Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0499.BPL09002HBU-OH01

Artikel 9 Kantoor

9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. kantoren;
  2. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, voet- en fietspaden, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  1. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming, de daarbij behorende bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
verder geldt het volgende:
  1. gebouwen, de bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  2. algehele herbouw van de woning mag uitsluitend plaatsvinden op bestaande fundamenten;
  3. overigens geldt het volgende:
  max. aantal per bouwvlakmax. inhoudmax. oppervlakmax. goothoogtemax. bouw-hoogte
bedrijfswoning (incl. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen)één per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven met de aanduiding 'maximumaantal wooneenheden'750 m³  6 m10 m
aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen      3 m 
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen    50 m²3 m 
bedrijfsgebouwen     bestaand*6 m10 m
erf- en terreinafscheidingen op bouwvlakken        2 m
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlakken        1 m
overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde         2 m
*) Zoals aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Ten behoeve van het maximale oppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in de tabel behorende bij artikel 9 lid 2 sub d , namelijk het maximale oppervlak voor bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, met inachtneming van het volgende:
  1. het oppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen mag tot ten hoogste 75  m² worden vergroot;
  2. ontheffing wordt slechts verleend indien de oppervlakte van de gronden rondom de woning ten minste 250 m² bedragen.
9.3.2 Ten behoeve van de herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande fundamenten
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9 lid 2 sub b  ten behoeve van de herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande fundamenten, met inachtneming van het volgende:
  1. wijziging van de locatie van de bedrijfswoning is alleen toelaatbaar ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven en voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  2. het bestaande oppervlak van de woning mag niet worden vergroot;
  3. de nieuwe bedrijfswoning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  4. de naar de weg gekeerde gevel van de nieuwe bedrijfswoning dient zich te bevinden op een afstand van 20 tot 30 m uit de as van die weg, vermeerderd met de breedte van de zich eventueel tussen de weg en de bedrijfswoning bevindende waterloop, of op de afstand die ten minste dient te worden aangehouden in verband met de Wet geluidhinder;
  5. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  6. omtrent het bepaalde in sub a, c en e dient advies te worden gevraagd bij een agrarisch deskundige;
  7. voor het overige zijn de bepaling ten aanzien van de bedrijfswoning uit dit artikel van overeenkomstige toepassing.
9.3.3 Ten behoeve van de uitbreiding van bedrijfsgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in de tabel behorende bij artikel 9 lid 2 sub d , namelijk het maximum oppervlak van bedrijfsgebouwen, met inachtneming van het volgende:
  1. een doelmatige bedrijfsvoering moet uitbreiding noodzakelijk maken;
  2. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen mag met ten hoogste 15% worden uitgebreid;
  3. de bedrijfsgebouwen dienen zo compact mogelijk gesitueerd te worden;
  4. de uitbreiding dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  5. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  6. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing, waarbij de toename aan bedrijfsgebouwen niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de in het gebied voorkomende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  7. een verzoek om toepassing van deze ontheffingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie omtrent de vraag of aan het gestelde onder a, c, d, e en f van deze regel wordt voldaan.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. het verlenen van mantelzorg en het gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  2. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  3. het gebruik van de gronden voor lichtmasten en lichtreclame is niet toegestaan.