Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0499.BPL09002HBU-OH01

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum': een tuincentrum
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-vis- en vijverbenodigdheden': een handel in vissen en vis- en vijverbenodigdheden, de behandeling en opvang van zieke vissen, de aanleg en realisatie van vijvers;
  3. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, voet- en fietspaden, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  1. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;
  2. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan; 
  3. overigens geldt het volgende:
  max. oppervlakmax. goothoogtemax. bouwhoogte
bedrijfsgebouwen bestaand*6 m10 m
overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde     2 m
*) Zoals aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Ten behoeve van de uitbreiding van bedrijfsgebouwen
Burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in de tabel behorende bij artikel 6 lid 2 sub c , namelijk het maximumoppervlak van bedrijfsgebouwen, met inachtneming van het volgende:
  1. een doelmatige bedrijfsvoering moet uitbreiding noodzakelijk maken;
  2. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen mag met ten hoogste 15% worden uitgebreid;
  3. de bedrijfsgebouwen dienen zo compact mogelijk gesitueerd te worden;
  4. de uitbreiding dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  5. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  6. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing, waarbij de toename aan bedrijfsgebouwen niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de in het gebied voorkomende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  7. een verzoek om toepassing van deze ontheffingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie omtrent de vraag of aan het gestelde onder a, c, d, e en f van deze regel wordt voldaan.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  2. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  3. het verlenen van mantelzorg en het gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  4. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  5. het gebruik van de gronden voor lichtmasten en lichtreclame is niet toegestaan.