direct naar inhoud van 6.2 Water
Plan: Schieoevers Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0016-2001

6.2 Water

6.2.1 Bestaande situatie

Het plangebied valt binnen de Hoge en Lage Abtswoudsepolder, de Zuidpolder van Delfgauw en bestaat uit een deel boezemland. De Delftse Schie maakt deel uit van de boezemstructuur en is een belangrijke vaarweg. In het plangebied is beperkt oppervlaktewater aanwezig.

6.2.1.1 Waterkeringen

Het plangebied bevindt zich aan weerszijden van de Schie. In het plangebied bevinden zich drie waterkeringen, waarvan twee boezemkades en één polderkade. In het westelijk deel ligt een waterkering direct langs de Schie en in het oostelijk deel grotendeels op de Rotterdamseweg. De polderkade ligt parallel ten zuiden van de Rijnweg, vanaf de Schie richting het spoor.

De exacte liggingen van de waterkeringen zijn vastgelegd in de Legger van het Hoogheemraadschap van Delfland.

6.2.1.2 Waterkwantiteit

Het plangebied valt voor wat betreft het westelijk deel (ten westen van de Schie) binnen de watereenheden van de Hoge en Lage Abtswoudsepolder. Het oostelijk deel (ten oosten van de Schie) is grotendeels boezemland en valt deels binnen de watereenheid van de Zuidpolder van Delfgauw.

Het plangebied beslaat een aantal in hoogte variërende peilgebieden. De vigerende peilgebieden zijn vastgelegd in de peilbesluiten van het Hoogheemraadschap van Delfland.

In het plangebied is met uitzondering van de Schie beperkt oppervlaktewater aanwezig. De Schie en het water binnen het Kruithuis maken deel uit van de boezemstructuur.

Naast de Schie zijn er watergangen rondom het Kruithuis, aan de westzijde van het plangebied langs het spoor en aan de oostzijde voornamelijk langs de Rotterdamseweg.

De watergangen staan op de afbeelding weergegeven. Op het bedrijventerrein tussen de Rotterdamseweg en de Schie is een overkluisde primaire watergang aanwezig. Deze staat met een functieaanduiding water in de bestemming Bedrijventerrein op de verbeelding weergegeven.

Op het voormalige NSD-terrein, de Drukkerijlaan en de Laan van Braat, bevindt zich een grindkoffer onder het wegdek. Deze grindkoffer heeft als functie vervangende oppervlaktewaterberging. Deze berging is op verzoek het Hoogheemraadschap aangelegd maar is formeel niet als zodanig vergund. Op dit moment watert deze berging af op het boezemwater. In de toekomst zal bekeken worden of het systeem kan lozen op de Hoge Abtswoudsepolder.

6.2.1.3 Waterkwaliteit en ecologie

Over de waterkwaliteit is momenteel geen informatie voorhanden, maar er zijn geen klachten over dit gebied bekend. Er zijn geen natuurvriendelijke oevers in het gebied aanwezig.

6.2.1.4 Afvalwater en riolering

Het plangebied is hoofdzakelijk gescheiden gerioleerd. Dat houdt in dat het afvalwater gescheiden van het regenwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringinrichting. Regenwater wordt op het oppervlaktewater of in de bodem geloosd.

De bebouwing van de Hooikade, Zuideinde en de Abtwoudseweg is gemengd gerioleerd. In het gebied van de Rotterdamseweg is een gemengd rioolstelsel aanwezig. Afhankelijk van de ouderdom van de bebouwing zijn delen gescheiden gerioleerd. In de nabije toekomst wordt ter hoogte van de Rotterdamseweg een gescheiden rioolstelsel aangelegd, waarbij het publiek gebied wordt afgekoppeld. In de Crommelinlaan bevindt zich één overstort vanuit het gemengde rioolstelsel. Nooduitlaten bevinden zich bij de Rijnweg en de Van Barenstraat. Al deze voorzieningen lozen op de boezem.

6.2.1.5 Grondwater

Ten aanzien van het aspect grondwater zijn geen problemen bekend in het plangebied.

De gemeten grondwaterstanden van de Schieweg geven geen aanleiding om maatregelen te treffen om de grondwaterstand te reguleren. Bij de Rijnweg is de ontwateringsdiepte 0,80 m. De gemeten grondwaterstanden van de Rotterdamseweg geven een goede ontwateringsdiepte, ook hier zijn geen maatregelen noodzakelijk.

6.2.1.6 Gemalen en persleidingen

In het plangebied is een gemaal op het Crommelinplein gelegen en twee vrijveval verbindingen naar Voorhof (rioolgemaal Slauerhofflaan).

De gemalen aan het Marcellus Emantspad (oppervlaktewatergemaal voor de Hoge en Lage Abtswoudsepolder) en Balthasar van der Polweg (oppervlaktegemaal voor de Zuidpolder van Delfgauw) en de stuwen aan Vulcanusweg en twee aan de Rotterdamseweg zijn juist buiten het plangebied gelegen.

Ten behoeve van het warmtebedrijf wordt in het plangebied een transportleiding gerealiseerd. Deze loopt van oost naar west, ter hoogte van de Engelsestraat, de Schieweg en ten noorden van de Nieuwe Haven.

Het tracé van de rioolwaterpersleiding van het gemaal Zuidplantsoen (+ Lansingerland) loopt over het Abtswoudsepad en de Abtswoudseweg en de Schie ten noorden van de Abtswoudsebrug. Voor zover deze leiding in het plangebied ligt, is deze ook aangeven met een arcering op de plankaart.

6.2.2 Beleid en onderzoek

Water is de afgelopen decennia een belangrijk item geworden in ruimtelijke plannen. Dit is terug te vinden in tal van regelingen op Europees, landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau, zoals:

  • Europese kaderrichtlijn Water (2000),
  • Nationaal waterplan 2009-2015,
  • SVIR (Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 2012),
  • Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2012-2015,
  • Kaderrichtlijn Water,
  • Gemeentelijk Rioleringsplan Delft 2012-2015.

Waterplan Delft, een blauw netwerk (2000)

De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben samen het Waterplan Delft, een blauw netwerk (2000) opgesteld. Het plan richt zich op het realiseren van gezonde en veerkrachtige watersystemen. Daarmee worden systemen bedoeld, waarvan de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit past bij de (natuurlijke) situatie ter plaatse en dat verstoringen in het systeem relatief makkelijk kunnen worden opgevangen.

Waterstructuurvisie (2005)

De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben tevens gezamenlijk de Waterstructuurvisie (2005) opgesteld. Het doel van de Waterstructuurvisie is om het watersysteem van Delft over 25 jaar optimaal te laten functioneren. En richt zich met name op het waterbergingsvraagstuk. Hierbij wordt uitgegaan van de principes van duurzaam integraal waterbeheer en een werknorm voor waterberging van 325 m3/ha. De realisatie hiervan wordt zoveel mogelijk meegenomen bij de ontwikkelingen en herstructureringen die de komende decennia in Delft plaatsvinden. Daarnaast wordt in de waterstructuurvisie een betere waterkwaliteit nagestreefd conform de ambities van het waterplan. Een nieuwe watervisie wordt naar verwacht in 2013 vastgesteld. De plannen zijn nog niet voldoende concreet dat hierop kan worden geanticipeerd.

Waterbeheersplan 2010-2015

Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft haar beleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2010-2015. Dit beleid is formeel vastgelegd in de Keur en de legger. Het verbeteren van de waterkwaliteit en het vergroten van de bergingscapaciteit zijn belangrijke pijlers binnen dit beleid. In het kader van het project ABC-Delfland is de waterbergingseis voor stedelijk gebied vastgesteld op 325 m3/ha.

Watertoets

De Watertoets door het Hoogheemraadschap van Delfland is erop gericht ruimtelijke functies en waterhuishoudkundige mogelijkheden optimaal op elkaar aan te laten sluiten. In het kader van deze verplichte watertoets vindt overleg plaats tussen de gemeente en het Hoogheemraadschap van Delfland. Dit bestemmingsplan is met het Hoogheemraadschap besproken en het Hoogheemraadschap heeft ingestemd met de toelichting.

6.2.3 Gewenste ontwikkeling

In de Waterstructuurvisie zijn diverse maatregelen benoemd ter verbetering van de waterhuishouding. Het binnen het plangebied te realiseren watersysteem maakt onderdeel uit van een groter geheel. In het plangebied moet een robuuste, goed te onderhouden en natuurvriendelijke waterstructuur worden gerealiseerd.

Concreet betekent de waterstructuurvisie voor het westelijke deel van het plangebied dat ook hier een waterstructuur wordt gerealiseerd. Op termijn zal het watersysteem verbonden worden met het bestaande watersysteem aan de westzijde van het spoortracé. Bij het koppelen van nieuwe en bestaande waterlopen in het gebied onderling en met waterlopen in omringende gebieden moet rekening gehouden worden met de aanwezige waterpeilen. Gelet op de huidige functies met weinig openbare ruimte is dat een lastige opgave en kan dit alleen bij herstructurering plaatsvinden.

De waterstructuurvisie betekent voor het oostelijk deel van het plangebied dat voorgesteld wordt een waterloop achter de Balthasar van der Polweg - als verbinding met de waterloop langs de Rotterdamseweg - aan te leggen. Deze verbinding maakt het rondstromen van water in de Zuidpolder mogelijk. De bestaande watergang aan de Balthasar van der Polweg wordt opgedeeld in een deel voor schoon water en deel waarin een vuilwateroverstort kan plaatsvinden. De aanleg van deze verbinding moet meegenomen worden in (het overleg over) de plannen voor de ontwikkeling van het TU-middengebied.

Plaatselijk worden ook natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. Naast de ecologische functie dragen deze oevers ook bij aan het vergroten van het zelfreinigend vermogen van het oppervlaktewater en waterberging.

Het oostelijke deel van het plangebied Schieoevers Noord is gesitueerd binnen Delft Zuidoost waarvoor de 'Project-m.e.r. bestemmingsplannen Delft Zuidoost' is opgesteld. Dit document is in 2011 aanvaard door de gemeenteraad van Delft. Het oostelijke deel van het plangebied Schieoevers Noord wordt in de project-m.e.r. 'Schieoevers noordoost' genoemd.

Wenselijk zijn de alternatieven met compacte bebouwing met relatief veel ruimte voor water en groen.

In het kader van klimaatadaptatie zijn het behouden en versterken van de ecologische structuur en de realisatie van de waterstructuur van groot belang.

Vanuit milieuoogpunt is de ambitie om zowel langs het spoortracé, als langs de Schie een watergebonden ecologische zone te realiseren. De zone langs de Schie kan het kerngebied Kruithuis verbinden met het nog te ontwikkelen park nabij de Mercuriusweg. Het water als ecologische zone aan de Schiezijde van het plangebied, geeft het bedrijventerrein meer kwaliteit en zal een aantrekkende werking hebben op bedrijven die zich met water en groen associëren.

In de gebiedsvisie Schieoevers is de ambitie opgenomen om de recreatieve groen blauwe fietsroute op de westoever van de Schie (onderdeel Stad aan de Schie) te realiseren. Tevens is in deze visie opgenomen het realiseren van een robuuste, goed te onderhouden waterstructuur.

Indien op ontwikkelingslocaties een ontwikkeling zich voordoet waardoor ruimte vrijkomt voor de realisatie van de waterstructuur en wateropgave, dan speelt de gemeente hierop in. De betekenis van de Schie blijft behouden en verbeteringen voor beroeps- en recreatievaart worden toegestaan en bevorderd waar de waterkwaliteit dat toelaat.

In het bestemmingsplan wordt ook de Gelatinebrug mogelijk gemaakt. Deze brug wordt geschikt voor fietsers en voetgangers. Voor het realiseren van de brug moet worden gewerkt in wateren en waterkeringen hiervoor is een watervergunning vereist, hiervoor is het Hoogheemraadschap van Delfland het bevoegd gezag.

De provincie heeft de wens om de Schie te verbreden ten behoeve van capaciteitsvergroting van de Schie voor goederenvaart van Rotterdam tot aan de keerhaven in Delft. Deze plannen zijn evenwel onvoldoende uitgekristalliseerd om op te kunnen nemen in voorliggend bestemmingsplan.

Verder wordt binnen de regels van de bestemming 'Bedrijventerrein' wateropvang mogelijk gemaakt.

6.2.3.1 Waterkeringen

De waterkeringen (waterstaatswerk met beschermingszones) zijn in het bestemmingsplan Schieoevers Noord planologisch beschermd door middel van een dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' op de verbeelding en in bijbehorende regels. De waterkeringen op de verbeelding zijn gebaseerd op het geldende beleid van het Hoogheemraadschap van Delfland. Wenselijk is de waterkering ter hoogte van het Kruithuis te wijzigen omdat het binnenwater boezemwater is. Tevens heeft de gemeente de wens om de oostelijke waterkering zoveel mogelijk naar de oever te brengen. Maar deze plannen zijn nog niet voldoende concreet om in het bestemmingsplan op te nemen.

Naar verwachting wordt in 2013 de Legger regionale waterkeringen vastgesteld door het Hoogheemraadschap van Delfland.

6.2.3.2 Waterkwantiteit

In het kader van het waterplan zijn meerdere maatregelen gepland en deels ook al uitgevoerd. Vanuit het waterplan ligt er een opgave om op polderniveau te voldoen aan de werknorm voor waterberging voor stedelijk gebied van 325 m3/ha. Voor het boezemgebied ten oosten van de Schie geldt geen waterbergingsopgave. Het Hoogheemraadschap van Delfland realiseert met de ABC-Boezemmaatregelen op regionale schaal voldoende waterberging.

Het gebied ten westen van de Schie maakt deel uit van de Hoge- en Lage Abtswoudsepolder. Vooralsnog wordt er van uit gegaan dat er een bergingsoverschot aanwezig is in de Lage Abtswoudsepolder. De verwachting is dat in de Hoge- en Lage Abtswoudsepolder voldaan kan worden aan de noodzakelijke hoeveelheid waterberging. Maar omdat de interactie beperkt is, is het streven om op het bedrijventerrein meer water te bergen. De norm van 325 m3/ha is het uitgangspunt bij herstructureringen. In kwalitatief opzicht gaat het om een robuuste, goed te onderhouden waterstructuur die bijdraagt aan de uitstraling van het gebied, met zo veel mogelijk ecologische meerwaarde en met zo min mogelijk hinder voor de bedrijvigheid.

Voor het oostelijke deel van het plangebied is in de project-m.e.r. omschreven dat vanuit het uitvoeringsprogramma van het waterplan en de Waterstructuurvisie niet volledig aan de benodigde toekomstige waterberging wordt voldaan. Derhalve zal vanuit het klimaatadaptatieprogramma en de Watergebiedsstudie van het hoogheemraadschap invulling gegeven worden aan een duurzaam watersysteem.

Op dit moment is - afgezien van de Schie - een geringe hoeveelheid oppervlaktewater in Schieoevers Noord aanwezig. Dit bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard. De waterstructuur blijft hetzelfde als in de huidige situatie.

6.2.3.3 Waterkwaliteit en ecologie

Binnen het plangebied worden geen maatregelen uitgevoerd om de waterkwaliteit te verbeteren.Het hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit.

Vanuit de Kader Richtlijn Water (KRW) bestaat de wens om langs de oostboezem van de Schie natuurvriendelijke oevers aan te leggen. Door ruimtegebrek is dit hier niet mogelijk. Voor andere KRW-maatregelen ligt de verantwoordelijkheid bij provincie.

6.2.3.4 Onderhoud en bagger

Voor het plangebied zijn geen bijzondere eisen als het gaat om beheer en onderhoud. Het onderhoud aan de watergangen wordt deels varend en deels vanaf de kant uitgevoerd. Varend materieel wordt doorgaans vanaf bruggen te water gelaten. Maaisel wordt afgevoerd. In het stedelijk gebied is het doorgaans niet mogelijk om bagger vanuit de watergangen op de kant te zetten. Daar waar dit wel kan, wordt dit toegepast, voor de overige locaties geldt dat de bagger wordt afgevoerd naar een lokaal baggerdepot of een regionale verwerkingsinrichting.

In het kader van de overdracht van taken in het waterbeheer zijn tussen Delft en Delfland afspraken gemaakt over het onderhoud van de watergangen. Uitgangspunt daarbij is dat het beheer op dezelfde wijze wordt voortgezet.

Het onderhoud van de oevers is conform de afspraken uit het herpolderdossier. Hierin is bepaald dat onderhoud van de oever de verantwoordelijkheid is van de aangrenzende perceel eigenaar. Een uitzondering hierop is de Schie waar de oever tot de vaarweg behoort, hier is het onderhoud de verantwoordelijkheid van de provincie.

Voor delen van de Nieuwe haven en De Kolk ligt het onderhoud bij de gemeente vanwege de afmeervoorzieningen.

6.2.3.5 Afvalwater en riolering

In het plangebied is sprake van en een grotendeels gescheiden rioolstelsel. Het afvalwatersysteem en de wijze van afvoeren veranderen niet. In de toekomst is een overstortvoorziening ter hoogte van de Abtswoudsebrug (Schieweg) noodzakelijk.

Ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan wordt de herinrinchting van de Rotterdamseweg onderzocht. Hierin wordt een aangepast maatregelenprogramma uitgevoerd om aan de basisinspanning van het Gemeentelijk Riolerings Plan te voldoen.

Het plangebied is grotendeels bebouwd. Waterdoorlatende verharding is wenselijk bij nieuwe ontwikkelingen.

6.2.3.6 Grondwater

Vanuit het aspect grondwater zijn geen nadere aandachtspunten.

Voor het oostelijke deel van het plangebied geldt volgens de project-m.e.r. voor alle alternatieven dat er weinig ruimte is voor infiltratie. Voor een klimaatbestendiger invulling dienen riolering, ontwatering (grootschalig of kleinschalige drainage en oppervlaktewater) en infiltratie meer in evenwicht te worden gebracht.

6.2.4 Conclusie

Het watersysteem in het plangebied voldoet aan de wet- en regelgeving ten aanzien van water.

In het kader van de verplichte watertoets vindt overleg plaats met het Hoogheemraadschap Delfland. In het bestemmingsplan zijn de Schie en de hoofdwatergangen bestemd als 'Water' en de waterkeringen als 'Waterstaat – Waterkering'.