direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Dorpsgebied Dirksland 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0504.DLDdorpdirksland-BP30

4.5 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken3 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Beleid gemeenten Goeree-Overflakkee

De gemeenten op Goeree-Overflakkee streven naar een evenwichtige afweging van veiligheidsbelangen en overige belangen. Hiertoe hebben de 4 gemeenten op Goeree-Overflakkee gezamenlijk de 'Beleidsvisie Externe Veiligheid - Richting aan risico's op Goeree-Overflakkee' opgesteld. Deze bevat een aantal beleidsuitgangspunten en ook worden een aantal wettelijke punten onderstreept.

Tevens wordt een methode neergezet voor het toetsen van risico's bij ontwikkelingen. Deze methode maakt het mogelijk om bij ruimtelijke plannen op voorhand te bepalen welke soorten objecten wel/niet zijn toegestaan binnen bepaalde afstanden van risicobronnen. De ambities, uitgangspunten en werkwijzen in deze visie vormen de basis voor de onderbouwing van de verantwoording van risico's.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In december 2009 is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

In 2010 zal het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen worden vastgesteld.

Risicovolle inrichtingen

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Met het besluit wordt beoogd een wettelijke grondslag te geven aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten4 . Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.

Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR (zie hieronder) geldt daarbij als buitenwettelijke oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties.

Onderzoek

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Uit informatie van de Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen (AVIV 2003) en het basisnet blijkt dat er in de omgeving van het projectgebied gevaarlijke stoffen over wegen worden vervoerd. Het gaat hierbij om de N215. Deze weg ligt op circa 70 m van het plangebied en heeft een risico afstand PR 10-6 van 0 m. Uit de Beleidsvisie Externe Veiligheid blijkt dat ook aan de oriënterende waarde voor het GR wordt voldaan. Aangezien de ontwikkeling aan de Tuinstraat op meer dan 600 m van deze weg ligt, vormt het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N215 geen belemmering voor de beoogde woningbouw.

In de directe omgeving van het plangebied worden ook gevaarlijke stoffen door buisleidingen vervoerd. Deze leidingen worden beheerd door de Nederlandse Gasunie. Het gaat om de leidingen in onderstaande tabel.

Tabel 4.1 Vervoer van gevaarlijke stoffen door leidingen nabij het plangebied

volgnummer   druk   uitwendige diameter   afstand PR 10-6-contour   inventarisatie-afstand   kortste afstand tot het plangebied  
WR538-27-KR-007   40,00   8,63   0 m   95 m   50 m  
WR538-11-KR-007   40,00   8,63   0 m   95 m   50 m  

Gelet op de aard van de omgeving wordt in de huidige situatie voldaan aan de oriënterende waarde voor het GR. De beoogde woningen aan de Tuinstraat liggen op meer dan 600 m van de aardgasleidingen. Binnen het invloedsgebied voor het GR vinden dus geen ontwikkelingen plaats die gevolgen hebben voor de hoogte van het GR.

Risicovolle inrichtingen

In de omgeving van het plangebied bevinden zich drie risicovolle inrichtingen. Het gaat hierbij om het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, zwembad de Gooi en Depot Voorne Gas. Het betreffen inrichtingen die niet onder het Bevi vallen. Het ziekenhuis is gelegen aan de Stationsweg 22 en heeft een zuurstoftank met een risico afstand van PR 10-6 is 20 m. Binnen deze contour zijn enkele objecten gelegen (Stationsweg 6, Stationsweg 16). De objecten liggen buiten de PR 10-5, waarmee voldaan wordt aan het beleid. De beoogde woningen aan de Tuinstraat liggen buiten de PR 10-6-risicocontour van het ziekenhuis. Zowel het zwembad aan de Hondsgalgweg 3 (chlooropslag) en het Depot Voorn Gas aan de Boomvliet 9 (installatie met oxiderende gassen) hebben een risico afstand (PR 10-6) van 0 m. Voor geen van de inrichtingen geldt een invloedsgebied voor het GR.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan.