direct naar inhoud van 8.2 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
Plan: Schieoevers Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0005-2001

8.2 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing

8.2.1 Bestaande situatie

Monumenten

Binnen het plangebied bevinden zich geen rijksmonumenten. Wel zijn in het plangebied de volgende gemeentelijke monumenten aanwezig:

  • De fabrieksschoorsteen aan de Rotterdamseweg 394;
  • De Rotterdamseweg 374a/b (SCH08).

Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen

MIP 1800-1940

In het plangebied liggen de volgende cultuurhistorisch waardevolle gebouwen:

  • Rotterdamseweg 384: woonhuis 'Vrijenban', 1927;
  • Rotterdamseweg 418: boerderij, 19e eeuw (oudere kern);
  • Rotterdamseweg 420: woonhuis, oorsprong circa 1910.

Wederopbouw 1940-1970

Verder worden de volgende objecten als cultuurhistorisch waardevol aangemerkt.

  • Viaducten Kruithuisweg (ook fietsviaduct; SCH03): provinciale waterstaat, 1967-1970;
  • Schieweg bij de bocht Bellweg-Teslaweg (SCH12): tankversperring, 1942.

Cultuurhistorisch waardevolle gebieden

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een beschermd stadsgezicht.

De westelijke zijde van de Schie alsmede de Rotterdamseweg zijn op de Cultuurhistorische Waardenkaart aangewezen als landschappelijk waardevolle lijnen. Het bestemmingsplan gaat uit van behoud van deze lijnen en inpassing ervan in de groen- en verkeersstructuur.

8.2.2 Beleid en onderzoek

Monumentenwet 1988

Het rijksbeleid is gebaseerd op de Monumentenwet 1988 en voorziet onder meer in de mogelijkheid rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten aan te wijzen. In de praktijk wordt gewerkt met brede inventarisaties gevolgd door selecties van voor bescherming in aanmerking komende objecten (monumenten) of gebieden (gezichten). De inventarisatie van objecten en gebieden uit de periode 1850-1940 (MIP c.q. MSP) is afgerond, doch heeft voor het plangebied niet geleid tot de aanwijzing van een rijksmonument. Op termijn is een inventarisatie van objecten en gebieden in de periode 1940-1965, de 'wederopbouwperiode', te verwachten die door een selectie zal worden gevolgd.

Het gemeentelijke beleid ten aanzien van cultuurhistorisch erfgoed in de gebouwde omgeving is gestoeld op de Monumentenverordening, die voorziet in het aanwijzen van gemeentelijke monumenten. Welstandscriteria zijn opgenomen in de Welstandsnota.

MIP 1800-1940

Monumenten Inventarisatie Project – rapport 'Jongere bouwkunst en stedenbouw 1800-1945', uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland, is 1996 verschenen. Enkele van de geïnventariseerde objecten liggen in het plangebied (zie bovenstaande lijst MIP).

Conform beleid: Gemeentelijk Inventarisatieproject (GIP) is gestart, de selectie van als gemeentelijk monument aan te wijzen gebouwen is gereed. In het plangebied zijn geen aan te wijzen gebouwen aanwezig.

Wederopbouw 1940-1970

Inventarisatie van waardevolle architectuur en stedenbouw uit de wederopbouwperiode - rapport 'Delft. Naoorlogse architectuur en stedenbouw 1940-1970', is 2006 verschenen. In het rapport is tevens waardestelling en selectie van de cultuurhistorisch meest waardevolle gebouwen opgenomen. Enkele geselecteerde objecten liggen in het plangebied (zie lijst wederopbouw).

Conform beleid: in het plangebied is één gebouw aangewezen, de andere zijn in het bestemmingsplan op te nemen als cultuurhistorisch waardevol.

8.2.3 Gewenste ontwikkeling

Behoud van de cultuurhistorische waarden in het plangebied.

8.2.4 Conclusie

De in het plangebied aanwezige monumenten worden beschermd door de Monumentenwet respectievelijk de gemeentelijke monumentenverordening. In het bestemmingsplan zijn hiervoor geen aanvullende regels nodig.

De eerdergenoemde aanwezige cultuurhistorisch waardevolle gebouwen hebben de bestemming Waarde - Cultuurhistorie gekregen. Binnen deze bestemming is een sloopvergunningstelsel opgenomen.