direct naar inhoud van Artikel 7 Groen
Plan: Zuidwest 3 Tanthof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0015-2001

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen, groenvoorzieningen, ecologische voorzieningen en ecologische structuren;
  • b. recreatieve voorzieningen;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. water;
  • e. langzaam verkeersroutes;
  • f. kunstwerken;
  • g. bijbehorende voorzieningen
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' een nutsvoorziening;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' is een tunnel toegestaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - vpi' is een vpi toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' is een bijgebouw toegestaan;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - hek' is een hek toegestaan;
  • m. voorzieningen voor het stallen van fietsen;
  • n. geluidwerende voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de regels van Artikel 36 en de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken ter plaatse van aanduiding 'monumentale boom' niet zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang aanwezig te zijn;
  • c. leidingen zijn uitsluitend onder maaiveld toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de functie water de leidingen minimaal 1,3 m onder de slootbodem moeten worden aangelegd;
  • d. de maximale oppervlakte van een speelvoorziening is 300m2;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - hek' is een hek toegestaan indien:
  • de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 meter.

7.2.2 Uitzondering bouwregels

In afwijking van het bepaalde in lid 7.2.1 gelden de regels van Artikel 36 niet ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen- vpi' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - hek' .

7.2.3 Gebouwen

gebouwen zijn niet toegestaan met uitzondering van:

  • a. nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' waarvan de bouwhoogte maximaal 4 m mag bedragen, tenzij dit ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' anders is aangegeven;
  • b. fietsenstallingen indien:
  • er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden.
  • c. een vpi, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen -vpi' indien:
  • de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m;
  • de oppervlakte niet meer bedraagt dan 140 m2
  • d. een bijgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' indien:
  • de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
  • de oppervlakte niet meer bedraagt dan 8 m2.

7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1, sub a voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom'.

7.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 7.3.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien geen onevenredige verslechtering van de groeiomstandigheden van de monumentale boom optreedt.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 om parkeren mogelijk te maken.

7.4.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegdgezag past de in lid 7.4.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien de ruimtelijke kwaliteit niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan de relatie tot de openbare ruimte en belendende percelen, groen, ecologie, water en verkeer.

7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.

7.5.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 7.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.