direct naar inhoud van 7.2 Ondergronds (kabels en leidingen)
Plan: Bomenwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0012-2001

7.2 Ondergronds (kabels en leidingen)

7.2.1 Bestaande situatie

In het plangebied liggen een aantal planologisch relevante leidingen. Het betreft:

  • een rioolpersleiding, strookbreedte aan weerszijden van 5 m;
  • een 150 kV tracĂ©, strookbreedte aan weerszijde van 5 m.

Over een klein deel van het plangebied loopt tevens een straalverbinding van de KPN met een strookbreedte aan weerszijden van 100 m. Binnen deze strook geldt een bouwhoogtebeperking van tot 70 m. Dit heeft geen gevolgen voor de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt.

7.2.2 Beleid en onderzoek

Het beleid voor leidingen en telecomvoorzieningen is grotendeels verwoord in het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4). Transport via buizen valt daarbij onder externe veiligheid. Ten aanzien van leidingen en telecomvoorzieningen zijn door de ministeries van VROM en EZ diverse circulaires en adviezen uitgebracht die betrekking hebben op risico's en gezondheidseffecten. Vooral wanneer sprake is van zoneringsmaatregelen is deze informatie relevant voor bestemmingsplannen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de aan te houden veiligheidszones met bouwbeperkingen langs leidingen.

Per 1 november 2003 is de watertoets wettelijk verankerd in het Besluit op de ruimtelijke Ordening. Deze toets houdt in dat de waterbeheerder het bestemmingsplan beoordeelt. Voor de beoordeling van ruimtelijke plannen heeft het Hoogheemraadschap Delfland de Handreiking watertoets 2004 opgesteld. In deze handreiking is voor wat betreft afvalwater en riolering opgenomen dat alle aanwezige en geprojecteerde rioolwatertransportleidingen en de gronden aan weerszijden daarvan als zodanig moeten worden bestemd. Daarbij moet minimaal rekening worden gehouden met de afstanden, zoals aangegeven in de Nota Planbeoordeling van de provincie Zuid-Holland. De provinciale nota Plan- beoordeling gaat uit van een minimale strookbreedte aan weerszijden van de leiding van 400 cm voor leidingen met een diameter van 100 tot 400 mm en 500 cm voor leidingen met een diameter van 400 tot 1800 mm.

7.2.3 Gewenste ontwikkeling

Vanwege de nieuwe bebouwing in de Wilgenzone zal een gedeelte van de bestaande rioolpersleiding worden verlegd. Het betreft het gedeelte vanaf de Appelstraat, zal worden verlegd richting het plein. De leiding zal dan tussen de gebouwen aan de Wilgenlaan worden gelegd.

Voor het plangebied worden met betrekking tot overige kabels en leidingen (en gedeelten daarvan) geen relevante ontwikkelingen verwacht. In het bestemmingsplan worden voor de betreffende leidingen de ligging van de hartlijn vastgelegd alsmede de bijbehorende zakelijke rechtstroken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de dubbelbestemmingen 'Leiding - Hoogspanning' en 'Leiding - Riool'. Bij de ontwikkelingen van de bouwplannen moet (en kan) met de specifieke regels van deze dubbelbestemmingen rekening worden gehouden.

7.2.4 Conclusie

De bestaande kabels en leidingen, voor zover planologisch relevant, worden in het plan bestemd en geregeld. Deze leveren geen belemmeringen voor de uitvoering van de overige planonderdelen, waar wordt aangetekend dat een gedeelte van een bestaande rioolpersleiding zal worden verlegd. Op de verbeelding is de nieuwe situatie ingetekend.