Plan: | Bomenwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0012-2001 |
Het plangebied betreft dichtbebouwde woonwijk met watergangen aan de buitenzijde van het plangebied.
In het plangebied bevindt zich een waterkering over de gehele lengte aan de noordzijde, langs de Tweemolentjesvaart. Deze waterkering bestaat uit een kernzone met daarlangs een beschermingszone.
De Bomenwijk is gelegen in de Bieslandse Bovenpolder. De watergangen liggen aan de buitenzijde van het plangebied. De watergangen langs de Van Miereveltlaan en de Wilgenzone vallen binnen het plangebied. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrenst door de boezemwatergang Tweemolentjesvaart en in de zuidzijde door de watergang langs de Esdoornlaan. In de Bieslandse Bovenpolder is 3,7% oppervlaktewater aanwezig. De maximale toelaatbare peilstijging in de polder is vastgesteld op 50 cm. De waterbergingscapaciteit is 186 m3/ha.
Volgens de vigerende peilbesluiten is het vastgestelde peil voor de Bieslandse Bovenpolderpeil -1,45(m - mv). Uit recente metingen blijkt het waterpeil in werkelijkheid op 1,50 m – NAP gehandhaafd te worden. Het hoogheemraadschap is voornemens om binnen de planperiode een peilbesluit vast te stellen voor de Bieslandse Bovenpolder. Dit peilbesluit was nog niet bekend ten tijde van het opstellen van dit bestemmingsplan.
De waterbergingsnorm voor de polder is gesteld op 325 m3/ha. Uitgaande van de waterbergingscapaciteit van 186 m3/ha bedraagt de opgave 139 m3/ha. De omvang van het plangebied is 11,25 ha. Binnen het plangebied dient derhalve 1564 m3 waterberging gerealiseerd te worden. Uitgaande van de acceptabele peilstijging van 50 cm komt dit neer op een ruimtebeslag van 3128 m2.
Het voor Noordoost-Delft belangrijkste poldergemaal aan de Van Miereveltlaan/hoek Lindelaan valt net buiten het plangebied. Het water wordt uitgemalen naar Delflandse boezem.
De waterkwaliteit in de Bomenwijk is matig. Dit wordt vooral veroorzaakt door de geringe aanwezigheid van oppervlaktewater en een beperkte doorstroming al dan niet via lange duikersystemen.
Het plangebied is gemengd gerioleerd. Dat houdt in dat het afvalwater samen met het regenwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringinrichting. In het plangebied bevinden zich twee riooloverstorten van het gemengde rioolstelsel, gelegen aan de Van Miereveltlaan en de Wilgenlaan.
In het plangebied komen hoge grondwaterstanden voor die tot overlast leiden. De ontwateringsdiepte is plaatselijk minder dan 50 cm onder maaiveld.
Water is de afgelopen decennia een belangrijk item geworden in ruimtelijke plannen. Dit is terug te vinden in tal van regelingen op Europees, landelijk en provinciaal niveau, zoals: de Europese kaderrichtlijn Water (2000), de Vierde Nota Waterhuishouding (1998), de nota Ruimte (2004), het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (2000), de Watertoets (2001), de Nota Bruisend Water (1999) en het beleidsplan Milieu en Water (2000).
Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft haar beleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2010-2015. Dit beleid heeft zij formeel vastgelegd in de Keur en de legger. Het verbeteren van de waterkwaliteit en het vergroten van de bergingscapaciteit zijn belangrijke pijlers binnen dit beleid. In het kader van het project ABC-Delfland is de waterbergingseis voor stedelijk gebied vastgesteld op 325 m3/ha.
De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben samen het Waterplan Delft, een blauw netwerk (2000) opgesteld. Het plan richt zich op het realiseren van gezonde en veerkrachtige watersystemen. Daarmee worden systemen bedoeld, waarvan de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit past bij de (natuurlijke) situatie ter plaatse en dat verstoringen in het systeem relatief makkelijk kunnen worden opgevangen.
De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben tevens gezamenlijk de 'Waterstructuurvisie' (2005) opgesteld. Het doel van de Waterstructuurvisie is om het watersysteem van Delft over 25 jaar optimaal te laten functioneren. Hierbij wordt uitgegaan van een werknorm voor waterberging van 325 m³/ha in het stedelijk gebied en 170m3/ha in het buitengebied. De realisatie hiervan wordt zoveel mogelijk opgehangen aan de ontwikkelingen en herstructureringen die de komende decennia in Delft plaatsvinden. Daarnaast wordt in de Waterstructuurvisie een betere waterkwaliteit nagestreefd conform de ambities van het waterplan.
Figuur 6.1: uitsnede uit de waterstructuurvisie van de Bieslandse Bovenpolder
Concreet betekent de waterstructuurvisie voor de Bomenwijk dat voorgesteld wordt de circulatie te verbeteren en oppervlaktewater te realiseren (maatregel 6 en 7). Maatregel 6 betreft de realisatie van natuurvriendelijke oevers. Maatregel 7 betreft het voorstel om de oost en west gelegen watergangen met elkaar te verbinden Naast het vergroten van de waterbergingscapaciteit hebben deze oevers ook een ecologische functie en vergroten zij het zelfreinigend vermogen van het oppervlaktewater..
De huidige ligging van de waterkering langs de Tweemolentjeskade wordt gehandhaafd. Langs de waterkeringen loopt een beschermingszone van 15 m breed. De waterkering en beschermingszone staan op de verbeelding weergegeven. Voor diverse activiteiten (waaronder bouwen) binnen deze beschermingszone is een keurvergunning nodig van het hoogheemraadschap.
Gevolgen voor de waterhuishouding
Het project voorziet in de herstructurering van een woonwijk. Bestaande woningen worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De buitenruimte blijft grotendeels gehandhaafd. Het project voorziet verder niet in een toename van verharding of bebouwingsmogelijkheden. De wijziging van bebouwingsmogelijkheden heeft geen relevante gevolgen voor de waterhuishouding.
Beleid
Het waterbeleid voorziet in een uitbreiding van de waterberging in de polders. In het kader van het Waterplan Delft zijn verbeteringsvoorstellen gedaan. Concreet zijn deze vastgelegd in het uitvoeringsprogramma Polders. Deze maatregelen voorzien in een uitbreiding van de beschikbare berging. Daarnaast zijn in de waterstructuurvisie Delft een aantal verbeteringen voor de Bomenwijk voorgesteld. De voorgestelde verbinding langs de Tweemolentjeskade kan – vanwege de hoge kosten – geen doorgang vinden. In afstemming tussen Hoogheemraadschap, Gemeente en ontwikkelaar is afgesproken om In afwijking op de waterstructuurvisie alternatieve bergingslocaties aan te wijzen. Met de realisatie van de bestemde plannen als in het Masterplan van 02-12-2010 wordt het wateroppervlak binnen het plangebied Bomenwijk vergroot met 1.075 m3. Dit bevat 1.000 m2 water en 300 m2 plasberm aan de Wilgenlaan en 850 m2 waterberging aan de Elzenlaan.
Het resterende bergingstekort van 489 m3 gaat zover als mogelijk in de wijk opgelost worden;berging onder de parkeerkoffers en een deel berging in het Groentje aan einde van Lindelaan)
Tevens zijn in de Bomenwijk nog 3 pleinen gelegen van ieder 400 m2 en een groot plein van 1200 m2 waar mogelijk een alternatieve berging gerealiseerd kan worden. De maximale capaciteit wordt geschat op maximaal 400 m3. De mogelijkheden voor deze alternatieve waterberging worden als basisvoorwaarde meegenomen in de verdere uitwerking van de inrichting van de gebieden .
Indien dit niet voldoende waterberging oplevert om aan de waterbergingsnorm van de polder te voldoen dient bij toekomstige ontwikkelingen in de polder het watersysteem verder geoptimaliseerd te worden zodat dit in 2030 kan voldoen aan de optimale situatie uit de waterstructuurvisie.
De ambitie voor de waterkwaliteit in het plangebied is water als belevingsgoed. Bij water als belevingsgoed ligt het accent op het bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid. Het water is licht tot matig eutroof (matig voedselrijk) met deels natuurvriendelijke oevers en een redelijke water- en ecologisch kwaliteit. Het risico op verontreiniging is beperkt. Op verschillende plaatsen groeien oever- en waterplanten en er is een gevarieerde visstand. Recreatie wordt toegestaan en bevorderd waar de waterkwaliteit dat toelaat.
Langs de watergangen ten westen en oosten van de Bomenwijk worden natuurvriendelijke oevers aangelegd Deze watergangen en hun oevers zijn op de plankaart aangewezen als 'ecologische zone'. Voor ecologische zones is in de planvoorschriften expliciet opgenomen dat deze gronden onder andere bestemd zijn voor natuurvriendelijke oever.
De uitbreiding van de watersystemen (zie §6.1.3.2), de aanleg van natuurvriendelijke oevers en de extra aanvoer van hemelwater naar de watergangen in het plangebied hebben een positief effect op het realiseren van dit ambitieniveau voor de waterkwaliteit.
Voor het plangebied zijn geen bijzondere eisen als het gaat om beheer en onderhoud. Het onderhoud aan de watergangen wordt deels varend en deels vanaf de kant uitgevoerd. Maaisel wordt afgevoerd. In het stedelijk gebied is het doorgaans niet mogelijk om bagger vanuit de watergangen op de kant te zetten. Daar waar dit wel kan, wordt dit toegepast, voor de overige locaties geldt dat de bagger wordt afgevoerd naar een lokaal baggerdepot of een regionale verwerkingsinrichting. In het kader van de overdracht van taken in het waterbeheer zijn tussen Delft en Delfland afspraken gemaakt over het onderhoud van de watergangen. Uitgangspunt daarbij is dat het beheer op dezelfde wijze wordt voortgezet.
Voor de aanleg van ondergrondse leidingen is in verband met het onderhoud en baggeren van de watergangen binnen de bestemming water een vergunning van het Hoogheemraadschap van Delfland nodig. Dit in verband met het onderhoud en baggeren van de watergangen. De afstand tussen de slootbodem en de bovenkant van de leidingen is in de keur bepaald op 1,30 meter.
De gemeente voldoet aan de basisinspanning. Dit betekent dat er maatregelen zijn genomen die onder normale omstandigheden een voldoende waterkwaliteit zouden moeten garanderen. Hemelwater zal afgekoppeld worden van de riolering en voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Dit betekent dat de emissie vanuit het rioolstelsel vermindert. Het huidige rioleringsstelsel blijft gehandhaafd en tijdens de werkzaamheden zal er een gecombineerd drainage en hemelwaterstelsel worden aangelegd. Tijdens de planperiode zal het rioolstelsel worden aangepast tot gescheiden stelsel waarbij het verhard oppervlak van de openbare terreinen wordt aangesloten op een hemelwaterriool (drainage-transportriool, hierna DT-riool). Dit geldt ook voor het dakoppervlak van de nieuwbouw en de gerenoveerde panden. In het plangebied bevinden zich twee riooloverstorten van het gemengde rioolstelsel, gelegen aan de Van Miereveltlaan en de Wilgenlaan. De huidige overstort aan de Wilgenlaan wordt verplaatst vanwege de nieuwbouw.
In de Bomenwijk komt grondwateroverlast voor. Daar waar herstructurering plaats vindt, zijn er mogelijkheden om maatregelen te nemen. Dit kunnen bouwkundige maatregelen zijn bij herstructurering of nieuwbouw of technische. Tijdens de reconstructie van de wijk zal er een drainagesysteem aangelegd worden. Dit drainagesysteem en hemelwaterafvoer worden in een DT-riool uitgevoerd. Hiermee kunnen ook de gevolgen van de mogelijke stopzetting van de grondwateronttrekking op het terrein van DSM Gist opgevangen worden. Bij het ontwerp van dit systeem zal ook gekeken worden naar mogelijkheden om water te bergen onder straten en pleinen of in parken.
Door de verbreding van watergangen verbetert daarnaast plaatselijk de ontwatering. Beide maatregelen hebben een gunstig effect op de grondwaterstand. De verwachting is dat met genoemde maatregelen de overlast in de toekomst nagenoeg wordt voorkomen.
De waterkering langs de Tweemolentjeskade is vastgelegd op de plankaart en heeft de (mede)bestemming 'Waterkeringsdoeleinden' gekregen. Langs de waterkering ligt een beschermingszone van 15 m breed. Voor diverse activiteiten (waaronder bouwen) binnen deze beschermingszone is een watervergunning nodig van het hoogheemraadschap.
Het hoofdwatersysteem krijgt de bestemming 'Water' en is op die wijze vastgelegd op de plankaart.
De ontwikkelingen die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt zorgen niet voor een een toename in verharding. Binnen het plangebied wordt waterberging gerealiseerd in de vorm van een uitbreiding van bestaande watergangen, de aanleg van een plasberm en natuurvriendelijke oevers en alternatieve voorzieningen. Ten opzichte van de huidige situatie zal met bovenstaande maatregelen de waterbergingscapaciteit in het plangebied toenemen. De grondwateroverlast zal afnemen door de eerder genoemde maatregelen.
De toename van de waterkwantiteit levert tevens een verbetering op van de waterkwaliteit. Verder zijn de watergangen ten westen en oosten van de Bomenwijk aangewezen als 'Ecologische zone', waarmee de realisatie van ecologische oevers mogelijk wordt gemaakt. Waterstaatkundige werken worden mogelijk gemaakt binnen de bestemmingen 'Water' en 'Nutsvoorzieningen'.
In het kader van de watertoets heeft het Hoogheemraadschap van Delfland op 4 juli 2011 informeel ingestemd met de waterparagraaf. Formele instemming volgt na indiening van het complete bestemmingsplan.