direct naar inhoud van 6.8 Energie
Plan: Harnaschpolder aanpassing 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0026-2001

6.8 Energie

6.8.1 Beleid en onderzoek 

In nieuw of her te ontwikkelen delen gelden de doelstellingen uit het Delftse Klimaatbeleid. De basis hiervoor is het Klimaatplan. Uitgangspunt is dat voor een nieuwe woon- of bedrijfsbestemming de ambitie voorligt om een scherpere energieprestatie te realiseren dan de landelijke normen. Hiervoor hanteert Delft de Trias energeticia:

  • 1. het verminderen van de vraag door energiebesparing bij eindgebruikers;
  • 2. het toepassen van duurzame bronnen;
  • 3. het (verder) optimaliseren van de toepassing van fossiele bronnen naar energie-efficiency en betrouwbaarheid.

Binnen Delft geldt een “warmte, tenzij ..”-beleid. Dit houdt in dat in Harnaschpolder Delft aangesloten dient te worden op een collectieve warmtevoorziening, tenzij dit technisch of economisch niet haalbaar is.

6.8.2 Gewenste ontwikkeling

De locatie Harnaschpolder Delft is - overeenkomstig de concessieovereenkomst tussen de gemeente Delft en Eneco - opgenomen in de lijst met warmte-aansluitingen. Dit betekent dat aangesloten dient te worden op de collectieve warmtevoorziening van Warmtebedrijf Eneco Delft BV. In het plangebied zal ruimte gereserveerd moeten worden voor noodzakelijke (ondergrondse) infrastructuur en verdeelstations. In de bestemmingen verkeersdoeleinden 1 en 2 en openbaar groen worden ondergrondse leidingen voor warmtetransport mogelijk gemaakt. Bij voorkeur lopen deze leidingtracés door ondergrondse bebouwing (kruipruimten, parkeerkelders). In de bestemming woondoeleinden worden verdeelstations geïntegreerd met de bebouwing mogelijk gemaakt.

Voor een locatie van ten minste 250 woningen is het opstellen van een energievisie verplicht. Voor de kleinere nieuwbouwopgaven (<250 woningen) wordt gestreefd naar een EPC die voor de woningen minimaal 15% en voor de overige functies 12% lager ligt dan de wettelijke norm van het jaar van de bouwaanvraag. Dit wordt bereikt door een geïntegreerd pakket van bouwkundige, installatietechnische maatregelen en efficiënte energieopwekking.

Met de aansluiting op de collectieve warmtevoorziening wordt , in combinatie met energiebesparende maatregelen op woningniveau, voldaan aan de energieambitie voor het totale plangebied.

De gemeentelijke ambitie voor duurzaam bouwen kan op een kwantitatieve wijze uitgedrukt worden met behulp van de GPR-methode (Gemeentelijke Praktijkrichtlijn Duurzaam Bouwen). In het Klimaatplan wordt een gemiddelde GPR-score van ten minste 7,5 nagestreefd.

Duurzaam bouwen heeft daarnaast op wijkniveau een aantal aandachtspunten:

- Aandacht en voorwaarden voor compact bouwen om verliesoppervlak te verkleinen en de kwaliteit van het openbaar gebied hoog te houden (door ondergronds parkeren).

- (gedeeltelijk) zongerichte verkaveling.

- Door het stellen van voorwaarden aan dakoriëntatie bij hellende daken of dakvorm, voorkomen van beschaduwing door tegenoverstaande bebouwing of grote bomen kan nu of op een later moment gebruik gemaakt worden van actieve zonne-energie.

- In verband met afvalscheiding dient voldoende ruimte gereserveerd te worden voor gescheiden aanbieden van afval: op korte afstand van de woning.

6.8.3 Conclusie

Voor het plangebied gelden de doelstellingen uit het gemeentelijke Klimaatplan. Er geldt een aansluitplicht op de collectieve warmtevoorziening van Warmtebedrijf Eneco Delft BV.