Plan: | Binnenstad 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0014-2001 |
Het plangebied beslaat de binnenstad van Delft en omvat een veelheid aan centrumfuncties (detailhandel, horeca, wonen, maatschappelijke voorzieningen, kantoren, bedrijvigheid). Het is bij uitstek een gebied met functiemenging, juist om de ruimte zoveel mogelijk doelmatig te benutten. Binnen het plangebied worden daarom op de percelen die bestemd zijn voor bedrijvigheid bedrijven uit milieucategorie 1 en 2 algemeen toelaatbaar geacht. Dit zijn bedrijven die in een gemengd direct naast woningen aanwezig kunnen zijn zonder ruimtelijk relevante milieuhinder te veroorzaken.
Voor het inpassen van milieuhinderlijke activiteiten heeft de VNG in 2007 de handreiking “Bedrijven en milieuzonering” opgesteld. In 2009 is hierop een herziening uitgekomen. In deze handreiking worden activiteiten op SBI-code ingedeeld in milieucategorieën met elk een eigen hinderafstand, deze staan in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten (LvB), bijlage 1 bij de regels. De lijst gaat uit van een gemiddelde bedrijfsvoering. Aangezien elk bedrijf met eigen technieken en manieren kan werken, zijn de hinderafstanden indicatief en worden daarom richtafstanden genoemd. De handreiking is bedoeld voor nieuwe situaties en niet voor de beoordeling van bestaande situaties. De afstanden uit de handreiking geven echter wel een indicatie van de afstanden die ter voorkoming van hinder gewenst zijn. Hoewel de afstanden in de bestaande situatie kleiner zijn dan de in de VNG-handreiking aanbevolen afstanden, levert dat in de praktijk in Delft geen ernstige knelpunten op. Het gaat om een reeds lang bestaande en historisch gegroeide situatie.
Omdat het bestemmingsplan consoliderend van aard is, worden er geen nieuwe bedrijfsbestemmingen of nieuwe gevoelige functies mogelijk gemaakt. De in het plangebied voorkomende bedrijfsactiviteiten zijn geïnventariseerd en ingeschaald op basis van de categorieën uit de Lijst van Bedrijfstypen.
Enkele reeds aanwezige bedrijven in het plangebied zijn zwaarder van aard dan in het algemeen aanvaardbaar wordt geacht. Deze bestaande bedrijven leveren geen onacceptabele hinder en worden in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt via een specifieke aanduiding (zie bijlage 2). Bij bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing kan zich op die locatie alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid. Op deze manier wordt onaanvaardbare hinder uitgesloten.
Op grond van de geldende milieuvergunning ingevolge de Wet milieubeheer geldt een zogeheten 'geurzone' voor DSM. Nieuwe ontwikkelingen zijn in beginsel niet toegestaan binnen deze zone. Omdat er in onderhavig bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt levert de zone geen beperkingen op voor het bestemmingsplan. Ter illustratie is een kaartje opgenomen van de geurzone in bijlage 8.
In dit bestemmingsplan wordt door de milieuzonering, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij de woningen en worden de bedrijven niet in hun functioneren belemmerd.