direct naar inhoud van 6.9 Energie
Plan: TU Midden en Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0021-2001

6.9 Energie

6.9.1 Bestaande situatie

Het merendeel van de bestaande bebouwing is uit de loop van de 20e eeuw met een relatief lage energetische kwaliteit. Bebouwing van na invoering van nationale regelgeving energieprestatie van gebouwen in de jaren '90 heeft een hogere energetische kwaliteit.

Het gebied kent diverse vormen van energievoorziening. Het merendeel heeft een traditionele energievoorziening gebaseerd op elektriciteit en gas. De meeste gebouwen behorende bij de TU Delft zijn aangesloten op een collectieve warmtevoorziening vanuit de warmtekrachtkoppelingcentrale aan de Leeghwaterstraat 36. Een aantal TU-gebouwen en de Haagse Hogeschool hebben individuele koelsystemen die gebruik maken van bodemenergie.

Een aantal recente ontwikkelingen (zoals studentenwoningen aan het Mijnbouwplein, Leeghwaterstraat en Rotterdamseweg, en de Hogeschool InHolland) wordt voorzien van warmte door het Warmtebedrijf Eneco Delft. In de beginfase is dat vanuit tijdelijke voorzieningen; op termijn wordt een permanente centrale opwekking ontwikkeld. De energetische kwaliteit van de recente ontwikkelingen is conform Bouwbesluit en in een enkel geval hoger.

6.9.2 Beleid en onderzoek

De TU Delft is gebonden aan de landelijke MJA3-energie (meerjarenafspraak) en heeft daarvoor ook een goedgekeurd actieplan. Projecten uit dit actieplan hebben geen ruimtelijke relevantie, met uitzondering van initiatieven voor bodemenergie. Er is voor het grotere TU gebied een bodemenergieplan opgesteld. Het bodemenergieplan beschrijft hoe optimaal gebruik gemaakt kan worden van bodemenergie en andere belangen niet geschaad worden. In de loop van 2012 stelt de provincie Zuid Holland het bodemenergieplan en bijbehorende ordeningsregels vast voor open bodemenergiesystemen. Per 1 juli 2013 gelden het bodemenergieplan en de ordeningsregels ook voor de gesloten systemen waarvoor de gemeente Delft bevoegd gezag is.

6.9.3 Gewenste ontwikkeling

Indien in de toekomst nieuwe gebouwen in het plangebied worden gerealiseerd, is het wenselijk deze te voorzien van duurzaam opgewekte warmte en eventueel koude.

6.9.4 Conclusie

Dit bestemmingsplan is consoliderend van aard. Er zijn nog geen concrete plannen voor collectieve warmte en/of koude in het plangebied, dus dit is ook niet mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan.