Plan: | Schieoevers Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0005-2001 |
Externe veiligheid heeft te maken met risico's van gevaarlijke stoffen. Voorbeelden van gevaarlijke stoffen zijn: chloor, ammoniak of LPG. Risico's met gevaarlijke stoffen doen zich voor bij gebruik, opslag en transport. In het vervolg van deze paragraaf wordt hier dieper op ingegaan.
Gebruik en/of opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen
In het plangebied zijn geen bedrijven met een plaatsgebonden risicocontour op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) gelegen. In het kader van de bestemmingsplanprocedure hoeft daarom geen verantwoording van het groepsrisico veroorzaakt door inrichtingen te worden opgesteld.
Transport gevaarlijke stoffen per spoor
Over het spoor door Delft vindt, conform de marktprognose van ProRail, 2007, nauwelijks transport van gevaarlijke stoffen plaats. De spoorlijn loopt aan de westzijde van het plangebied, net buiten de plangrens. De plaatsgebonden risicocontour van de spoorlijn ligt op het spoor. In het kader van de bestemmingsplanprocedure is ten aanzien van de modaliteit spoor geen verder onderzoek nodig.
Transport gevaarlijke stoffen per water
De Schie is geen transportroute voor gevaarlijke stoffen en daarom is deze waterweg niet relevant voor externe veiligheid. In het kader van de bestemmingsplanprocedure is ten aanzien van de modaliteit water geen verder onderzoek nodig.
Transport gevaarlijke stoffen over de weg
Over de Kruithuisweg (N470) en Rijksweg A13 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. De Kruithuisweg ligt aan de noordzijde van het plangebied en ligt deels binnen het plangebied. De Rijksweg A13 ligt ten oosten van het plangebied. De plaatsgebonden risicocontouren van deze wegen liggen evenwel op de weg. Gezien de afstand tot het plangebied vallen de invloedsgebieden van zeer toxische gassen en -vloeistoffen over het plangebied. In het kader van de bestemmingsplanprocedure is ten aanzien van de modaliteit weg onderzoek uitgevoerd door Stadsgewest Haaglanden. Dit onderzoek komt in het vervolg van deze paragraaf nader aan bod.
Transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen
Tevens lopen door het plangebied twee hogedruk aardgasleidingen. Deze gasleidingen hebben een diameter van 12'' (304 mm) respectievelijk 8", en een druk van 40 bar. In het kader van de bestemmingsplanprocedure is ten aanzien van de modaliteit buisleidingen onderzoek uitgevoerd door Stadsgewest Haaglanden. Dit onderzoek komt in het vervolg van deze paragraaf nader aan bod.
Beleid en regelgeving over externe veiligheid is terug te vinden in beleidsdocumenten en regelgeving zoals Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, Besluit externe veiligheid buisleidingen, Nationaal Milieubeleidsplan, Besluit Risico's Zware Ongevallen en Wet milieubeheer.
Het besluit verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden. In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) worden de veiligheidsnormen voor het plaatsgebonden risico en de doorwerking daarvan op het gebied van de ruimtelijke planvorming verankerd, voor zover de risico's voor de omgeving worden veroorzaakt door inrichtingen. Daarnaast wordt de motiveringsplicht voor het bevoegd gezag ten aanzien van de acceptatie van het groepsrisico vanwege inrichtingen wettelijk geregeld. Het doel van dit besluit is om de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken.
In de wetgeving over externe veiligheid wordt uitgegaan van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten.
Het huidige beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (CRvgs), die op termijn vervangen zal worden door het 'Besluit transportroutes externe veiligheid' (BTev). Deze wetgeving is qua systematiek gelijk aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en werkt ook met plaatsgebonden risicocontouren, groepsrisico en verantwoordingsplicht.
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (afgekort Bevb) verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en bij het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden. Het Bevb regelt de taken en verantwoordelijkheden van de leidingexploitant en de gemeenten. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Er worden dus veiligheidsnormen voor het plaatsgebonden risico en de doorwerking daarvan op het gebied van de ruimtelijke planvorming verankerd, voor zover de risico's voor de omgeving worden veroorzaakt door transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen.
Ook is met het Bevb wettelijk geregeld dat het bevoegd gezag ten aanzien het groepsrisico vanwege buisleidingen een motiverings- en verantwoordingsplicht heeft. Het doel van dit besluit is om de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle buisleidingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken.
Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg en over het spoor ter hoogte van Station Zuid is onderzoek gedaan naar de risico's daarvan. Dit ten aanzien van de ontwikkelingen op Schieoevers Noordterrein. In de onderzoeken is uitgegaan van continuering van de huidige situatie. Wel zijn de ontwikkelingen die in het bestemmingsplan Delft-Zuid rond Station Zuid mogelijk worden gemaakt meegenomen in de berekeningen. Hierdoor is er een forse toename van het groepsrisico, maar wordt de oriënterende waarde nog niet overschreden. Als er binnen een straal van circa 300 meter van de Kruithuisweg of de spoorlijn Den Haag-Rotterdam het aantal werknemers flink toeneemt of andere functies worden gerealiseerd zoals woningen, kantoren of publieksaantrekkende functies, zoals sporthallen of musea, dient het effect hiervan op het groepsrisico te worden onderzocht.
Aangezien in Schieoevers Zuid binnen de genoemde 300 meter-zone vanaf de Kruithuisweg of de spoorlijn Den Haag-Rotterdam geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is dit niet apart onderzocht.
Verder is in het kader van het eerdergenoemde milieukundig onderzoek aangegeven dat Avalex geen Bevi-inrichting is. Blijkens de milieuvergunning worden bij Avalex geen grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen of gebruikt. Ook bij ongewone voorvallen binnen dit bedrijf is niet te verwachten dat gevaarlijke stoffen vrijkomen. Het aspect externe veiligheid is derhalve vanuit Avalex voor de nieuwe planologische woningen aan de Rotterdamseweg 412/ 412a niet relevant.
Aanvullend op bovenstaande onderzoek heeft Stadsgewest Haaglanden op verzoek van de gemeente Delft de externe veiligheidssituatie in en rond het plangebied van bestemmingsplan Schieoevers Zuid in beeld gebracht (rapportage d.d. april 2012). In dit onderzoek zijn de volgende risicobronnen beschouwd: A13, Kruithuisweg en 2 aardgasleidingen (W-521-02 en W-521-37).
Voor bestemmingsplan Schieoevers Zuid geldt dat de theoretische capaciteit van het bestemmingsplan niet volledig benut is. Bij volledige benutting van de mogelijkheden van het bestemmingsplan nemen de groepsrisico's toe, maar blijven daarbij wel ruim onder de oriënterende waarde.
De A13 blijkt op te grote afstand van het plangebied te liggen om veranderingen van het groepsrisico tot gevolg te hebben. Voor de Kruithuisweg geldt dat er een lichte toename van het groepsrisico optreedt bij volledige benutting van de bestemmingsplanmogelijkheden. Voor de gasleidingen geldt een respectievelijk lichte en een grote toename van het groepsrisico als gevolg van volledige benutting van de bestemmingsplanmogelijkheden. Echter in alle gevallen blijven de risico's onder de oriëntatiewaarde.
Vanwege de toename van het groepsrisico op een aantal punten, dient de gemeente Delft het groepsrisico te verantwoorden bij vaststelling van dit bestemmingsplan. De verantwoording van het groepsrisico komt in het vervolg van deze paragraaf nader aan bod.
Per brief d.d. 18 november 2010 heeft Veiligheidsregio Haaglanden een advies uitgebracht. De voorgestelde maatregelen ter bevordering van de veiligheid betreffen onder andere informatievoorziening, aanpassingen aan het bestemmingsplan en verbetering van de bereikbaarheid voor hulpdiensten. Deze maatregelen zijn zoveel mogelijk verwerkt in dit bestemmingsplan. Het advies is als separate bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd.
Op verzoek van de gemeente Delft heeft DHV een rapport opgesteld waarin invulling wordt gegeven aan de elementen van een verantwoording van het groepsrisico voor dit bestemmingsplan (rapportage d.d. mei 2012). Hierbij is ook het bovengenoemde advies van de Veiligheidsregio Haaglanden betrokken.
Aangezien het bestemmingsplan conserverend van aard is, het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde ligt en de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid redelijk tot voldoende zijn, acht de gemeente Delft de externe veiligheidssituatie acceptabel.
Binnen het plangebied worden Bevi-inrichtingen alleen mogelijk gemaakt binnen de bestemming 'Bedrijventerrein' middels een wijzigingsbevoegdheid. In de regels is opgenomen dat de 10-6/jaar (PR-contour) dan binnen de eigen perceelsgrens dient te liggen.
Tevens is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de Faradaybrug te realiseren die bedrijventerrein Schieoevers Zuid zou kunnen gaan verbinden met Technopolis. Bij toepassing van de wijziging zal onderzocht moeten worden of er effecten zijn ten aanzien van de externe veiligheid.
Het bestemmingsplan is conserverend van aard, waarbij slechts een kwetsbare bestemming (twee woningen) mogelijk wordt gemaakt in het zuiden van het plangebied (Rotterdamseweg 412 en 412a). Binnen de toetsingszone van de Kruithuisweg of de spoorlijn worden met dit bestemmingsplan evenwel geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die bijdragen aan een verhoging van de populatiedichtheid. Uit het onderzoek van Stadsgewest Haaglanden blijkt dat op enkele punten sprake is van een toename van het groepsrisico, maar dat deze nog steeds ruim onder de oriëntatiewaarde blijft. De gemeente Delft acht de externe veiligheidssituatie acceptabel en het groepsrisico verantwoord.
In het bestemmingsplan is vastgelegd in hoeverre Bevi-inrichtingen / kwetsbare objecten zijn toegestaan. Dit is vastgelegd in de planregels door binnen de bestemming 'Bedrijventerrein' kwetsbare objecten uit te sluiten, maar ook risicovolle inrichtingen.
Tevens zijn de relevante leidingen vastgelegd in de regels en op de verbeelding.