Plan: | Bedrijventerreinen Delft Noord (DSM) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0013-2002 |
DSM
DSM is één van de leidende bedrijven in de wereld op het gebied van biotechnologie. Het DSM-terrein zal de komende jaren worden herontwikkeld. Hiervoor heeft DSM de visie "DSM in Delft, dat werkt!" opgesteld.
De verdere ontwikkeling van het terrein tot een hoogwaardig bedrijventerrein voor biotechnologie sluit aan bij het economisch beleid van het rijk en de lagere overheden. Dat beleid is gericht op de ontwikkeling van een innovatieve en kennisgedreven economie die mee kan spelen op Europese schaal. Een belangrijk speerpunt is de ontwikkeling van een biobased economy: een economie waarin bedrijven toepassingen vervaardigen uit groene grondstoffen (biomassa). Het DSM-terrein speelt daarbij een belangrijke rol. DSM maakt deel uit van de kennisas.
In de gemeentelijke structuurvisie wordt ingezet op het ontwikkelen van het DSM-terrein tot een integraal onderdeel van TIC-Delft (de Technologische Innovatiecampus Delft). TIC-Delft is de term waarmee de samenballing van kennis en concentratie van kenniswerkers, kennisbedrijven, wetenschappers, kennisinstituten en onderwijs binnen Delft wordt aangeduid. Het DSM gebied krijgt ruimte zich als onderdeel van TIC-Delft verder te ontwikkelen en is het ontwikkelingsgebied op het gebied van de biotechnologie.
Voor de ontwikkeling van TIC-Delft is in 2011 een masterplan opgesteld en het programmadocument Technologische Innovatiecampus Delft (2012). Daarbij is samengewerkt met de 14 belangrijkste kennispartners in Delft, waaronder DSM. Bij het programmadocument hoort een omvangrijk investeringsprogramma. De ontwikkeling van een biotechpark op het DSM-terrein is één van de sleutelprojecten van TIC-Delft. De locatie wordt ontwikkeld tot een park voor industriële en R&D-activiteiten op het gebied van biotechnologie en life sciences.
In de visie "DSM in Delft, dat werkt!" (DSM, 2009) zijn de plannen van DSM tot 2030 beschreven. DSM richt zich op de verdere ontwikkeling van biotechnologie. De visie gaat uit van behoud van de productie op de oost- en westzijde van de site ('DSM@Work') en een biotechpark (campus) op de westzijde met laboratoria, kleinschalige productiefaciliteiten en opschalingsactiviteiten. Bij de campus ligt het accent op onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Andere bedrijven die een relatie hebben met de activiteiten van DSM kunnen zich op het biotechpark vestigen.
Het nu nog niet gebruikte terreindeel langs de Provincialeweg wordt bij het terrein gevoegd. Deze gronden zijn eigendom van DSM en onderdeel van het gezoneerde industrieterrein. De strook grond is ca. 4 ha. groot. Het bestaande DSM-terrein heeft een omvang van ruim 30 ha.
figuur 4: Industriële Biotech Campus en DSM@Work |
Bestemmingsplan
Voor het functioneren van het terrein en het verder ontwikkelen daarvan is het van belang dat het bestemmingsplan voldoende flexibel is en ontwikkelruimte biedt. Bepalend voor de ruimte die het bestemmingsplan kan bieden is de omgeving. Het terrein wordt omringd door woningen. Gelet op de hoge milieucategorie waar een deel van de huidige en nieuwe activiteiten onder valt en de korte afstand tot de woningen, mogen de ontwikkelingen geen onaanvaardbare gevolgen voor het woon- en leefklimaat hebben. Gebleken is dat de huidige situatie zoals vastgelegd in de milieuvergunning en met de geluidruimte van het gezoneerde industrieterrein geen knelpunten geven. Het aantal klachten per jaar is relatief beperkt. In de bestaande situatie is ondanks de vrij korte afstand tot de woningen sprake van een acceptabel woon- en leefklimaat. De bestaande milieuruimte is daarom voor het bestemmingsplan bepalend. Het bestemmingsplan staat nieuwe ontwikkelingen en veranderingen toe voorzover dat niet tot meer milieuhinder leidt dan mogelijk is op grond van de milieuvergunning en - voor geluid - de geluidruimte van het gezoneerde industrieterrein.
Voor het terrein is een flexibele bouwregeling opgenomen. In het bestemmingsplan is geen indeling van het terrein vastgelegd. Er geldt een maximaal bebouwingspercentage van 80%. De bouwhoogte loopt op van 15 meter aan de randen tot 40 meter op het midden van het terrein.
Bij de bedrijfsactiviteiten die het bestemmingsplan toestaat op het nu nog niet gebruikte terreindeel langs de Provincialeweg is uitgegaan van de woningen in de omgeving (inwaartse zonering). Vanaf de woningen zijn de afstanden bepaald die voor activiteiten moet worden aangehouden. De toegestane activiteiten lopen op van lichtere activiteiten bij de rand van het terrein tot zwaardere functies op het midden van het terrein.
Calvé
Het thans niet gebruikte Calvé-terrein is onderdeel van het gezoneerde industrieterrein en heeft in het bestemmingsplan een bedrijfsbestemming gekregen.
Oostelijk deel (ten noordoosten van het Rijn-Schiekanaal)
Voor het gebied ten oosten van het Rijn-Schie-kanaal is uitgegaan van de bestaande situatie. Het Van der Lee-terrein en de verder in dit gedeelte van het plangebied aanwezige kantoren, bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en woningen zijn in het bestemmingsplan opgenomen.