Artikel 25 Algemene aanduidingsregels
25.1 beschermd stadsgezicht
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'beschermd stadsgezicht' als voorschrift aan de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen verbinden dat het bevoegd gezag in de gelegenheid dient te worden gesteld om bouwhistorisch onderzoek te doen.
25.2 vrijwaringszone - molenbiotoop
25.2.1 Molenbiotoop en molen in stedelijk gebied
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de volgende regels:
-
a. binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht en mag geen beplanting aanwezig zijn hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
-
b. binnen een afstand van 100 tot 400 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht en mag geen beplanting aanwezig zijn met een hoogte die meer bedraagt dan 1/30 van de afstand van het bouwwerk tot het middelpunt van de molen;
-
c. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit lid onder a en b, indien:
-
1. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing;
-
2. toepassing van de in dit lid onder a bedoelde afstands- en/of hoogtematen de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden;
-
d. indien op grond van hoofdstuk 2 of Artikel 26 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m c, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2.
25.3 vrijwaringszone - bomenstructuur
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - bomenstructuur' zijn de gronden, naast de hoofdbestemming, bestemd voor behoud en herstel van de bomenstructuur.
25.4 vrijwaringszone - monumentale boom
25.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.5.1 Verbod
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
-
b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
-
c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
-
d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
-
e. het aanbrengen van drainage;
-
f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
25.5.2 Uitzondering verbod
Het verbod als bedoeld in lid 25.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
-
a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, en/of
-
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
25.6 geluidzone - industrie
Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige objecten worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld en gebouwd wordt met inachtneming van die hogere waarde.
25.7 vrijwaringszone - straalpad
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' mag de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer dan 40 m bedragen.