Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0499.BPL09002HBU-OH01

Artikel 26 Algemene wijzigingsregels

26.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot.
26.2 Waarde - Archeologie
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
  1. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
26.3 Verbreden bestemming Verkeer
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van het verbreden van de bestemming Verkeer, met inachtneming van het volgende:
  1. de verbreding van de weg dient noodzakelijk te zijn voor de verkeersveiligheid en/of voortkomen uit noodzakelijk onderhoud en beheer van de weg;
  2. planwijziging wordt slecht toegepast indien voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
26.4 Ruimte voor ruimte regeling
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de bouw van één of meer compensatiewoningen. Hierbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. alle voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, kassen of andere gebouwen dienen gesloopt te worden;
  2. voor de sloop of sanering op één of meerdere percelen van iedere 1.000 m2 gebouwen, iedere 5.000 m2 kassen of iedere 2,25 ha boom- en sierteelt, gelegen buiten het sierteeltconcentratie gebied, mag één compensatiewoning worden gebouwd;
  3. het aantal compensatiewoningen bedraagt maximaal drie;
  4. de nieuwe woningen brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;
  5. de te slopen gebouwen of kassen zijn opgericht voor de peildatum van 1 januari 2003;
  6. op de saneringslocatie geen bebouwingsrechten overblijven en indien het betreft de sanering van sierteeltgronden deze bestemming van de gronden afgehaald wordt; 
  7. dat het wijzigingsplan economisch uitvoerbaar is;
  8. verhaal van gemeentelijke (plan-)kosten is zekergesteld;
  9. dat het wijzigingsplan stedenbouwkundig inpasbaar is.