direct naar inhoud van 7.1 Bovengronds (verkeer en vervoer)
Plan: Bomenwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0012-2001

7.1 Bovengronds (verkeer en vervoer)

7.1.1 Bestaande situatie
7.1.1.1 Openbaar vervoer

Door de Bomenwijk zelf (plangebied) lopen geen lijnen van het openbaar vervoer. Het dichtstbijzijnde openbaar vervoer zijn de buslijnen 60 en 62. Deze buslijnen rijden beide overdag elk kwartier en hebben twee haltes langs de Van Miereveltlaan. De bussen verbinden de Bomenwijk met enerzijds station Delft en anderzijds Ypenburg/Nootdorp/Leidschenveen. Vanuit het midden van de wijk gemeten liggen de haltes op ongeveer 400 m afstand.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0012-2001_0019.png"

Afbeelding 7.1: Uitsnede OV-kaart.

7.1.1.2 Autoverkeer

Het plangebied wordt in het oosten begrensd door de A13. De rijksweg A13 heeft een pure verkeersfunctie, waarop een continue verkeersafwikkeling plaatsvindt met een relatief hoge snelheid (een stroomweg, max. 100 km/u). De Van Miereveltlaan is een belangrijke weg met een overwegende verkeersfunctie, waarop verkeer van en naar (woon)gebieden wordt gebundeld (een gebiedsontsluitingsweg, max. 50 km/u). De overige wegen behoren tot erftoegangswegen binnen de bebouwde kom. Heel de Bomenwijk (behoudens de Van Miereveltlaan) is als zone 30 km/u aangewezen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0012-2001_0020.jpg"

Afbeelding 7.2: Wegcategorisering Lokaal verkeers- en vervoersplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0012-2001_0021.jpg"

Afbeelding 7.3: Maximum snelheid per straat.

7.1.1.3 Langzaam verkeer (fietsers en voetgangers)

De Bomenwijk ligt dichtbij de regionale fietsroutes langs de Rijksweg A13. De fietsroutes over de Van Miereveltlaan, de Twee Molentjeskade en de Wilgenlaan behoren tot het stadsnetwerk. De Esdoornlaan behoort tot het wijknetwerk. Daarnaast verbindt de Twee Molentjeskade de stad met het recreatiegebied Delftse Hout.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0012-2001_0022.png"

Afbeelding 7.4: Primaire routes langzaam verkeer.

7.1.1.4 Parkeren

In de situatie voor de bouw (2009) lag de parkeerdruk in de gehele wijk op gemiddeld 84%. Er was toen met name sprake van langsparkeren en in de Lindenlaan waren enkele haakse parkeervakken gesitueerd, ter hoogte van de winkels. De Bomenwijk ligt dicht tegen het gereguleerde parkeergebied van de binnenstad en het gebied tussen de Oostsingel en van Mierenveldtlaan. Vanwege het betaald parkeren in die gebieden was er in de Bomenwijk vaak sprake van uitwijkend parkeergedrag. Met name de parkeerdruk in het gedeelte rond de Lindenlaan en het gedeelte Esdoornlaan tussen Lindenlaan en Lijsterbeslaan was er op koopavonden en koopzondagen vrij hoog.

7.1.2 Beleid en onderzoek

Delft, Op de fiets! - Fietsactieplan II (2005)

Het doel van het fietsactieplan is het fietsgebruik stimuleren om de fiets een serieus alternatief voor de auto te maken, om zo de stad goed bereikbaar te houden. In het actieplan staat centraal dat bij nieuwe of te herontwikkelen gebieden het Hoofdfietsnetwerk van Delft als uitgangspunt geldt.

Op netwerkniveau is het uitgangspunt een maaswijdte van fietsroutes tussen 100 – 300 m voor het wijknet, 300 – 400 m voor het stadsnet en 400 – 600 meter voor het regionale net. Het is belangrijk dat dit hoofdfietsnetwerk vastgesteld is, zodat het voor de fiets uitgangspunt vormt in ruimtelijke en planologische reserveringen. Een aantal ontbrekende schakels zal in het kader van het Lokaal verkeers- en vervoersplan (zie onder) en het Fietsactieplan II gerealiseerd worden. De Esdoornlaan maakt deel uit van het wijknetwerk.

Daarnaast wordt in het Fietsactieplan ingezet op voldoende stallingsmogelijkheden voor fietsen bij voorzieningen zoals winkels. Ook zijn onder voorwaarden zogeheten 'fietstrommels' bij woningen beleidsmatig mogelijk gemaakt.

Voor Bomenwijk noemt het Fietsactieplan geen specifieke maatregelen. Wel wordt ook in het Fietsactieplan de Tweemolentjesvaart (kade) als belangrijke historische route aangemerkt.

Lokaal verkeers- en vervoersplan

In het Lokaal verkeers- en vervoersplan (LVVP; juni 2005) zijn geen relevante ontwikkelingen opgenomen voor de Bomenwijk. De buurt bestaat louter uit erftoegangswegen en dit dient ook in de toekomst gehandhaafd te blijven. Het ligt in de planning om de van Mierenveldt laan te herinrichten als wijkontsluitingsweg. Dit heeft geen (negatieve) invloed op de ontsluiting van de Bomenwijk.

Nota parkeren en stallen (2006)

Het beleid over parkeren en stallen van Delft is in 2003 vastgesteld in de Nota "Parkeren en Stallen". Deze is in 2006 en 2009 geactualiseerd. De essentie van het beleid is dat voor nieuwe ontwikkelingen (zoals nieuwbouw en herontwikkeling) voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden om parkeerproblemen in de omgeving te voorkomen.

De Nota Parkeren en Stallen legt vast hoeveel parkeerplaatsen noodzakelijk zijn afhankelijk van het type functie. De nota geeft hiervoor parkeernormen, welke zijn gedifferentieerd naar de binnenstad, schilgebied rond de binnenstad en overig gebied. Deze parkeernormen zijn gebaseerd op kencijfers van het kennisinstituut CROW. Deze kencijfers zijn opgesteld aan de hand van parkeeronderzoeken door het hele land en zijn landelijk en juridisch geaccepteerd als realistisch en betrouwbaar.

Voor woningen heeft Delft eigen normen vastgesteld. Dezen kennen een differentiatie naar type woningen, zoals dat voor Delft gewenst is.

Het bestemmingsplan wijst parkeergelegenheden op eigen terrein aan. Dit gebeurt om te zorgen dat deze parkeergelegenheden daadwerkelijk behouden blijven voor parkeerdoeleinden. Parkeergelegenheid die is vastgelegd op de plankaart, moet in stand gehouden worden. Verbouwing of bebouwing van parkeergelegenheid is niet toegestaan. Dit draagt bij aan het beperken van de parkeerdruk op straat. Het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein wordt in mindering gebracht op het aantal te verkrijgen parkeervergunningen in gereguleerd gebied, bepaald middels vastgestelde voorwaarden en rekenfactoren.

Ook voor het parkeren van fietsen zijn normen vastgesteld. Voor nieuwbouw van woningen is in de Nota Parkeren en Stallen de volgende stallingsnorm voor fietsen en scootmobielen gesteld:

  • 1. per woning moet tenminste één, vanaf de straat toegankelijke afsluitbare bergruimte aanwezig zijn, waarvan de vloeroppervlakte ten minste 3,5 m² is en waarvan de breedte ten minste 1,5 meter is. De hoogte boven het vloeroppervlak moet ten minste 2,1 meter zijn. De drempelhoogte is maximaal 20 mm; óf,
  • 2. per woning moet ten minste één stallingsmogelijkheid voor 2 fietsen aanwezig zijn in een gemeenschappelijk overdekte stallingsvoorziening maximaal 50 meter van de woning, die in ieder geval vanaf de straat bereikbaar is.

Bewoners van oudere woningen die geen stallingsmogelijkheid op eigen grond hebben, kunnen een aanvraag indienen voor een fietstrommel.

Parkeren is een essentiële schakel in de bereikbaarheid: de auto wordt van een parkeerplaats weggereden en aan het einde moet de auto weer op een parkeerplaats stilgezet worden. De parkeerplaats moet op een duidelijke en gemakkelijke manier te vinden zijn. Te veel zoeken geeft extra onwenselijk verkeer en overlast. De parkeerplaats moet idealiter zo dicht mogelijk bij de bestemming. De auto moet op een aantrekkelijk en (sociaal) veilige plek geparkeerd kunnen worden. Daarnaast is een balans tussen parkeren en leefbaarheid, een goede prijs-/kwaliteitsverhouding en efficiënt dubbelgebruik voor verschillende doelgroepen van belang. In 2012 wordt de Nota Parkeerbeleidskader opgesteld, waarbij het parkeerbeleid voor de gehele stad bepaald wordt voor 5 à 10 jaar, gebaseerd op bovenstaande uitgangspunten. In de nota komt een uitvoeringsprogramma met verder uit te werken onderwerpen/projecten. Dit kan invloed hebben op het parkeren in het plangebied.

De Nota heeft verder aan de basis gelegen van afspraken over parkeren die in de Ontwikkelingsovereenkomst zijn opgenomen.

7.1.3 Gewenste ontwikkeling

Openbaar vervoer

De herstructurering van de Bomenwijk heeft geen gevolgen voor het openbaar vervoer. Andersom zijn er geen aanleidingen of voornemens om binnen de Bomenwijk voorzieningen voor openbaar vervoer te introduceren.

Ontsluiting / verkeersintensiteit

Wat betreft de intensiteiten wordt verwacht dat de omliggende wegen (Van Mierenveltlaan, Lindelaan en Esdoornlaan) het verkeer aankunnen. Daarnaast bestaat de verwachting dat er geen toename van het verkeer op de betreffende wegen zal ontstaan. Dit heeft voor een groot deel ook te maken met een extensivering van het programma in de Bomenwijk (ca. 600 woningen nu en ca. 500 in de eindsituatie).

Verder heeft de supermarkt hoofdzakelijk een wijkfunctie. Het is daardoor aannemelijk dat veel bezoekers van de supermarkt met de fiets of te voet zullen komen.

Wat betreft het laden lossen ter hoogte van de Lindelaan - Esdoornlaan zijn er contractuele afspraken gemaakt met de exploitant van de supermarkt over de inzet van een verkeersregelaar bij het keren van de vrachtwagen. De reden dat voor deze optie gekozen is, is dat daarmee de overlast van vrachtverkeer door de wijk aanzienlijk verminderd wordt. Een nadeel van de gekozen oplossing is dat er wel twee bomen gekapt moeten worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0012-2001_0023.png"

Afbeelding 7.5: Voorkeursroute bevoorrading supermarkt.

Langzaam verkeer

Bij het maken van het ontwerp van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met de aanwijzing van sommige wegen als onderdeel van een fietsnetwerk, één en ander conform het Fietsenactieplan II. Verder wordt expliciet aandacht besteed aan de benodigde stallingsruimte voor fietsen van bezoekers van de supermarkt en de bedrijven.

Parkeren

Bij de nieuwbouw dient voldaan te worden aan de nota parkeren en stallen. Verder is in de anterieure overeenkomst een parkeerbalans opgenomen. Die laat zien dat met het woningbouwprogramma uit het masterplan het parkeren in de wijk is opgelost. Tevens zijn er in de anterieure overeenkomst afspraken gemaakt dat bij een wijziging van het programma het parkeren moet kloppen conform de nota parkeren en stallen.

Indien uitwijkend parkeergedrag vanwege het omliggende gereguleerde gebied zou leiden tot verdere problemen voor de Bomenwijk, dan kan - bij voldoende draagvlak in de buurt - eventueel besloten worden om de Bomenwijk bij het gereguleerde gebied te betrekken.

7.1.4 Conclusie

Uit het oogpunt van verkeerskundige ontsluiting voldoet het plan aan het geldende beleid en zijn er bestemmingsplanmatig geen belemmeringen voor de uitvoering van het plan.