direct naar inhoud van 6.1 Milieueffectrapportage (MER) Delft Zuidoost
Plan: TU Midden en Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0021-2001

6.1 Milieueffectrapportage (MER) Delft Zuidoost

6.1.1 Algemeen

In paragraaf 1.4 werd kort ingegaan op de relatie van het bestemmingsplan met het MER Bestemmingsplannen Delft Zuidoost. In dit MER zoals aanvaard door de gemeenteraad van Delft op 24 februari 2011 (kenmerk B02023/CE0/0H7/000052) en de aanvulling d.d. 29 juni 2011 (kenmerk B02023.000052.001) zijn de milieueffecten van de ontwikkelingen in Delft Zuidoost onderzocht.

In het MER zijn drie alternatieven onderzocht voor de ontwikkelingen in het gebied Delft Zuidoost. De alternatieven zijn:

  • alternatief ‘Verspreid’, waarbij 4.800 woningen worden gerealiseerd en de projecten verspreid zijn over het hele plangebied.
  • alternatief ‘Rondom OV’, waarbij 4.800 woningen worden gerealiseerd en de projecten zich rondom de OV-haltes concentreren.
  • alternatief ‘Maxi’, waarbij de maximale ruimte uit het MER Ruimtelijke Structuurvisie Delft 2030 wordt benut (7.680 woningen). Daarbij worden alle bouwvlakken van de beide andere alternatieven
    samen maximaal benut.

Het MER heeft geresulteerd in een voorkeursalternatief (VKA) gebaseerd op het alternatief 'Rondom OV' inclusief Pauwmolen met maximaal 4.800 woningen.

6.1.2 Toetsingsadvies Commissie voor de m.e.r.

De onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage heeft op 25 juli 2011 een positief advies over het MER inclusief de aanvulling d.d. 29 juni 2011 uitgebracht. De Commissie is van oordeel dat het MER en de aanvulling op hoofdlijnen de essentiële informatie bevatten om een besluit te kunnen nemen over de bestemmingsplannen voor Delft-Zuidoost. Zij gaat er wel van uit dat bij de verdere uitwerking van het voornemen in de later vast te stellen bestemmingsplannen de milieuaspecten gedetailleerder in beeld zullen komen.

6.1.3 Relatie MER - bestemmingsplan TU Midden en Noord

In het bestemmingsplan TU Midden en Noord zijn geen ontwikkelingen gefaciliteerd, die in het MER onderzocht zijn. Dat hangt samen met het consoliderende karakter van dit AUB-bestemmingsplan.

Wel kan het deelgebied TU midden west genoemd worden als beoogde ontwikkelingslocatie. Dit betreft globaal genomen een gebied rondom de Leeghwaterstraat, Balthasar v.d. Polweg, Feldmannweg en Cornelis Drebbelweg. Omdat de voornemens voor dit gebied nog onvoldoende uitgekristalliseerd zijn, worden deze niet meegenomen in dit AUB-bestemmingsplan. Dit geldt ook voor TU Noord-Botanie. Als deze plannen verder uitgewerkt zijn, zullen hiervoor een aparte ruimtelijke procedures worden doorlopen.

Geconcludeerd wordt daarom dat voor het bestemmingsplan TU Midden en Noord niet in nader detail op het MER ingegaan kan worden en hoeft te worden.