direct naar inhoud van 4.2 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein De Wetering
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0491.BP1231BT001-vg01

4.2 Externe veiligheid

4.2.1 Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Daarbij geldt een kans van 10-6 als de grenswaarde. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang (minstens 10, 100 etc.) overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Inrichtingen

Op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar1. Binnen de PR 10-6-contour mogen dan ook geen nieuwe kwetsbare functies mogelijk worden gemaakt. Uitsluitend om gewichtige redenen mogen nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-contour worden gerealiseerd. Daarnaast bevat het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR rondom deze inrichtingen.

Wegen

Vigerende circulaire

In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2009) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in geldt hierbij een richtwaarde van 10-6 per jaar. Bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR geldt een verantwoordingsplicht2. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken.

Basisnet en Besluit Transportroutes Externe Veiligheid

In 2012 zal naar verwachting het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) worden vastgesteld. In dat Besluit en het bijbehorende basisnet worden veiligheidszones aangegeven waarbinnen geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd (en beperkte kwetsbare objecten slechts onder voorwaarden). Daarnaast worden in de omgeving van deze transportroutes beperkingen opgelegd binnen plasbrandaandachtsgebieden.

Leidingen

Dit aspect is niet aan de orde, omdat er geen risicorelevante leidingen in het plangebied of omgeving aanwezig zijn.

4.2.2 Onderzoek

Risicovolle inrichtingen

In het plangebied en de directe omgeving is één risicovolle inrichting aanwezig (zie figuur). Het betreft Automobielbedrijf De Gruijter & De Jong BV (Provincialeweg 9). Het bedrijf valt niet onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Wel geldt voor het bedrijf het Activiteitenbesluit. Vanwege de aanwezigheid van een propaantank (5000 lt) geldt een veiligheidsafstand van 10 m. Deze ligt niet buiten het perceel van de inrichting zelf.

afbeelding "i_NL.IMRO.0491.BP1231BT001-vg01_0011.png"

Figuur 4.1 Risicovolle inrichting op bedrijventerrein De Wetering

Risicorelevante bedrijvigheid die onder het Bevi valt wordt niet rechtstreeks mogelijk gemaakt, maar via een wijzigingsbevoegdheid. Hierin zijn randvoorwaarden opgenomen (onder andere over de ligging van de PR 10-6-contour) waaraan moet worden voldaan om gebruik te kunnen maken van de wijzigingsbevoegdheid. Gelet op de aard van het gebied (bedrijvigheid) wordt verwacht dat bij nieuwe risicovolle inrichtingen voldaan wordt aan de oriënterende waarde voor het GR. Omdat niet bekend is of, hoe, waar en welke risicovolle inrichtingen zich in het plangebied vestigen, zijn GR-berekeningen op dit moment niet opportuun. Wanneer een concreet initiatief zich aandient en gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid, zal onderzoek worden uitgevoerd.

Verkeerswegen

Het plangebied ligt langs de N210. Over deze weg vindt (overigens in beperkte mate) vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Uit het bestemmingsplan De Nieuwe Wetering blijkt dat voor de N210 geen aan te houden PR-contour geldt. Het invloedsgebied van het GR van deze weg is 200 m. De milieudienst Midden-Holland heeft door middel van tellingen bepaald dat er geen sprake is van een groepsrisico (hiervoor rijden onvoldoende voertuigen met gevaarlijke stoffen over de N210). De N210 heeft dan ook geen gevolgen voor de externe veiligheidssituatie in het plangebied. Tevens hebben de beoogde ontwikkelingen in het plangebied geen gevolgen voor de externe veiligheidssituatie langs de N210.

Overige bronnen

Overige risicorelevante bronnen in het plangebied en de omgeving zijn niet aanwezig.

Verantwoording GR

Er is geen verantwoording van het GR noodzakelijk.

4.2.3 Conclusie

Externe veiligheid speelt geen rol van betekenis in het plangebied en de directe omgeving. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.