrijven.

Centrum

Het hart van de dorpskern is bestemd als Centrum. In algemene zin wordt binnen deze bestemming wonen mogelijk gemaakt en daarnaast op de begane grond detailhandel, dienstverlening en horeca tot en met categorie 1b van de Staat van horeca-activiteiten. Ook de bescherming van cultuurhistorische waarden is een functie die met deze bestemming wordt vastgelegd.

De bestemming kent daarnaast meerdere specifieke regelingen. Om te voorkomen dat de functie wonen steeds meer terrein wint ten koste van andere functies binnen het centrum wordt, daar waar nu andere functies gevestigd zijn, de functie wonen op de begane grond specifiek uitgesloten. Bij verhuizing of beëindiging van de betreffende functie blijft deze ruimte zodoende beschikbaar voor andere functies dan wonen. Bij eenmaal tot woning verbouwde gebouwen komt het in de praktijk immers niet snel voor dat hier nog andere functies in terugkeren.

De functie horeca wordt eveneens nader geregeld met een aanduiding. Dit betreft de horeca aan de Kaai, waar horeca uit een hogere categorie wordt toegestaan dan elders binnen het centrum. Ter plaatse wordt categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten als maximum aangehouden.

In het gebied aanwezige functies anders dan detailhandel, dienstverlening, horeca en wonen, worden binnen de bestemming Centrum met een functieaanduiding mogelijk gemaakt. Het betreft bedrijven (uit ten hoogste categorie B.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'), kantoren en maatschappelijke voorzieningen.

Gezien de concentratie en de diversiteit van de binnen de bestemming aanwezige functies, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en de inrichting van het onbebouwde terrein. Hiermee kunnen, indien nodig geacht, nadere eisen gesteld worden om de aan- en afvoer van goederen en de (extra) behoefte aan parkeerplaatsen te waarborgen ingeval van nieuwbouw, uitbreiding, verandering of vernieuwing van de gebouwen.

In relatie tot de binnen de bestemming toegestane detailhandel, zijn specifieke gebruiksregels opgenomen ten aanzien van de opslag van vuurwerk, de verkoop van motorbrandstoffen en de detailhandel in volumineuze goederen.

In de specifieke gebruiksregels wordt ook ingegaan op aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. De voornaamste voorwaarden zijn de maximum oppervlakte en enkele uitgesloten activiteiten.

Met het oog op de nodige flexibiliteit biedt het plan twee ontheffingsmogelijkheden. Er kan ontheffing verleend worden voor horeca-activiteiten die hoger zijn ingeschaald dan de toelaatbaarheid of die in het geheel niet zijn ingeschaald, voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met wel toegestane horeca-activiteiten. De tweede ontheffingsmogelijkheid biedt mogelijkheden om aan huis bed-and-breakfast activiteiten uit te voeren.

De bescherming van de cultuurhistorische waarden is in de regels verankerd door middel van een regeling die een omgevingsvergunning verplicht stelt voor sloopwerkzaamheden. Een omgevingsvergunning voor dergelijke werkzaamheden wordt uitsluitend afgegeven wanneer daarmee geen cultuurhistorische waarden onevenredig verstoord worden.

Gemengd

Het voorzieningencentrum aan de Boomvliet met een supermarkt, bank en daarboven gesitueerde appartementen is bestemd als Gemengd. Daarbij is detailhandel uitsluitend toegestaan op de begane grond, terwijl de functie wonen uitsluitend wordt toegestaan op de verdiepingen.

Groen

Grotere groengebieden en structurerende groenelementen zijn bestemd als Groen. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan.

Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk maakt medische, sociale, levensbeschouwelijke, en culturele voorzieningen, alsmede onderwijsvoorzieningen en voorzieningen voor openbare dienstverlening mogelijk.

Deze verschillende functies kennen doorgaans vergelijkbare gebouwen en/of complexen. Een uitzondering hierop zijn begraafplaatsen. Voor begraafplaatsen is derhalve een functieaanduiding opgenomen die uitsluitend een begraafplaats toestaat.

Voor de molen aan de Vroonweg is eveneens een functieaanduiding opgenomen, waarbinnen in dit geval uitsluitend een molen toegestaan is.

Beide karakteristieke functies kunnen dus niet, zoals de andere gronden binnen de bestemming Maatschappelijk, ingewisseld worden met andere maatschappelijke voorzieningen.

De sporthal aan de zuidrand van de kern is eveneens bestemd als Maatschappelijk en is daarbij voorzien van een specifieke functieaanduiding. Het opnemen van deze voorziening binnen deze bestemming hangt samen met het feit dat de sporthal niet uitsluitend voor sportactiviteiten wordt gebruikt, maar tevens voor bredere maatschappelijke activiteiten en wanneer nodig als 'evacuatiecentrum'.

Voorts is de hoogteregeling aangepast. Hierdoor wordt de kerktoren buiten beschouwing gelaten bij de voorgeschreven maximum goot- en bouwhoogte.

Recreatie - Dagrecreatie

Het speelterrein aan de zuidrand van de dorpskern, is bestemd als Recreatie - Dagrecreatie. Dit geldt eveneens voor de volkstuinen bij Kralingen.

Sport

Het zwembad aan de zuidrand is opgenomen binnen de bestemming Sport en is voorzien van een functieaanduiding.

Tuin

Gronden tussen bebouwing en de weg waardoor deze bebouwing ontsloten wordt, zijn doorgaans bestemd als Tuin. De bestemming komt met name voor langs de woonbestemming. Binnen deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht, terwijl bouwwerken, geen gebouwen zijnde in beperkte mate worden toegestaan.

Een bijzondere regeling wordt getroffen voor de bouw van erkers. Omdat de bestemming Wonen vaak niet verder rijkt dan de voorgevel van een woning, zou een aan te bouwen erker gelegen zijn op gronden die bestemd zijn als Tuin. Derhalve wordt onder voorwaarde een erker toegestaan binnen deze bestemming.

Verkeer

Alle wegen met een wijkverzamel- of stroomfunctie zijn bestemd voor Verkeer. In de regels is het aantal rijbanen vastgelegd op maximaal 2 x 1 rijstroken conform de Wet geluidhinder.

Verkeer - Verblijfsgebied

De wegen, waar een snelheidsregime van 30 km/h geldt, en de ruimten die een verblijfsfunctie hebben zijn bestemd voor Verblijfsgebied.

Water

Waterpartijen, structuurbepalende watergangen. Binnen de bestemming Water zijn watergerelateerde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen, keermuren, duikers etc. toegestaan.

Wonen

Gronden met en behorend bij woonhuizen zijn bestemd als wonen. Het woningtype wordt specifiek geregeld en onderscheid vrijstaande, twee-aan-een-gebouwde, aan-een-gebouwde en gestapelde woningen.

Het plan staat hoofdgebouwen uitsluitend toe binnen het bouwvlak, terwijl aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ook daarbuiten toegestaan zijn.

Voor deze zogenaamde erfbebouwing is een gezamenlijke maximumoppervlakte opgenomen, die wordt uitgedrukt in een percentage van de bij de woning behorende gronden. Het maximum is gesteld op 50% van het oppervlak van het zij- en achtererf, met een maximum van 75 m². De erfbebouwing wordt altijd 3 m achter (het denkbeeldige verlengde) van de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd.

Voor gestapelde woningen geldt een specifieke regeling voor erfbebouwing, waarbij één gezamenlijk bijgebouw of overkapping wordt toegestaan met een maximumoppervlakte van 15% van het zij- en achtererf.

Binnen de bestemming worden ook garageboxen toegestaan die niet direct bij de bijbehorende woningen gelegen zijn, maar bijvoorbeeld aan woonerven of pleintjes. Deze garages zijn binnen de bestemming Wonen opgenomen en door middel van een functieaanduiding wordt geregeld dat ter plaatse uitsluitend de betreffende garages toegestaan zijn.

De bestemmingsregels bieden tevens mogelijkheden voor hobbymatige paardrijvoorzieningen, waarbij de voornaamste voorwaarde de minimumoppervlakte van het erf betreft. Deze dient ten minste 2.000 m² te bedragen. Aan de paardrijvoorzieningen worden onder andere voorwaarden gesteld ten aanzien van de oppervlakte en de afstand tot omliggende functies.

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten worden in de specifieke gebruiksregels eisen gesteld. De voornaamste voorwaarden zijn de maximumoppervlakte en enkele uitgesloten activiteiten.

Tot slot is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen die het mogelijk maakt om aan huis bed & breakfastactiviteiten uit te voeren.

Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Archeologie 4

Daar waar gronden een archeologische verwachtingswaarde kennen, wordt deze waarde beschermd door de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Archeologie 4. De categorisering (3 en 4) is afkomstig van de Beleidskaart Archeologie van van het ISGO. De dubbelbestemming regelt dat (bouw)werkzaamheden met een oppervlakte groter dan respectievelijk 100 m² en 500m² , die mogelijk een aantasting van de archeologische waarde vormen, uitsluitend worden toegestaan na uitvoering van een verkennend archeologisch onderzoek waaruit blijkt dat de beoogde ontwikkeling niet leidt tot aantasting van die waarde. Daarbij moet het voorts gaan om werkzaamheden die tot een bepaalde diepte reiken, te weten respectivelijk 0,3 m en 0,5 m.

Waterstaat - Waterkering

De waterkeringswerken langs de Boezem en de Haven zijn voorzien van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Deze dubbelbestemmingen beschermt het waterkeringsbelang. Binnen voorwaarden worden gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterkering mogelijk gemaakt.

Voor deze dubbelbestemming geldt dat bouwwerken in het kader van de andere ter plaatse geldende bestemming worden toegestaan voor zover deze het waterstaatsbelang niet schaden.

5.3.3 Algemene regels

In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.

Antidubbeltelregel

Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Algemene bouwregels

Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee bestaande afwijkingen van maten uit het bestemmingsplan mogen worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd. Aanpassingen die leiden tot grotere afwijkingen dan in de huidige situatie aan de orde zijn, worden niet toegestaan.

Tevens is een regel opgenomen op basis waarvan het verboden is een terrein te bebouwen op zodanige wijze dat daardoor op aansluitende terreinen strijdigheden ontstaan met de voor die gronden geldende regels. Indien er op zulke wijze reeds strijdigheden bestaan dan mogen deze worden gehandhaafd, maar niet worden vergroot.

Tot slot worden binnen bepaalde maten kleine overschrijdingen van bouwgrenzen door ondergeschikte bouwdelen als trappen, hellingbanen en balkons toegestaan.

Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.

De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.

Algemene aanduidingsregels
Een gedeelte van het plangebied valt binnen de vrijwaringszone van de molen aan de Vroonweg. Om die reden is een gebiedsaanduiding vrijwaringszone-molenbiotoop op de plankaart opgenomen en is een algemene aanduidingsregel opgenomen. Hiermee wordt in de regels vastgelegd dat, conform de provinciale Verordening Ruimte, geen nieuwe bebouwing mag worden opgericht of beplanting aanwezig mag zijn die door hun hoogte een inbreuk plegen op het vrije zicht en de windvang van de molen.

Algemene ontheffingsregels

In dit artikel wordt de mogelijkheid geboden aan het college van burgemeester en wethouders om ontheffing te verlenen van bestemmingsregels. Het betreft ontheffingsmogelijkheden ten behoeven van kleine overschrijdingen van maatvoeringen en bouwgrenzen, alsmede ontheffingsmogelijkheden ten behoeven van ontwikkelingen van algemeen nut. Bij de ontheffingsmogelijkheden zijn tevens voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan bij het verlenen van ontheffing.

Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is een regeling opgenomen die het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid geeft de bestemmingslegging te wijzigen voor gronden waar de bestemmingslegging niet conform de werkelijke situatie is opgenomen.

Daarnaast is er een wijzigingsregel opgenomen die het mogelijk maakt om daar waar uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse van de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 3 en 4 geen te beschermen archeologische waarde aanwezig is, deze dubbelbestemming verwijderd mag worden.

Overige regels

In dit artikel is een regeling opgenomen waarmee wordt vastgelegd dat daar waar het plan verwijst naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, de betreffende verwijzing betrekking heeft op het bedoelde document zoals dat van kracht is op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

5.3.4 Overgangs- en slotregel

In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregel aan de orde.

Overgangsrecht

De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).

Slotregel

Deze regel bevat de titel van het plan.