Noordwest 1 (Hof van Delft)

3.1 Verantwoording planvorm

AUB

Voor bestaand stedelijk gebied is door de gemeenteraad een uniforme set regels vastgesteld die per bestemmingsplangebied wordt aangepast aan het specifieke karakter van het betreffende gebied. Deze uniforme set regels, het 'Handboek bestemmingsplannen 2007', is op 20 november 2007 vastgesteld door burgemeester en wethouders. Dit handboek heeft een dynamisch karakter en wordt regelmatig geactualiseerd en aangepast, mede naar aanleiding van nieuwe wet- en regelgeving zoals bijvoorbeeld de SVBP 2008, voortvloeiend uit de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro). Het plangebied Noordwest 1 wordt voornamelijk consoliderend bestemd conform de voormelde nieuwe uniforme regeling.

Toekomstgericht bestemmen

Bestemmingsplan Noordwest 1 is een pilot voor het project toekomstgericht bestemmen. Om een duidelijk beeld te krijgen bij de mogelijkheden voor het betreffende plangebied, is een uitgebreide inventarisatie gemaakt van het plangebied. Ook is gekeken welke ontheffingen de afgelopen 10 jaar in het plangebied veelvuldig zijn gevoerd.
Bij toekomstgericht bestemmen gaat het om enerzijds het voorkomen van onnodige zelfbinding en anderzijds flexibele, ruime en heldere uitbreidingsmogelijkheden voor woningen en andere gebouwen, zowel qua functies als ruimtelijke mogelijkheden. Hierdoor zijn er minder afwijkingen (ontheffingen) nodig en zijn deze binnenplanse afwijkingsmogelijkheden ook zo beperkt mogelijk gehouden. Er ontstaan daarmee heldere grenzen tussen wat aanvaardbaar is en wat niet, terwijl er veel ruimte voor dynamiek wordt geboden. Hierbij is het behoud van de ruimtelijk functionele kwaliteit van het gebied uitgangspunt, waarbij zorgvuldig wordt omgegaan met de verschillende, soms onderling strijdige, belangen. Een goed woon-, werk- en leefmilieu zowel nu als in de toekomst staat hierbij centraal. Een belangrijk onderscheid wordt gemaakt tussen de openbare ruimte en de (voor)zijden van gebouwen die hieraan grenzen en de privé zijden van terreinen die door de achterkanten van gebouwen worden begrensd.

In principe wordt de bestaande situatie als uitgangspunt aangehouden. Het gebied kent echter een sterk gemêleerd karakter, waarbij er ook binnen een straat of blok afwijkingen van het algemene beeld aan de orde zijn.
In het plan wordt het algemene beeld vastgelegd in de verbeelding en niet de uitzonderingen. Daarbij worden door middel van kapprofielen de verschillende uitbreidingsmogelijkheden van het hoofdgebouw aangegeven. Omdat het gebied overwegend uit woningen bestaat of panden met een menging van functies, waaronder ook wonen, ligt een sterk accent van het toekomstig gericht bestemmen op de woonbestemming en de bestemming Gemengd, die qua bebouwingsregels vergelijkbaar zijn.