direct naar inhoud van Artikel 9 Kantoor
Plan: Zuidwest 3 Tanthof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0015-2001

Artikel 9 Kantoor

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. bijbehorende voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van Artikel 36 en de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • b. dakkapellen zijn niet toegestaan aan de voor- en zijkant van het gebouw;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang aanwezig te zijn;
  • d. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)'.
9.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van Artikel 36 en de volgende bepalingen:

  • a. fietsenstallingen zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • b. voor het overige zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1, sub b voor dakkapellen aan de voor-, en zijkant van het 'hoofdgebouw' waarvan de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de 'maximale bouwhoogte (m)'.

9.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 9.3.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien de gebruiksmogelijkheden en verblijfskwaliteit van de aangrenzende en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden aangetast. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan:

  • a. de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen;
  • b. de privacy;
  • c. de stedenbouwkundige kwaliteit voor wat betreft het straatbeeld en de samenhang van gootlijn, noklijn en kapprofiel, met dien verstande dat een dakkapel van maximaal een derde van de oppervlakte van het dakvlak waarin hij wordt geplaatst in ieder geval is toegestaan.
9.4 Specifieke gebruiksregels
9.4.1 Milieucategorie

De in lid 9.1 genoemde functie is uitsluitend toegestaan voorzover zij behoort tot categorie 1 van de LvB.

9.5 Afwijken van de gebruiksregels
9.5.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 9.4.1 om kantoren uit categorie 2 van de LvB mogelijk te maken;
  • b. het bepaalde in lid 9.4.1 om kantoren toe te laten die niet genoemd worden in de LvB.
9.5.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in dit lid bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 1 en indien de kwaliteit van de leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, verkeer en economisch functioneren.