direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf - Gemengd Gebied
Plan: Dorpsgebied Dirksland 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0504.DLDdorpdirksland-BP30

Artikel 5 Bedrijf - Gemengd Gebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Gemengd Gebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie B.1': bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1, 2, 4 en 5': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit de ten hoogste voor de bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging':

aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf-1   2030   -  
specifieke vorm van bedrijf-2   3710   -  
     
specifieke vorm van bedrijf-4   45   -  
specifieke vorm van bedrijf-5   6312.2   -  

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3': tevens een transportbedrijf met SBI-code 6024.1 uit ten hoogste categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging met ten hoogste 1 rijder, alsmede een aan de hoofdfunctie ondergeschikte webwinkel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend een autoherstelinrichting met SBI-code 501, 502 of 504 uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': tevens detailhandel in voluminieuze goederen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

5.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het met de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. indien gebouwen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand tussen gebouwen en de perceelsgrens ten minste 1,5 m;
  • g. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • h. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 750 m³.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het denkbeeldig verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte voor palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.