Plan: | Noordwest 1 (Hof van Delft) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0023-2001 |
Het plangebied kent een traditionele energievoorziening gebaseerd op gas en elektriciteit. Het Agnetapark is onderdeel van het plangebied en is aangewezen als beschermd stadsgezicht.
In nieuw of her te ontwikkelen delen gelden de doelstellingen uit het Delftse Klimaatbeleid. De basis hiervoor is het Klimaatplan. Uitgangspunt is dat voor een nieuwe woon- of bedrijfsbestemming de ambitie voorligt om een scherpere energieprestatie te realiseren dan de landelijke normen. Hiervoor hanteert Delft de Trias energeticia:
Voor gebouwen in beschermd stadsgezicht gelden aanvullende eisen als het gaat om bouw-, verbouw- of sloopwerkzaamheden. Voor het treffen van energiebesparende maatregelen of het toepassen van duurzame bronnen is in veel gevallen een omgevingsvergunning vereist.
De gemeente heeft sneltoetscriteria opgesteld om het aanbrengen van zonnepanelen op monumentale panden en gebouwen in beschermd stadsgezicht te vergemakkelijken.
Bodemenergie is een steeds vaker toegepaste techniek om woningen en gebouwen energiezuinig te maken. Door de snelle groei kunnen belangen tussen diverse bodemenergiesystemen onderling en andere belangen met elkaar in conflict komen. Per 1 juli 2013 worden gemeenten het bevoegd gezag voor gesloten bodemenergiesystemen. Dit betekent dat voor de gebieden die worden aangewezen als ordeningsgebied, een specifiek bodemenergieplan dient te worden opgesteld. Daarnaast gaan voor de rest van het grondgebied van de gemeente Delft algemene ordeningsregels bodemenergiesystemen (betreffende o.a. locaties, realisatie en exploitatie) gelden. Voor open bodemenergiesystemen blijft de Provincie Zuid-Holland bevoegd gezag.
In het plangebied wordt geen grootschalige herstructurering of nieuwbouw voorzien. Voor de kleinere nieuwbouwopgaven (<250 woningen) wordt gestreefd naar een EPC die voor de woningen minimaal 15% en voor de overige functies 12% lager ligt dan de wettelijke norm van het jaar van de bouwaanvraag. Dit wordt bereikt door een geïntegreerd pakket van bouwkundige, installatietechnische maatregelen en efficiënte energieopwekking. De gemeentelijke ambitie voor duurzaam bouwen kan op een kwantitatieve wijze uitgedrukt worden met behulp van de GPR-methode (Gemeentelijke Praktijkrichtlijn Duurzaam Bouwen). In het Klimaatplan wordt een GPR-score van ten minste 7,5 nagestreefd. Voor kleinschalige renovatie of verbouw wordt gestreefd naar een labelsprong van minimaal 2 labels.
Voor zowel nieuw te ontwikkelen delen als kleinschalige renovatie in het bestemmingsplangebied gelden de doelstellingen uit het gemeentelijke Klimaatplan.