direct naar inhoud van 10.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Bomenwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0012-2001

10.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 3.3.1 Besluit ruimtelijke ordening is het conceptontwerpbestemmingsplan voorgelegd aan:

1. Provincie Zuid-Holland

2. VWS Pipeline Control b.v.

3. Stedin

4. Kamer van Koophandel Den Haag

5. Evides

6. Veiligheidsregio Haaglanden

7. Hoogheemraadschap van Delfland

8. VROM-inspectie

9. Veolia

10. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

11. HTM

12. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

13. Ministerie van Defensie

14. Rijkswaterstaat

15. Stadsgewest Haaglanden

16. KPN

17. Tennet

18. Nederlandse Gasunie.

19. GGD ZHW

De provincie, het Hoogheemraadschap, Pipeline Control, Stedin, KvK en Tennet hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen dit plan. Van Evides, de Vrom-inspectie, Veolia, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, HTM, Ministerie van ELI en van Defensie, Rijkswaterstaat, Stadsgewest Haaglanden, KPN en de Nederlandse Gasunie is geen overlegreactie ontvangen.

De VRH heeft een reactie gegeven op het voorontwerp bestemmingsplan. Hierin worden een 5-tal adviezen expliciet genoemd:

1. Gevraagd wordt om expliciet te maken welke maatregelen er worden getroffen om de zelfredzaamheid van mensen te vergroten. In het bestemmingsplan is het stratenplan opgenomen evenals de bouwblokken. Voor de hoogbouw langs de A13 geldt dat de bouwblokken dusdanig gesitueerd zijn dat ze een afschermende werking hebben voor de achterliggen bebouwing. De vluchtroutes van deze gebouwen zijn door middel van het stratenplan van de bron (A13) af. Bovendien heeft de ontwikkelaar zich middels een brief (dd. 10-1-2012) aan de gemeente Delft, verplicht tot het aanleggen van safe havens voor de bewoners in de Wilgenzone.

2. Er wordt geadviseerd om maatregelen te treffen voor ventilatiesystemen. Aangezien dit op gebouwniveau is, kan dit niet worden opgenomen in het bestemmingsplan. wel zal hier rekening mee worden gehouden bij de verdere planontwikkeling.

3. Er wordt geadviseerd om in de gebouwen goede vluchtroutes te creeeren. Aangezien dit op gebouwniveau is, kan dit niet worden opgenomen in het bestemmingsplan. wel zal hier rekening mee worden gehouden bij de verdere planontwikkeling.

4. Er wordt geadviseerd om een goede risicocommunicatie te voeren, nu en in de toekomst. Dit kan niet in het bestemmingsplan worden geborgd, maar dient te worden geborgd in het risicocommunicatieplan van de gemeente.

5. Er wordt geadviseerd om indien de infrastructuur van de wijk wordt aangepast, advies aan te vragen bij afdeling risicobeheersing Delft- Rijswijk van de VRH. Dit zal worden meegenomen.

De GGD ZHW heeft het voorontwerp bestemmingsplan Bomenwijk bekeken en daar een reactie op gegeven. De reactie is gematigd positief over de ontwikkelingen in de wijk. Wel pleit men voor een zo klein mogelijke toename van personen in de zone van 100 meter langs de A13. Er worden veel aanbevelingen gedaan om de lucht- en geluidkwaliteit in de wijk zo goed mogelijk te houden. Veel van deze aanbevelingen zijn reeds in het kader van stad en milieu opgenomen in het bestemmingsplan. Een aantal aanbevelingen zijn juridisch niet mogelijk om te borgen in een bestemmingsplan, maar moeten elders worden verankerd. Een mogelijkheid hierin is om de GGD ZHW te betrekken bij de verdere planvorming en ontwikkeling van met name de Wilgenzone. Dit zal ook gedaan worden.

Op 9 januari 2012 is het concept van het ontwerpbestemmingsplan gepresenteerd tijdens een inloopbijeenkomst in het Stadhuis aan de Markt te Delft. Tijdens deze avond hebben bewoners verschillende vragen gesteld en opmerkingen gemaakt over het plan. Onderwerpen die zijn besproken zijn het woningaanbod, het parkeren, waterberging, het Masterplan, daken en de vervolgprocedure.

Het concept ontwerpbestemmingsplan is niet gewijzigd naar aanleiding van de ingediende vooroverlegreacties en/of naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen tijdens de inloopbijeenkomst.