direct naar inhoud van Artikel 7 Tuin
Plan: Fascinatio-Capelsebrug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0502.BP12Fascinatio-4001

Artikel 7 Tuin

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. toegangspaden tot de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': maximaal één berging in de voortuin;
  • d. doeleinden voor openbaar nut.
7.2 Bouwregels

Op de als 'Tuin' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in artikel 7.1 genoemde doeleinden worden gebouwd.

7.2.1 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. carports zijn toegestaan, mits:
    • 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m2;
    • 2. de breedte niet minder bedraagt dan 3 meter;
    • 3. de afstand tot de perceelsgrens niet minder bedraagt dan 1 meter;
    • 4. voor de realisatie van de benodigde uitwegconstructie geen parkeerplaats of boom wordt opgeheven in het openbaar gebied;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakoverstek' zijn dakoverstekken toegestaan doorlopend vanuit het dakvlak tot een diepte van maximaal de diepte van het aanduidingsvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' zijn bijgebouwen toegestaan, mits:
    • 1. de goothoogte maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 4,5 meter bedraagt;
    • 2. de maximale oppervlakte de oppervlakte van het aanduidingsvlak bedraagt;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overhangende bouwdelen' zijn overhangende bouwwerken ten behoeve van het hoofdgebouw van de aangrenzende woonbestemming toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte maximaal de diepte van de aanduiding betreft;
    • 2. de vrije hoogte onder het overhangende bouwdeel ten minste 4,5 meter dient te bedragen gemeten vanaf peil.
7.2.2 Bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen die voor de voorgevel maximaal 1 meter en achter de voorgevel maximaal 2 meter hoog mogen bedragen;
  • b. lichtmasten waarvan de hoogte maximaal 10 meter mag bedragen;
  • c. antennes en antennemasten waarvan de hoogte maximaal 10 meter mag bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van sublid 7.2.1 en toestaan dat de bijbehorende bouwwerken aan het hoofdgebouw worden gebouwd mits de breedte van het aangebouwde bijbehorende bouwwerk ten hoogste 45% bedragen van de totale breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw.