Plan: | Noordwest 1 (Hof van Delft) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0023-2001 |
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag past de in lid 5.3.1, sub a bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien de ruimtelijke kwaliteit niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan de relatie tot de openbare ruimte en belendende percelen, groen en verkeer.
Het bevoegd gezag past de in lid 5.3.1, sub b bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien geen onevenredige verslechtering van de groeiomstandigheden van de monumentale boom optreedt.
De in lid 5.1, sub a tot en met e en k genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren tot categorie 1 van de LvB.
De gronden en bebouwing mogen tevens worden gebruikt voor:
De in lid 5.1, sub b tot en met g genoemde functies zijn slechts toegestaan op de begane grond.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' gelden de volgende bepalingen:
Niet toegestaan zijn:
Aan-huis-gebonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan voor zover:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag past de in lid 5.5.1, sub a en b bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 1 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet onevenredig nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, ruimtelijke kwaliteit, groen, mobiliteit, en economisch functioneren.
Het bevoegd gezag past de in lid 5.5.1, sub c en d bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien de ruimtelijke kwaliteit niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan de relatie tot de openbare ruimte en belendende percelen, groen en verkeer.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.5 sub d voor het uitoefenen van een seksinrichting, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 5.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die: