Bomenwijk

10.2 Financiële uitvoerbaarheid

Als onderdeel van de vernieuwing van de Bomenwijk hebben Vestia Delft en de Gemeente Delft in een ontwikkelingsovereenkomst afspraken vastgelegd over de gehele aanpak van de Bomenwijk. Deze afspraken zijn gebaseerd op de Intentieovereenkomst, d.d. 27 april 2004 en de Raamovereenkomst Financiële afspraken Bomenwijk te Delft, d.d. 8 maart 2006. Deze overeenkomsten komen met de vaststelling van onderhavige Ontwikkelingsovereenkomst te vervallen.

De Ontwikkelingsovereenkomst behelst het totaal van werkzaamheden in het Plangebied Bomenwijk ter voorbereiding van de bouw en openbare voorzieningen en bestaat onder meer uit:

• 1. de planontwikkeling in het plangebied;
• 2. de uitplaatsing van bewoners en gebruikers;
• 3. sloopwerkzaamheden ter voorbereiding van de realisatie van de bouw en de openbare voorzieningen;
• 4. de realisatie van de bouw door Vestia;
• 5. de realisatie van de openbare voorzieningen door Vestia.

In de ontwikkelingsovereenkomst zijn onder meer financiële afspraken gemaakt, zoals over de aankoop van gronden. De overeenkomst is als separate bijlage bij dit plan beschikbaar. In het kader van de genoemde overeenkomst is komen vast te staan dat het plan financieel haalbaar is. Ten aanzien van de uit te voeren (deel)projecten is een haalbare grondexploitatie opgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de kosten voor de diverse specifieke planonderdelen, zoals genoemd in de ontwikkelingsovereenkomst. Tevens zijn voorzieningen getroffen voor kosten voor nader onderzoek en eventuele vervolgkosten die hieruit zouden kunnen voortvloeien. Uit strategische overwegingen worden de specifieke kosten en baten niet in deze toelichting openbaar gemaakt.

Ten aanzien van de gemeentelijke kosten wordt opgemerkt dat hiervoor door de raad de nodige besluiten zijn genomen, voor zover de kosten niet uit de algemene middelen bekostigd worden.

Exploitatieplanverplichting

De Wet ruimtelijke ordening voorziet in een verplichting tot het verhaal van gemeentelijke kosten. Dat kan op publiekrechtelijke grondslag, via een exploitatieplan dat gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd dient te worden. Maar ook kan het gemeentelijke kostenverhaal geregeld worden via een zogenoemde anterieure overeenkomst over grondexploitatie met de initiatiefnemer/ontwikkelaar, als bedoeld in artikel 6.24 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening. Van dat laatste is in dit geval sprake.