direct naar inhoud van 5.8 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Parklaan Noord 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0499.BPL11024HBD-OH01

5.8 Archeologie en cultuurhistorie

Conform het verdrag van Valletta (Malta) moet in een vroeg stadium een archeologisch vooronderzoek hebben plaatsgevonden bij ruimtelijke planvorming. Synthegra Archeologie BV heeft in 2006 (bijlage 9) een deskresearch uitgevoerd naar de mogelijkheid om archeologische vindplaatsen aan te treffen op de locatie. Op basis van de deskresearch is de conclusie getrokken, dat er aanleiding is tot een vervolgonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek (2007).

In 2010 heeft Synthegra Archeologie BV een 2e karterend booronderzoek uitgevoerd op de gronden die in eerdere fase nog niet konden worden ondergrond (bijlage 10). In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de natuurlijke ondergrond van het plangebied bestaat uit veen (Hollandveen Laagpakket van de Formatie van Nieuwkoop) met enkele inschakelingen van komklei (Formatie van Echteld). Alleen inboring 1 tot en met 5 zijn al vanaf geringe diepte natuurlijke afzettingen aangetroffen. Deze afzettingen worden afgedekt door een 40 à 80 cm dikke laag opgebracht zand. In de overige boringen bestaat de ondergrond tot minimaal 200 cm beneden maaiveld uit opgebracht zand. In boring 11 is de dikte van het opgebrachte pakket vastgesteld op 330 cm. In boring 1 tot en met 3 is de top van het Hollandveen geroerd tot een diepte van 1,0 à 1,2 m beneden maaiveld. Het natuurlijke bodemprofiel is binnen het plangebied niet meer intact. Op grond van deze resultaten kan zowel de middelhoge verwachting voor nederzettingsresten uit de late middeleeuwen als de hoge verwachting voor de nieuwe tijd naar laag worden bijgesteld. De lage archeologische verwachting uit het bureauonderzoek voor zowel vuursteenvindplaatsen uit het laatpaleolithicum en mesolithicum als voor nederzettingssporen uit het neolithicum tot en met de Romeinse tijd blijft op grond van de resultaten van het veldonderzoek bestaan.

Het bovenstaande laat onverlet dat eventuele vondsten van archeologische betekenis moeten worden gemeld bij de gemeente als bevoegd gezag.

Op de onderhavige bouwlocatie is geen bebouwing van cultuurhistorische waarde aanwezig. De beeldbepalende gebouwen zijn ver (bij benadering 200 meter) ten zuiden van de bouwlocatie gelegen. Deze bebouwing wordt met de realisatie van het onderhavige bouwplan eveneens niet aangetast.