direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Zuidwest 3 Tanthof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0015-2001

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. ondersteunende horeca;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin' een speeltuin;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'sportzaal' een sportzaal;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' een kinderboerderij;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' een woonfunctie;
  • g. ter plaatse van de aanduing 'specifieke vorm van maatschappelijk – veehouderij' een veehouderij;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - hek' een hek;
  • j. bijbehorende voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van Artikel 36 en de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • b. de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven maximale goothoogte van de gebouwen mag worden overschreden door vergrotingen van het gebouw, mits zij binnen het denkbeeldige kapprofiel passen, zoals dit in figuur 2 van bijlage 2 is gedefinieerd;
  • c. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)';
  • d. dakkapellen zijn niet toegestaan aan de voor- en zijkant van het gebouw;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang aanwezig te zijn;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - hek' is een hek toegestaan indien:
  • de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 meter.

10.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van Artikel 36 en de volgende bepalingen:

  • a. fietsenstallingen zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • b. voor het overige zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan;
  • c. bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zijn niet toegestaan.

10.2.3 uitzondering op de bouwregels

In afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 gelden de regels van Artikel 36 niet voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - hek'.

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1, sub d voor dakkapellen aan de voor-, en zijkant van het 'hoofdgebouw' waarvan de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de 'maximale bouwhoogte (m)'.

10.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 10.3.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien de gebruiksmogelijkheden en verblijfskwaliteit van de aangrenzende en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden aangetast. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan:

  • a. de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen;
  • b. de privacy;
  • c. de stedenbouwkundige kwaliteit voor wat betreft het straatbeeld en de samenhang van gootlijn, noklijn en kapprofiel, met dien verstande dat een dakkapel van maximaal een derde van de oppervlakte van het dakvlak waarin hij wordt geplaatst in ieder geval is toegestaan.
10.3.3 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2, sub c voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom'.

10.3.4 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 10.3.3 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien geen onevenredige verslechtering van de groeiomstandigheden van de monumentale boom optreedt.

10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Milieucategorie

De in lid 10.1 genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan voorzover zij behoren tot categorie 1 en 2 van de LvB met uitzondering van voorzieningen die in de LvB een kader om de categorie hebben. Bij categorie 1 zijn scholen, gymzalen, kinderopvang, huisartsenpraktijken, gezondheidscentra, buurthuis/buurtcentrum, bibliotheken en nutsvoorzieningen tot en met categorie 2 toegestaan.

10.4.2 Verticale bestemming

De in lid 10.1, sub g genoemde functie is slechts toegestaan op de verdiepingen.

10.5 Afwijken van de gebruiksregels
10.5.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 10.4.1 om de in lid 10.1 genoemde functies uit categorie 3.1 van de LvB mogelijk te maken;
  • b. het bepaalde in lid 10.4.1 om de in lid 10.1 genoemde functies toe te laten die niet genoemd worden in de LvB.
10.5.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 10.5.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 2 en indien de kwaliteit van de leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, verkeer en economisch functioneren.

10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.6.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
10.6.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 10.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.