direct naar inhoud van 6.1 Water
Plan: Schieoevers Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0005-2001

6.1 Water

6.1.1 Bestaande situatie

Het plangebied valt binnen de Lage Abtswoudsepolder, de Zuidpolder van Delfgauw en bestaat uit een deel boezemland. De Delftse Schie maakt deel uit van de boezemstructuur en is een belangrijke vaarweg. In het plangebied is beperkt oppervlaktewater aanwezig.

6.1.1.1 Waterkeringen

Het plangebied bevindt zich aan weerszijden van de Schie. In het westelijk deel van het plangebied ligt een waterkering direct langs de Schie. In het oostelijk deel ligt een waterkering grotendeels op de Rotterdamseweg. De exacte liggingen van de keringen zijn vastgelegd in de Legger Keringen Delfland van het Hoogheemraadschap van Delfland. Beide waterkeringen zijn boezemkades.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0005-2001_0010.jpg"

Figuur 5: Aanwezige watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen

6.1.1.2 Waterkwantiteit

In het plangebied is - afgezien van de Schie - beperkt oppervlaktewater aanwezig. Het plangebied valt voor wat betreft het westelijk deel (ten westen van de Schie) binnen de watereenheid van de Lage Abtswoudsepolder. Het oostelijk deel (ten oosten van de Schie) is grotendeels boezemland. De watergangen langs de oost- en westzijde van het spoor (Hoogspanningspad) zijn met elkaar verbonden en wateren af op het hoofdpeilvak van de Lage Abtswoudsepolder.

In de diverse polders van het plangebied zijn verschillende peilgebieden, welke zijn vastgelegd in de peilbesluiten van het Hoogheemraadschap van Delfland.

6.1.1.3 Waterkwaliteit en ecologie

Over de waterkwaliteit is momenteel geen informatie voorhanden, maar er zijn geen klachten over dit gebied bekend. Er zijn geen natuurvriendelijke oevers in het gebied aanwezig.

6.1.1.4 Gemalen en persleidingen

In het plangebied zelf zijn geen poldergemalen gelegen. Aan de oostzijde, net buiten het plangebied ligt op het terrein van Deltares een poldergemaal. In de Rotterdamseweg ligt een kleine persleiding van de drukriolering. De persleiding Cyclotronweg, Watermanweg en verzorgingsplaats Ruyven loost op een put van het vrijverval stelsel in de Rotterdamseweg.

6.1.1.5 Afvalwater en riolering

Het plangebied is (overwegend) gescheiden gerioleerd. Dat houdt in dat het afvalwater gescheiden van het regenwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinrichting. Regenwater wordt op oppervlaktewater of in de bodem geloosd. In het gebied van de Schieweg is een gescheiden rioolstelsel aanwezig. Ter hoogte van de Rotterdamseweg is de riolering gescheiden waar een vrijverval stelsel ligt. Naar het zuiden toe ligt een drukriolering (gescheiden).

6.1.1.6 Grondwater

Ten aanzien van grondwater zijn geen problemen bekend in het plangebied.

6.1.2 Beleid en onderzoek

Water is de afgelopen decennia een belangrijk item geworden in ruimtelijke plannen. Dit is terug te vinden in regelingen op Europees, landelijk en provinciaal niveau, zoals:

  • Europese kaderrichtlijn Water (2000);
  • Nationaal Waterplan 2009-2015
  • Nota Ruimte (2004);
  • Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2012-2015.

Waterplan Delft, een blauw netwerk (2000)

De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben samen het Waterplan Delft, een blauw netwerk (2000) opgesteld. Na herijking is de uitvoeringsperiode verlengd tot 2015. Het plan richt zich op het realiseren van gezonde en veerkrachtige watersystemen. Daarmee worden systemen bedoeld waarvan de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit past bij de (natuurlijke) situatie ter plaatse en dat verstoringen in het systeem relatief makkelijk kunnen worden opgevangen.

Waterstructuurvisie (2005)

De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben gezamenlijk de Waterstructuurvisie (2005) opgesteld. Het doel van de Waterstructuurvisie is om het watersysteem van Delft over 25 jaar optimaal te laten functioneren. En richt zich met name op het waterbergingsvraagstuk. Hierbij wordt uitgegaan van de principes van duurzaam integraal waterbeheer en een werknorm voor waterberging van 325 m3/ha. De realisatie hiervan wordt zoveel mogelijk meegenomen bij de ontwikkelingen en herstructureringen die de komende decennia in Delft plaatsvinden. Daarnaast wordt in de waterstructuurvisie een betere waterkwaliteit nagestreefd conform de ambities van het waterplan.

Gemeentelijk Riolerings Plan Delft 2012-2015

Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) is een uitwerking van de gemeentelijke watertaken (zorgplichten) op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. Om aan de zorgplichten te kunnen voldoen zijn de ambitieniveau's laag, midden, hoog beschreven. In het GRP is het ambitieniveau midden uitgewerkt. Bij dit niveau voldoet Delft aan de wettelijk plicht, wordt voorkomen dat riolen instorten en worden maatregelen getroffen om problemen met hoge grondwaterstanden te voorkomen. Dit ambitieniveau wordt aangevuld met het pluspakket om overlastgevoelige locaties de komende jaren te ontlasten en gebruik te maken van de kansen die ontwikkellocaties bieden.

Kader Richtlijn Water

In de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) zijn maatregelen geformuleerd om de waterkwaliteit van het oppervlaktewater aanzienlijk te verbeteren, teneinde de woon- en leefomgeving van de burgers te verbeteren. Sinds de Implementatiewet KRW (2005) werken Rijkswaterstaat, waterschappen, provincies, gemeenten en maatschappelijke organisaties samen om de gezamenlijke ambities en Maatregelen te formuleren. Delft ligt in het westelijk deel van het stroomgebied van de Rijn (Rijn-West). De Bestuursovereenkomst Kaderrichtlijn Water Delfland (2008) laat zien hoe de overheden in Delfland samenwerken aan een flinke en structurele verbetering van de waterkwaliteit in de periode 2010-2015.

Waterbeheersplan 2010-2015

Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft haar beleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2010-2015. Dit beleid is formeel vastgelegd in de Keur en de legger. Het verbeteren van de waterkwaliteit en het vergroten van de bergingscapaciteit zijn belangrijke pijlers binnen dit beleid. In het kader van het project ABC-Delfland is de waterbergingseis voor stedelijk gebied vastgesteld op 325 m3/ha.

Watertoets

De Watertoets door het Hoogheemraadschap van Delfland is erop gericht ruimtelijke functies en waterhuishoudkundige mogelijkheden optimaal op elkaar aan te laten sluiten.

In het kader van deze verplichte watertoets vindt overleg plaats tussen de gemeente en het Hoogheemraadschap van Delfland.

6.1.3 Gewenste ontwikkeling

In de Waterstructuurvisie zijn diverse maatregelen benoemd ter verbetering van de waterhuishouding.

Voor het plangebied Schieoevers Zuid zijn - rekening houdend met de huidige functies - geen concrete voorstellen gedaan voor uitbreiding van het oppervlaktewater. Wenselijk zijn een verbinding tussen de watergangen in het gebied en een landschappelijk ingepaste berging ten zuiden van het plangebied. Zie voor de gewenste structuur figuur 6: Uitsnede gewenste waterstructuur, Gebiedsvisie Schieoevers 2006.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0005-2001_0011.jpg"

Figuur 6: Uitsnede gewenste waterstructuur, Gebiedsvisie Schieoevers 2006

In de Ruimtelijke Structuurvisie en Gebiedsvisie Schieoevers wordt de westelijke Schieoever voorgesteld als openbaar verblijfsgebied aan de Schie. Door dit verblijfsgebied loopt een groenblauwe recreatieve fietsroute, waarmee de binnenstad en buitengebied ruimtelijk en ecologisch met elkaar verbonden worden. De betekenis van de Schie blijft in de visies behouden en verbeteringen voor de beroeps- en recreatievaart worden toegestaan en bevorderd.

In de Gebiedsvisie is de realisatie van een robuuste, goed te onderhouden waterstructuur opgenomen. Deze draagt bij aan de uitstraling van het gebied, met zo veel mogelijk ecologische meerwaarde en met zo min mogelijk hinder voor de bedrijvigheid.

Tevens is in deze visie is de ambitie opgenomen om bij de watergangen langs het spoor en de Schie ecologische waterstructuren te realiseren. Zowel het water als de ecologische zones geven het bedrijventerrein meer kwaliteit en zullen een aantrekkende werking hebben op bedrijven die zich met water en groen associëren.

In het kader van klimaatadaptatie zijn het behouden en versterken van de ecologische structuur en de realisatie van de waterstructuur van groot belang.

Vanuit de provincie is de wens om de Schie te verbreden ten behoeve van capaciteitsvergroting van de Schie voor goederenvaart van Rotterdam tot aan de keerhaven in Delft. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (zie ook paragraaf 3.2.3 en 7.1). Voor het verleggen van de waterkering is niet alleen de wijzigingsbevoegdheid nodig, maar ook een Watervergunning. In de watervergunningprocedure wordt uiteindelijk bepaald of het wel of niet mogelijk is om de kade te verleggen.

Waterkeringen

De huidige ligging van de waterkeringen blijft gehandhaafd. De waterkeringen (waterstaatswerk met beschermingszone) zijn in het Bestemmingsplan Schieoevers Zuid planologisch beschermd door middel van een dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' op de verbeelding en in bijbehorende regels. Daarmee is de veiligheid van de waterkeringen voor een belangrijk deel gewaarborgd.

Indien de Schie wordt verbreed (zie hierboven), zal ook de waterkering worden verlegd. Om dit in de toekomst mogelijk te kunnen maken is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Dit is ook beschreven in paragraaf 3.2.3. Naast de wijzigingsbevoegdheid is de Watervergunning van belang, zoals hierboven al is toegelicht.

De gemeente heeft de wens de oostelijke waterkering verplaatsen naar de oever, maar deze plannen zijn niet voldoende concreet om in dit bestemmingsplan op te nemen.

Waterkwantiteit

In het kader van het Waterplan ligt er een opgave om op polderniveau te voldoen aan de werknorm voor waterberging voor stedelijk gebied van 325 m3/ha.

Voor het boezemgebied ten oosten van de Schie geldt geen waterbergingsopgave. Het Hoogheemraadschap van Delfland realiseert met de ABC-Boezemmaatregelen op regionale schaal voldoende waterberging.

Het noordelijke deel ten oosten van de Schie maakt deel uit van de Zuidpolder van Delfgauw. In deze polder wordt al deels aan de waterbergingsnorm voldaan door bestaand oppervlaktewater en de realisatie van maatregelen uit de watersysteemanalyse. Bij ontwikkelingen resteert een opgave van 108 m3 waterberging per ha. Een peilstijging van 30 cm is hier mogelijk en toelaatbaar.

Het gebied ten westen van de Schie maakt deel uit van de Lage Abtswoudsepolder. Vooralsnog wordt er van uit gegaan dat er een bergingsoverschot aanwezig is in de Lage Abtswoudsepolder, waarmee voldaan kan worden aan de noodzakelijke hoeveelheid waterberging. Omdat de interactie van dit westelijke deel van het plangebied met de watereenheid van de Lage Abtswoudsepolder beperkt is, is het streven om op het bedrijventerrein meer water te bergen.

In kwalitatief opzicht gaat het om een robuuste, goed te onderhouden waterstructuur die bijdraagt aan de uitstraling van het gebied, met zo veel mogelijk ecologische meerwaarde en met zo min mogelijk hinder voor de bedrijvigheid.

Op dit moment is een geringe hoeveelheid oppervlaktewater in Schieoevers Zuid aanwezig. In de Gebiedsvisie Schieoevers 2006 wordt voorgesteld om direct ten zuiden van Schieoevers Zuid het maaiveld van het bestaand openbaar groengebied te verlagen waardoor dit bij piekbelasting van watersysteem onder kan lopen. Dit gebied ligt evenwel buiten het plangebied.

In Schieoevers zuidwest wordt - bij ontwikkelingen en herstructureringen - ingezet op het verbreden van de bestaande watergangen langs de Schie en aan het spoor. Beide watergangen hebben toegevoegde waarde: een aantrekkelijk inrichtingsbeeld voor de fietsverbindingen, ecologische structuurontwikkeling, uitstraling van het gebied, afscherming (bijvoorbeeld van het spoor). Door deze twee dragers onderling te verbinden ontstaat een complete en robuuste structuur. Op verschillende plaatsen kan deze waterstructuur worden gekoppeld aan de watersystemen ten westen van het spoor.

Dit bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard. De watergangen blijven, buiten de hierboven genoemde verbredingen, hetzelfde als in de huidige situatie.

Waterkwaliteit en ecologie

In het waterplan Delft zijn ambitieniveaus voor de waterkwaliteit geformuleerd. Het ambitieniveau voor de waterkwaliteit verandert niet. Voor het boezemwater blijft dit water als cultuurgoed.Bij dit ambitieniveau ligt het accent op het zichtbaar maken van de cultuurhistorische en stedelijke identiteit. Wat de waterkwaliteit betreft: de wateren zijn matig eutroof en zien er aantrekkelijk uit. Het water is visrijk, stinkt niet en is op enkele plaatsen opgesierd met waterplanten, oeverplanten en muurplanten op de kademuren. Economische functies worden bevorderd, maar de effecten op de waterkwaliteit worden zoveel mogelijk beperkt.

Voor de binnen het plangebied gelegen watergangen is niet expliciet een ambitieniveau gedefinieerd. Het streven voor deze polderwateren is het ambitieniveau water als belevingsgoed. Dit houdt in dat het accent ligt op de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid. Het water mag licht tot matig eutroof zijn en de watergangen moeten deels ingericht zijn met natuurvriendelijke oevers. Daarnaast moet de water- en ecologische kwaliteit redelijk zijn. Het risico op verontreiniging moet beperkt zijn, lozingen vanuit nooduitlaten worden wel toegestaan. Recreatie wordt toegestaan en bevorderd waar de waterkwaliteit dat toelaat.Echter voor de bedrijventerreinen langs de Schie en het spoor is de algemene doelstelling gericht op verminderen van waterverontreiniging.

Binnen het plangebied worden geen maatregelen uitgevoerd om de waterkwaliteit te verbeteren.

Het plangebied is in de Kaderrichtlijn Water (KRW) ingedeeld in het waterlichaam Oostboezem. Vanuit de KRW bestaat de wens om langs de oostboezem van de Schie natuurvriendelijke oevers aan te leggen.

Onderhoud en bagger

Het waterbeheer (zowel kwalitatief als kwantitatief) in het plangebied is in handen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het door hen gevoerde beheer is afgestemd op de functies in het plangebied.

Het onderhoud van de oevers is conform de afspraken uit het herpolderdossier. Hierin is bepaald dat onderhoud van de oever de verantwoordelijkheid is van de aangrenzende perceel eigenaar. Een uitzondering hierop is de Schie waar de oever tot de vaarweg behoort, hier is het onderhoud de verantwoordelijkheid van de provincie.

Voor het plangebied zijn geen bijzondere eisen gesteld als het gaat om beheer en onderhoud. Het onderhoud aan de watergangen wordt deels varend en deels vanaf de kant uitgevoerd. Maaisel wordt afgevoerd. In het stedelijk gebied is het doorgaans niet mogelijk om bagger vanuit de watergangen op de kant te zetten. Daar waar dit wel kan, wordt dit toegepast, voor de overige locaties geldt dat de bagger wordt afgevoerd naar een lokaal baggerdepot of een regionale verwerkingsinrichting.

Afvalwater en riolering

Het afvalwatersysteem en de wijze van afvoeren verandert niet. Het plangebied is grotendeels verhard en er is sprake van veel dakoppervlak en een gescheiden rioolstelsel.

Grondwater

Vanuit het aspect grondwater zijn geen nadere aandachtspunten.

6.1.4 Conclusie

Het watersysteem in het plangebied voldoet aan de wet- en regelgeving ten aanzien van water.

In het bestemmingsplan worden de waterkeringen bestemd als Waterstaat – Waterkering, en de hoofdwatergangen en de Schie als Water. Indien de Schie wordt verbreed zal ook de waterkering worden verlegd. Om dit in de toekomst mogelijk te kunnen maken is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Bij verbreding van de Schie en verplaatsing van de waterkering is bovendien een Watervergunning noodzakelijk.