direct naar inhoud van Artikel 7 Bos
Plan: Zuidrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPZUR2009-VI02

Artikel 7 Bos

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos, bebossing en groenvoorzieningen;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke ecologische en cultuurhistorische waarden van de gronden;
  • c. extensief recreatief medegebruik in de vorm van voet-, fiets- en/of ruiterpaden;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen;
  • e. wegen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:

7.2.1 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. andere bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 2,5 meter voor andere bouwwerken ten behoeve van informatievoorziening;
    • 2. 2 meter voor in het landschap passende hekwerken ten behoeve van vee- en wildbeheersing;
    • 3. 1 meter voor overige andere bouwwerken.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in lid 7.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • a. grondwerkzaamheden zoals het afgraven, ophogen, vergraven en egaliseren van gronden alsmede het indrijven van voorwerpen in de grond;
  • b. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen voor zover groter dan 200 m² per ingreep;
  • c. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur waarbij de breedte van de grondwerken meer dan 50 cm bedraagt;
  • e. het verwijderen of wijzigen van perceelsgrenzen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilranden, landschapselementen en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
  • f. het aanbrengen van onderbemaling;
  • g. het aanleggen, dempen of wijzigen (zoals het verbreden, verdiepen, wijzigen van oevers en profiel) van sloten, greppels, watergangen en overige waterpartijen alsmede het aanleggen van een drainagestelsel.
7.3.2 Uitzondering op aanlegverbod

Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is nodig voor:

  • a. andere werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • c. andere werken die worden uitgevoerd binnen het bouwvlak.
7.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.