Plan: | Binnenstad 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0014-2001 |
In het plangebied zijn circa 1.500 bedrijven en instellingen gevestigd met in totaal ruim 6.000 netto (12 uur per week of meer) werkzame personen. Exclusief horeca en detailhandel betreft het circa 1.000 bedrijven en ruim 4.200 werkzame personen.
Een belangrijk deel van de bedrijven en kantoren bevindt zich in de sector advisering, onderzoek en zakelijke dienstverlening (circa 350 vestigingen met in totaal bijna 1.200 werkzame personen). Ook de sector cultuur, sport, recreatie maakt met circa 120 vestigingen en ruim 400 werkzame personen een belangrijk deel uit van de in de binnenstad aanwezige bedrijven en instellingen.
Nationaal beleid
Bedrijfslevenbeleid (Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie EL&I (2011)
Op rijksniveau zet het economisch beleid in op het investeren in een 9-tal topsectoren. De beleidsinitiatieven zijn gericht op het wegnemen van knelpunten die de ontwikkeling binnen deze topsectoren belemmeren. Knelpunten als de verbetering van het vakonderwijs, het wegnemen van handelsbelemmeringen, versterking van de infrastructuur, het afschaffen van onnodige regels en een soepeler instroom van kenniswerkers zullen vanuit het rijksbeleid worden geadresseerd. Daarnaast wordt over de gehele breedte van de rijksbegroting, inclusief bestaande middelen van het TNO en het NWO, € 1,5 miljard gericht op de 9 topsectoren (water, agrofood, tuinbouw, hightech, life sciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie).
Door de keuze van een beperkt aantal sectoren, moeten er meer krachtige onderzoeksinstellingen ontstaan, die aantrekkelijker zijn voor wetenschappers en bedrijven uit binnen- en buitenland. De € 1,5 miljard wordt in samenspraak met ondernemers en onderzoekers uit de topsectoren geïnvesteerd.
Anders dan voorheen, is er derhalve geen sprake meer van direct gericht regionaal economisch beleid vanuit de Rijksoverheid. Door de geografische concentratie van de verschillende topsectoren kan het rijksbeleid wel regionale werking krijgen.
Kansen voor kwaliteit en convenant bedrijventerreinen (2009)
In het rapport van de commissie Noordanus 'Kansen voor Kwaliteit' wordt een ontwikkelingsstrategie voor bedrijventerreinen beschreven. Op basis van dit rapport hebben de toenmalige ministeries van VROM, Binnenlandse Zaken en de provincies en gemeenten het convenant bedrijventerreinen 2010-2020 ondertekend.
Omdat in het bestemmingsplangebied 'Binnenstad' geen bedrijventerreinen zijn gesitueerd, wordt het rijksbeleid terzake hier niet verder uitgewerkt.
Provinciaal economisch beleid
Economische agenda voor de Zuidvleugel
De Zuidvleugel wordt gekenschetst als een unieke regio met een rijke historie aan sterke sectoren als Transport & Logistiek, Maritiem, Greenports, Chemie & Energie en Vrede, Recht & Veiligheid. De Zuidvleugel beschikt daarnaast over een groot aantal internationaal gerenommeerde kennisinstellingen die de basis hebben gelegd voor nieuwe innovatieve sectoren als Life Sciences & Health en Cleantech. Daarnaast kent de Zuidvleugel een aantal structurele sterktes als de grootste haven van Europa en de strategische ligging als toegangspoort voor Europa. De komende jaren staat de Zuidvleugel voor grote maatschappelijke uitdagingen (duurzaamheid, innovatievermogen, onderscheidend internationaal profiel). Een sterke, economische structuur is onontbeerlijk om die uitdagingen aan te gaan. In dat kader wenst de Zuidvleugel zich voor haar economische ontwikkeling vooral te focussen op de volgende 9 kansrijke stuwende sectoren: (1) Transport & Logistiek, (2) Chemie & Energie, (3) Greenports, (4) Vrede, Recht & Veiligheid, (5) Cleantech (6) Life Sciences & Health, (7) Pensioenen & Verzekeringen, (8) Maritiem en (9) ICT & Telecom.
Verordening Ruimte
In de Verordening Ruimte heeft de provincie een toetsingsinstrument voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Ten aanzien van de functie bedrijven richt de verordening zich met name op de bedrijventerreinen. Omdat hier in het plangebied geen sprake van is, wordt hierop niet nader ingegaan. Voor wat betreft de functie kantoren wordt in de verordening bepaald dat in bestemmingsplangebieden die buiten de invloedsfeer liggen van bestaande (nader aangeduide) haltes van het Zuidvleugelnetwerk, geen bestemmingen worden opgenomen die nieuwe kantoorbebouwing mogelijk maken. Omdat het overgrote deel van het bestemmingsplangebied deel uitmaakt van de invloedssfeer van NS-station Delft is deze beperking nauwelijks aan de orde voor de binnenstad. Wel bepaalt de verordening dat ten aanzien van de functie kantoren afstemming met het regionale kantorenprogramma moet plaatsvinden. Voorts bepaalt de verordening dat bij nieuwe kantorenlocaties met een omvang van minimaal 1 ha aan aaneengesloten percelen in de toelichting een verantwoording moet worden opgenomen die de behoefte als gevolg van vervangings- en uitbreidingsvraag duidelijk onderbouwt. Kantoorontwikkelingen van deze omvang zijn in het bestemmingsplangebied echter niet aan de orde.
Regionaal economisch beleid
Het Stadsgewest Haaglanden heeft onder andere als taak een locatiebeleid te voeren voor bedrijven, kantoren, detailhandel en toerisme/recreatie/leisure. Dit beleid wordt opgesteld in samenwerking met de gemeenten in de regio Haaglanden. De uitwerking van dit beleid is terug te vinden in het Regionaal Structuurplan (RSP) Haaglanden.
Kantorenstrategie Haaglanden (2007)
Het regionaal beleid voor kantoren is vastgelegd in een kantorenstrategie, die periodiek wordt geëvalueerd. De strategie is erop gericht vraag naar en aanbod van ruimte voor kantoorhoudende ondernemingen en instellingen de komende decennia met elkaar in evenwicht te houden op onderscheiden kwaliteitsniveaus en per deelperiode. De Kantorenstrategie 2007 borduurt voort op de Kantorenstrategie Haaglanden uit 2004. Het beleid zet in op realisatie van de resterende programmaopgave.
Inmiddels is de situatie op de kantorenmarkt drastisch veranderd. In de regio is sprake van een overaanbod aan kantoorruimte. Demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen ten aanzien van 'het nieuwe werken' lijken structurele wijzigingen met zich mee te brengen ten aanzien van de behoefte aan kantoorruimte. Een terughoudende opstelling ten aanzien van de toevoeging van aantal vierkante meters kantoorvloeroppervlak lijkt daarmee op zijn plaats. Een nieuwe regionale kantorenstrategie is in voorbereiding, waarbij de inzet zal zijn gericht op het terugdringen van leegstand en het in evenwicht brengen van vraag en aanbod.
Gemeentelijk beleid
Het gemeentelijk ruimtelijk economisch beleid is verwoord in de nota 'De economie van Delft: op weg naar 2015'. Deze nota geeft prognoses inzake de ruimtevraag van bedrijven en instellingen en de groeimogelijkheden van de Delftse economie. De hoofddoelstellingen van het gemeentelijk economisch beleid zijn: de groei van de werkgelegenheid minimaal gelijk op te laten gaan met de groei van de beroepsbevolking; kwaliteit en kwantiteit van werk in Delft te laten aansluiten op de samenstelling en opleidingsniveaus van de beroepsbevolking.
Liet de nota 'De economie van Delft: op weg naar 2015' nog zien dat voor de periode tot 2015 te weinig bedrijventerreinen en kantoorvolumes waren geprogrammeerd om aan de verwachte vraag te voldoen, inmiddels zijn de economische omstandigheden – zowel conjunctureel als naar het zich laat aanzien misschien zelfs structureel – zodanig gewijzigd dat er in ieder geval in de regio voldoende aanbod aan bedrijventerrein beschikbaar is om de Delftse vraag op te vangen. Ten aanzien van de kantorenvoorraad kan worden geconstateerd dat inmiddels sprake is van een leegstandpercentage van circa 14% wat aanzienlijk boven de frictieleegstand van 5 à 6% ligt.
Grote ontwikkelingen op het vlak van de functie kantoren worden in het bestemmingsplangebied niet voorzien. Wel kan er in incidentele situaties sprake zijn van de omzetting van het gebruik van een pand naar kantoorgebruik. Zolang de omvang van deze omzetting zich beperkt tot maximaal 1.000 m², past dit binnen de kaders die hierover regionaal en provinciaal zijn vastgelegd.
Met het bestemmingsplan wordt beoogd meer flexibiliteit mogelijk te maken en globaler te bestemmen. Deze wijze van bestemmen maakt het mogelijk dat in beperkte mate wijzigingen in het gebruik optreden. De verschillende te onderscheiden deelgebieden in de binnenstad zijn daarbij mede bepalend voor de mate waarin bedrijven en kantoren als functie een plaats in het gebied kunnen krijgen. Het accent zal daarbij liggen op de deelgebieden Creatief Grachtengebied en Centrumrand. Met name het gebied Creatief Grachtengebied biedt goede randvoorwaarden voor kleinschalig kantoor- en/of bedrijfsgebruik vanuit de creatieve sector. De toevoeging van een substantiële hoeveelheid vierkante meters kantoorvolume ligt echter niet voor de hand.
Bedrijven en kantoren kunnen in beperkte mate een plek vinden in de binnenstad. De dynamiek die het gebied kenmerkt vereist een flexibele en globale wijze van bestemmen, waarbij er een uitwisseling tussen functies kan plaatsvinden. De binnenstad kent daarbij wel deelgebieden met verschillende accenten. Met name in de delen Creatief Grachtengebied en Centrumrand zijn er voor de bedrijven en kantorenfunctie meer mogelijkheden.