direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Bedrijventerreinen Delft Noord (DSM)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0013-2002

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

12.2 Bouwregels
12.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:

  • a. het aantal bouwlagen boven peil mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' is aangegeven;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a is per perceel een extra bouwlaag zijnde een kap/dakverdieping toegestaan binnen het denkbeeldige kapprofiel zoals dit in figuur 1 is gedefinieerd;
  • c. het denkbeeldige kapprofiel zoals dit in figuur 1 is gedefinieerd, mag worden overschreden door dakterrasafscheidingen op een afstand van tenminste 2 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' zijn boven het toegestane aantal bouwlagen uitsluitend dakterrasafscheidingen en voorzieningen voor de betreding van een dakterras, op een afstand van tenminste 2 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw, toegestaan;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen.
12.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen zijn toegestaan onder de voorwaarde dat 50% van de oppervlakte van de buiten het bouwvlak gelegen gronden met de bestemming 'Wonen' niet bebouwd is;
  • b. de diepte van een aan- en uitbouw aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag maximaal 3,5 m bedragen;
  • c. de diepte van een aanbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag maximaal 3,5 m bedragen, mits tussen aanbouw en perceelsgrens minimaal 1 m vrije ruimte resteert;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw bedragen vermeerderd met 0,4 m;
  • e. de bouwhoogte van aanbouwen aan de zijgevel mag maximaal de hoogte van twee aangrenzende bouwlagen van het bijbehorende hoofdgebouw bedragen vermeerderd met 0,4 m, mits de diepte van de aanbouw niet meer bedraagt dan 2,5 m en tussen aanbouw en perceelsgrens minimaal 1 m vrije ruimte resteert;
  • f. balkons en dakterrassen op aan- en uitbouwen zijn toegestaan;
  • g. voor het overige zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 12.2.1, sub a voor dakopbouwen en dakkapellen aan de voor-, en achterkant van het hoofdgebouw buiten het denkbeeldige kapprofiel zoals dit in figuur 1 is gedefinieerd, waarvan de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de nokhoogte van dit denkbeeldige kapprofiel;
  • b. het bepaalde in lid 12.2.1, sub b voor het bouwen van dakterrasafscheidingen in de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • c. het bepaalde in lid 12.2.2, sub d (resp. e) voor het bouwen van aan- en uitbouwen met een hoogte van 1,5 (resp. 2,5) bouwlaag, indien het hoofdgebouw een souterrain heeft.
12.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 12.3.1, sub a tot en met b/c bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien de gebruiksmogelijkheden en verblijfskwaliteit van de aangrenzende en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden aangetast. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan:

  • a. de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen;
  • b. de privacy;
  • c. de stedenbouwkundige kwaliteit voor wat betreft het straatbeeld en de samenhang van gootlijn, noklijn en kapprofiel, met dien verstande dat een dakkapel van maximaal een derde van de oppervlakte van het dakvlak waarin hij wordt geplaatst in ieder geval is toegestaan.
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Milieucategorie

De uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren tot categorie 1 van de LvB.

12.4.2 Parkeren

Alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' is parkeren toegestaan.

12.4.3 Aan-huis-gebonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

aan-huis-gebonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, voor zover:

12.5 Afwijken van de gebruiksregels
12.5.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 12.4.1 om de aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten uit categorie 2 van de LvB mogelijk te maken.
  • b. het bepaalde in lid 12.4.1 om de aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toe te laten die niet genoemd worden in de LvB.
12.5.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 12.5.1, sub a en b bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot categorie 1 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, mobiliteit, en economisch functioneren.