direct naar inhoud van 6.7 Externe veiligheid
Plan: Harnaschpolder aanpassing 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0026-2001

6.7 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid rondom opslag en transport van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen (zoals LPG en ammoniak).

6.7.1. Bestaande situatie

Risicovolle inrichtingen

In het plangebied bevinden zich geen risicovolle inrichtingen zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi).

Ten westen van het plangebied bevindt zich de risicovolle inrichting DSM Gist BV. Op de bedrijfsactiviteiten van DSM is het Besluit risico's zware ongevallen (Brzo) van toepassing, het bedrijf valt daarmee onder de werking van het Bevi. Uit onderzoek (rapport Beschouwing risicobronnen en verantwoording groepsrisico Bedrijventerrein Delft Noord', Save, 5 september 2012 – hierna te noemen: EV-onderzoek DSM) blijkt dat de PR 10-6 risicocontour grotendeels op het terrein van DSM ligt. Het plaatsgebonden risico vormt dan ook geen belemmering voor dit bestemmingsplan. De hoogte van het groepsrisico ligt in de huidige situatie net boven de oriëntatiewaarde. Dit komt door een historisch gegroeide situatie met dichte en dichtbij gelegen bebouwing aan de Delftse zijde van het DSM-terrein. Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied voor het groepsrisico van 1.500 meter.

Transport gevaarlijke stoffen over spoor

Over de spoorlijn door Delft vindt, conform de marktprognoses van ProRail uit 2007, nauwelijks transport van gevaarlijke stoffen plaats. Dit is daarom niet relevant voor externe veiligheid.

Transport gevaarlijke stoffen over water

In het Basisnet Water is de Schie aangeduid als zogenaamde 'groene waterweg' (categorie scheepvaart zonder frequent vervoer) en is daarmee niet relevant voor externe veiligheid.

Transport gevaarlijke stoffen over de weg

In het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen wegen die zijn aangewezen als transportroute voor gevaarlijke stoffen.

Op grote afstand van het plangebied ligt de Rijkswegen A4 en A13 waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Gelet op de afstand van de A4 en A13 tot het plangebied, hoeft het groepsrisco niet berekend te worden.

Transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen

In het plangebied bevinden zich geen risicorelevante buisleidingen waar transport van gevaarlijke stoffen door plaatsvindt.

Ten westen van het plangebied loopt een hogedruk aardgastransportleiding langs de A4.

6.7.2 Beleid en onderzoek

Wet- en regelgeving

Externe veiligheid is terug te vinden in beleidsdocumenten en regelgeving zoals het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs), Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), etc. Op grond van deze besluiten moet bij het vaststellen van een bestemmingsplan als het onderhavige, worden getoetst op externe veiligheid.

Ten eerste moet worden getoetst aan de grenswaarde van het plaatsgebonden risico (PR 10-6) voor kwetsbare objecten. Dit zijn objecten met beperkt zelfredzame personen of met grote aantallen personen, zoals scholen, woningen, ziekenhuizen, grote kantoren, etc. Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat een persoon, die zich onbeschermd in de buurt van een risicobron bevindt, komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met die risicobron. Het Bevi bepaalt dat het plaatsgebonden risico ter plaatse van een kwetsbaar object niet meer mag bedragen dan één op de miljoen per jaar. Het plaatsgebonden risico bepaalt de minimale afstand tussen een risicobron en een kwetsbaar object.

Ten tweede moet het zogenaamde groepsrisico worden beschouwd binnen het invloedsgebied van een risicobron. Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen komt te overlijden ten gevolge van een incident met de risicobron. Anders dan bij het plaatsgebonden risico het geval is, geldt voor het groepsrisico geen grens- of richtwaarde. Wel is in het Bevi de zogenaamde oriëntatiewaarde bepaald, waarmee het berekende groepsrisico moet worden vergeleken. De oriëntatiewaarde geeft dus aan wanneer het groepsrisico een relevante waarde heeft, maar geldt niet als norm. Elke verandering van het groepsrisico dient verantwoord te worden door het bevoegd gezag.

Onderzoek

Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een quickscan externe veiligheid uitgevoerd. De quickscan is als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan bijgesloten. Uit deze quickscan, die als bijlage bij de toelichting is toegevoegd en het advies van de Veiligheidsregio Haaglanden, dat eveneneens als bijlage is bijgesloten is gebleken dat nabij het plangebied zich de volgende risicobronnen bevinden:

1. Aardgastransportleiding (Gasunie);

2. Rijksweg A4;

3. Rijksweg A13;

4. DSM Anti-Infectives.

Risicovolle inrichtingen

De aardgastransportleiding ligt op ongeveer 485 meter van het plangebied. De leiding heeft een druk van 66,2 bar en een diameter van 3 inch. De leiding heeft een effectafstand van 380 meter. Het plangebied bevindt zich buiten de maximale effectafstand van 380 meter, waarmee de aardgastransportleiding niet relevant is voor het plangebied vanuit het oogpunt van externe veiligheid.

Op ongeveer 650 meter van het plangebied bevindt zich de rijksweg A4. Over dit traject vindt het vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Onder de stoffen die vervoerd worden zijn onder andere stoffen welke behoren tot de categorie LT2, toxische gassen, waar op basis van de handreiking risicoberekening transport (HART) een invloedsgebied bij hoort van 880 meter. Het plangebied bevindt zich binnen het onvloedsgebied van de rijksweg A4 en daarmee is het vervoer van gevaarlijke stoffen relevant vanuit het oogpunt van externe veiligheid van het plangebied.

Op ongeveer 3000 meter afstand van het plangebied ligt de rijksweg A13.Over deze route worden brandbare vloeistoffen, brandbare gassen, giftige vloeistoffen en giftige gassen vervoerd. De rijksweg A13 heeft daarmee een invloedsgebied van respectievelijk 45 meter (brandbare vloeistoffen), 325 meter (brandbare gassen) en meer dan 4000 meter (giftige vloeistoffen en giftige gassen). Het gehele plangebied ligt in het invloedsgebied van de rijksweg A13 voor wat betreft het transport van giftige vloeistoffen en giftige gassen en is daarmee relevant vanuit het oogpunt van externe veiligheid van het plangebied.

Nabij het plangebied, op ongeveer 1000 meter afstand, is de BRZO-inrichting DSM Anti-infectives gelegen. Binnen de inrichting worden diverse producten gemaakt, waaronder antibiotica, anti-schimmel en diverse aroma's. Hierbij worden gevaarlijke stoffen gebruikt welke toxisch en brandbaar van aard zijn. Het invloedsgebied is vastgesteld op 1500 meter. Dit betekent dat het plangebied binnen het invloedsgebied valt van de inrichting en daarmee dat de inrichting relevant is vanuit het oogpunt van externe veiligheid voor het plangebied.

Plaatsgebonden risico, groepsrisico en verantwoordingsplicht relevante risicobronnen

Rijksweg A4

De A4 is opgenomen in Bijlage 2 van de Ciruclaire RNVGS. Voor wegen die in deze bijlage zijn opgenomen is het plaatsgebonden risico gegeven. Voor de A4 ter hoogte van het plangebied bedraagt het plaatsgebonden risico 0 meter vanaf het hart van de weg. Het plaatsgebonden risico van de A4 vormt daarom geen belemmering voor het plangebied.

Over de rijksweg A4, ter hoogte van het plangebied worden de volgende stofcategorieen vervoerd:

- Brandbare vloeistoffen (LF1);

- Zeer brandbare voeistoffen (LF2);

- Zeer toxische vloeistoffen (LT2);

- Brandbare gassen (GF3);

Uit het Eindrapport Basisnet weg blijkt dat het groepsrisico voor de A4 onder de 0,1 keer de orientatiewaarde van het groepsrisico ligt. Doordat de realisatie van het bestemmingsplan niet zal leiden tot een toename van het aantal personen dat maximaal aanwezig is betekent dit dat er geen verandering van het groepsrisico verwacht wordt op basis van het vaststellen van dit bestemmingsplan.

Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A4 valt onder de Circulaire RNVGS. Hieruit blijkt dat een verantwoording van het groepsrisico moet worden uitgevoerd als het groepsrisico toeneemt of als het groepsrisico de orientatiewaarde van het groepsrisico overschreidt. Het groepsrisico van de A4 ter hoogte van het plangebied ligt onder de orientatiewaarde en zal niet toenemen door de realisatie van het plan. Op basis van de Circulaire RNVGS is een verantwoording van het groepsrisico in dit geval niet vereist.

Rijksweg A13

De rijksweg A13 ligt op ongeveer 3000 meter ten oosten van het plangebied. Over deze route worden brandbare vloeistoffen, brandbare gassen, giftige vloeistoffen en giftige gassen vervoerd. De rijksweg A13 heeft daarmee een invloedsgebied van respectievelijk 45 meter (brandbare vloeistoffen), 325 meter (brandbare gassen) en meer dan 4000 meter (giftige vloeistoffen en giftige gassen). Het gehele plangebied ligt in het invloedsgebied van de rijksweg A13 voor wat betreft het transport van giftige vloeistoffen en giftige gassen. De rijksweg A13 heeft volgens de circulaire geen veiligheidszone (plaatsgebonden risicocontour) met een kans van 10"6 per jaar (PRIO 6) en vormt zodoende geen belemmering voor het plangebied. Gezien de afstand van het plangebied ten opzichte van de rijksweg A13 hoeft het groepsrisico niet te worden berekend.

DSM Anti-infectives

DSM Anti-infectiec is een BRZO inrichting. Op het terrein zijn diverse gevaarlijke stoffen aanwezig. De stoffen liggen onder andere opgeslagen in een drietal loodsen. De 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontour blijft grotendeels binnen de grenzen van de inrichting. Het plangebied ligt op een afstand van 1000 meter van de inrichtingsgrens, waardoor het plaatsgebonden risico geen belemmering oplevert voor het plangebied.

Uit de inventarisatie van het groepsrisico uitgevoerd door Save (zie bijlage bij deze toelichting) blijkt dat het groepsrisico in de huidige situatie de orientatiewaarde van het groepsrisico overschrijdt. Als gevolg van de realisatie van het plan zal het groepsrisico van DSM Anti-infectives niet veranderen, omdat er geen verandering optreedt van het aantal woningen in het invloedsgebied van DSM Anti-infectives.

DSM Anti-infectives valt onder het Bevi. Op basis van het Bevi moet bij het vaststellen van een bestemmingsplan binnen het invloedsgebied van een Bevi-inrichting het groepsrisico worden verantwoord.

Uit het EV-onderzoek DSM, uitgevoerd door Save, blijkt dat alleen ontwikkelingen binnen de 10-7 contour van DSM Gist BV het groepsrisico zichtbaar doen toenemen. Het plangebied ligt ruim buiten deze contour. Het bestemmingsplan maakt bovendien niet méér woningen mogelijk dan in het oude bestemmingsplan, dus zal dit niet leiden tot een verandering van het groepsrisico. Het onderzoek is als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan gevoegd.

Advies Veiligheidsregio Haaglanden

Per brief d.d. 15 november 2012 heeft Veiligheidsregio Haaglanden een advies uitgebracht. De voorgestelde maatregelen ter bevordering van de veiligheid betreffen een advies voor technische voorzieningen bij ver- en nieuwbouw, en voor risicocommunicatie. Deze maatregelen hebben niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Het advies is als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan gevoegd.

6.7.3 Gewenste ontwikkeling

Dit bestemmingsplan is weliswaar ontwikkelingsgericht van aard, maar er worden niet méér woningen mogelijk gemaakt ten opzichte van het oude bestemmingsplan – er worden dus geen mensen toegevoegd aan het plangebied. Dit betekent dat het groepsrisico niet verandert.

De overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico is toe te rekenen aan DSM. Hierbij is geen reductie mogelijk via het ruimtelijk spoor. Dit aspect zal via het milieuspoor verzorgd moeten worden. De gemeente zal dit met de provincie Zuid-Holland, als bevoegd gezag voor de milieuvergunning voor DSM, bespreken.

Het bestemmingsplan maakt het niet mogelijk dat er zich risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven in het plangebied kunnen vestigen.

6.7.4 Conclusie

Het bestemmingsplan voldoet aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid.