direct naar inhoud van 7.7 Externe veiligheid
Plan: Delft Oost (Delftse Hout)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0007-2002

7.7 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid rondom opslag en transport van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen (zoals LPG en ammoniak).

7.7.1 Bestaande situatie

Risicovolle inrichtingen

In het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen risicovolle inrichtingen zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

Transport gevaarlijke stoffen over spoor

Over de spoorlijn door Delft vindt, conform de marktprognoses van ProRail uit 2007, nauwelijks transport van gevaarlijke stoffen plaats. Dit is daarom niet relevant voor externe veiligheid.

Transport gevaarlijke stoffen over water

In het Basisnet Water is de Schie aangeduid als zogenaamde 'groene waterweg' (categorie scheepvaart zonder frequent vervoer) en is daarmee niet relevant voor externe veiligheid.

Transport gevaarlijke stoffen over de weg

Het plangebied ligt direct naast de Rijksweg A13, waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Uit onderzoek (rapport 'Technische rapportage Externe veiligheid bestemmingsplan Delft Oost', Aviv, 8 oktober 2012 – hierna te noemen: Onderzoek EV, bijgevoegd in bijlage 3) blijkt dat het transport invloed heeft op het plangebied. Zie paragraaf 7.7.2 voor de uitgebreidere resultaten van het Onderzoek EV.

Transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen

In en om het plangebied bevinden zich geen risicorelevante buisleidingen waar transport van gevaarlijke stoffen door plaatsvindt.

7.7.2 Beleid en onderzoek

Wet- en regelgeving

Externe veiligheid is terug te vinden in beleidsdocumenten en regelgeving zoals het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs), Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), etc. Op grond van deze besluiten moet bij het vaststellen van een bestemmingsplan als het onderhavige, worden getoetst op externe veiligheid.

Ten eerste moet worden getoetst aan de grenswaarde van het plaatsgebonden risico (PR 10-6) voor kwetsbare objecten. Dit zijn objecten met beperkt zelfredzame personen of met grote aantallen personen, zoals scholen, woningen, ziekenhuizen, grote kantoren, etc. Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat een persoon, die zich onbeschermd in de buurt van een risicobron bevindt, komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met die risicobron. Het Bevi bepaalt dat het plaatsgebonden risico ter plaatse van een kwetsbaar object niet meer mag bedragen dan één op de miljoen per jaar. Het plaatsgebonden risico bepaalt de minimale afstand tussen een risicobron en een kwetsbaar object.

Ten tweede moet het zogenaamde groepsrisico worden beschouwd binnen het invloedsgebied van een risicobron. Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen komt te overlijden ten gevolge van een incident met de risicobron. Anders dan bij het plaatsgebonden risico het geval is, geldt voor het groepsrisico geen grens- of richtwaarde. Wel is in het Bevi de zogenaamde oriëntatiewaarde bepaald, waarmee het berekende groepsrisico moet worden vergeleken. De oriëntatiewaarde geeft dus aan wanneer het groepsrisico een relevante waarde heeft, maar geldt niet als norm. Elke verandering van het groepsrisico dient verantwoord te worden door het bevoegd gezag.

Onderzoek  

Transport gevaarlijke stoffen over wegen

Uit het Onderzoek EV blijkt dat het groepsrisico van de A13 licht toeneemt door realisatie van het plangebied. Zowel in de huidige als toekomstige situatie blijft het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde. Bij een verandering van het groepsrisico dient een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden. Zie hiervoor paragraaf 7.7.3.

Advies Veiligheidsregio Haaglanden

Per brief d.d. 25 januari 2011 heeft de Veiligheidsregio Haaglanden een advies uitgebracht op het voorontwerpbestemmingsplan. Het advies is als separate bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd (bijlage 2). De voorgestelde maatregelen ter bevordering van de veiligheid betreffen risicocommunicatie en enkele maatregelen ten behoeve van de hulpverlening. Het bestemmingsplan is naar aanleiding van dit advies aangepast.

7.7.3 Gewenste ontwikkeling

Dit bestemmingsplan is grotendeels consoliderend van aard. De stijging van het groepsrisico wordt veroorzaakt door uitbreiding van het bruto vloeroppervlak van diverse bouwvlakken, waaronder het Xotus terrein. Dit is meegenomen in het Onderzoek EV.

Verantwoording groepsrisico

Op verzoek van de gemeente heeft Aviv een rapport opgesteld waarin invulling wordt gegeven aan de elementen van een verantwoording van het groepsrisico voor dit bestemmingsplan (rapport 'Verantwoording groepsrisico', Aviv, oktober 2012, bijlage 4). Hierbij is ook het bovengenoemde advies van de Veiligheidsregio Haaglanden betrokken.

Aangezien het bestemmingsplan grotendeels consoliderend van aard is, het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde ligt en de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid voldoende zijn, wordt de externe veiligheidssituatie acceptabel geacht.

7.7.4 Conclusie

Het bestemmingsplan voldoet aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. Het groepsrisico is verantwoord.

Binnen het bestemmingsplan wordt de ontwikkeling van kinderopvang bij de sportvelden mogelijk gemaakt. Dit dient buiten de 200 meter invloedszone van de A13 geprojecteerd te worden.

Het bestemmingsplan maakt het niet mogelijk dat er zich risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven in het plangebied kunnen vestigen.