Plan: | Schollevaar |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0502.BP10Schollevaar-5001 |
Beleid en normstelling
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. De provincie Zuid-Holland hanteert bij de beoordeling van bestemmingsplannen de richtlijn dat voorafgaand aan de vaststelling van een bestemmingsplan tenminste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, wordt verricht op alle bestemmingen waar een herinrichting wordt voorzien. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Onderzoek en conclusie
Met het voorliggend bestemmingsplan worden geen functiewijzigingen mogelijk gemaakt. Het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek is daarom niet noodzakelijk. Volgens de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart valt het plangebied binnen zone 'C19 woonwijk 1970-1990', waar ophoging met onverdacht zand heeft plaatsgevonden. Verder blijkt uit een verkennend bodemonderzoek uit 2005 van twee percelen aan de Spoorlaan dat er geen sprake is van bodemverontreinigingen. Het aspect bodemkwaliteit staat de uitvoering van het plan niet in de weg.