direct naar inhoud van 4.6 Bodemkwaliteit
Plan: Woongebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGW20090000-VI01

4.6 Bodemkwaliteit

Normstelling en beleid

Op grond van het Bro dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Voor een nieuw geval van bodemverontreiniging geldt, in tegenstelling tot een oude gevallen (voor 1987), dat niet functiegericht maar in beginsel volledig moet worden gesaneerd. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur te worden gerealiseerd op bodem die geschikt is voor het beoogde gebruik.

Onderzoek

Het voorliggende bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er is geen sprake van een functiewijziging waarbij rekening moet worden gehouden met de bodemkwaliteit. Naast het vaststellen van een bestemmingsplan zijn er nog meer momenten waarop rekening moet worden gehouden met de bodemkwaliteit, zoals bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor bouwen of voor milieu of bij het uitvoeren van grondverzet. Met behulp van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente (www.barendrecht.nl) kan worden nagegaan wat de achtergrondgehalten zijn voor diverse stoffen (in verband met het beoordelen van mogelijke verontreinigingen) en wat de hergebruikmogelijkheden zijn van vrijkomende grond. Het plangebied is ingedeeld in zone 1 en zone 3, zoals blijkt uit onderstaande figuur. Voor beide zones gelden verschillende achtergrondwaarden die zijn te raadplegen via de digitale bodemkwaliteitskaart. Zowel voor zone 1 als voor zone 3 geldt dat bij toepassing van gekeurde grond de gemiddelde gemeten gehalten uit de partijkeuring of het verkennend bodemonderzoek (in situ) worden getoetst aan de 50 percentielwaarden van de ontvangende bodem en dat voorafgaand aan het ontgraven van nog niet gekeurde grond historisch onderzoek moet zijn verricht waaruit blijkt dat er geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPWGW20090000-VI01_0012.png"

Figuur 4.4 Bodemkwaliteitskaart gemeente Barendrecht

Geluidswal A15

Het plangebied is mede bestemd voor geluidswerende voorzieningen ter afscherming van het verkeerslawaai en voor de berging van grond vrijkomend uit de aanleg van de bouwlocatie en de Gaatkensplas. In dit kader voor de realisatie van de Vinexlocatie Carnisselande heeft de gemeente Barendrecht in het jaar 2000 de opdracht verleend om de geluidswal aan de zuidzijde van de Rijksweg A15 aan te leggen.

De lengte van de geluidwal bedraagt circa 2 km en heeft een breedte variërend van 50 m tot 350 m. Voor de afscherming van het verkeerslawaai varieert de hoogte van de wal tussen de 10 m en 13 m +NAP. Op de zuidelijke helft zijn plateaus aangelegd op een hoogte van 6 m of 8 m +NAP. De geluidswal is gebouwd in de periode 2000 tot eind 2011 met als afronding de inrichting van het Carnisserpark in 2012.

Grondopbouw geluidswal

De geluidswal is aangebracht op het bestaande maaiveld, dat gelegen was op een niveau van 0,5 m -NAP. Daarop is een zool van schone grond aangebracht, met een dikte van circa 4 m. Het doel van de zool is te voorkomen dat het secundaire materiaal, waaruit de kern van de geluidswal is opgebouwd, in contact kan komen met het grondwater. Het secundaire materiaal is in de periode 2000 tot 2011 in lagen aangebracht. Na het bereiken van de eindhoogte is het secundaire materiaal afgedekt met een afdekconstructie (folie), die het materiaal isoleert van de omgeving. De afdekconstructie heeft tot doel de kern van de geluidswal waterdicht af te sluiten om uitloging naar het grondwater te voorkomen. Over de afdekconstructie is een leeflaag van 1 m dikte aangebracht. De leeflaag fungeert als bescherming van de folie en voor de beplanting van het park.

Voor de opbouw van de geluidswal zijn grond (schoon, categorie 1 en 2 Bouwstoffenbesluit) en bouwstoffen (categorie 1, categorie 2 en bijzondere categorie Bouwstoffenbesluit) toegepast als hergebruikmateriaal. Na 1 juli 2011 zijn voor de opbouw van de wal onder de folie conform het Besluit bodemkwaliteit grond en bouwstoffen toegepast waarvan de kwaliteit maximaal klasse Industrie betrof. Deze materialen zijn laagsgewijs aangebracht met dikte variërend van 1 tot 2 m. Bij categorie 2 en bijzondere categorie bouwstoffen is gebruik van tijdelijke afdichtingen in de vorm van kunststoffolie. In het document 'Rapportage verwerkte materialen geluidswal A15 Carnisselande 2000-2009', van IGWR met projectcode 2000-0727 d.d. 3 september 2010, wordt de milieuhygiënische kwaliteit en een totaaloverzicht gegeven van de materialen welke in de geluidswal onder afdekconstructie is verwerkt.

De materialen waarvan vooraf de milieuhygiënische kwaliteit is vastgesteld, zijn bij aanvoer direct in de geluidswal toegepast. Partijen die op basis van indicatieve onderzoeksgegevens zijn beoordeeld als toepasbaar in de geluidswal, zijn tijdelijk opgeslagen in depot. Deze partijen zijn vervolgens in depot gekeurd, getoetst en als ze voldeden zijn de partijen toegepast in de geluidswal. Alle partijen zijn terugneembaar verwerkt in de geluidswal. De milieuhygiënische kwaliteit van alle verwerkte partijen voldoet aan de eisen van de melding en het acceptatieplan van de Geluidswal A15 Carnisselande.

De geluidswal kan gelet op het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) worden gezien als een Grootschalige Bodemtoepassing. Tot 1 juli 2011 is (met gebruikmaking van de overgangsregeling Bbk) voor het deel van de wal onder de folie het regime van het Bouwstoffenbesluit gevolgd. Na deze datum is alleen voor deel 3 van de wal (gedeelte Vrijenburgweg en rotonde Smitshoekse Baan) onder de afdichtingsconstructie gewerkt volgens het regime van het Besluit bodemkwaliteit. De aanleg van de afdichtingsconstructie en de afdeklaag met schone grond (maximaal bodemfunctieklasse Wonen) is conform wet- en regelgeving van het Besluit bodemkwaliteit tot stand gekomen.

Afdichtingsconstructie

De geluidswal is op dusdanige wijze aangelegd, dat de grond en bouwstoffen zo min mogelijk contact hebben gemaakt met het hemelwater. In afwachting van de definitieve bodemafdichting is daarom gebruik gemaakt van tijdelijke afdichtingen tijdens de aanlegfase. Hierdoor is de hoeveelheid water in de geluidswal geminimaliseerd.

De definitieve bovenafdichting is gefaseerd aangelegd, afhankelijk van het moment van op de hoogte komen van gedeelten van de geluidswal. De definitieve afdichtingsconstructie is in overeenstemming met de Regeling bodemkwaliteit aangebracht. De afdichting bestaat uit een waterdichte kunststof HDPE-folie met een laagdikte van 2 mm. Daarboven is een waterdoorlatende drainage mat met grondwapening aangebracht en afgedekt met een 1 m dikke leeflaag. De kwaliteit van de leeflaag voldoet aan de bodemfunctieklasse Wonen uit de Regeling bodemkwaliteit. In deze afdeklaag wordt het hemelwater zonder stagnatie afgevoerd naar drainage-koffers en vervolgens naar het oppervlakte water.

De ontwerplevensduur van de bovenafdichting bedraagt minimaal 100 jaar. De aanleg is aangelegd onder de geldende kwaliteitsprotocollen en onder toezicht van een onafhankelijke kwaliteitsborging en getoetst door het DCMR.

Grondwaterkwaliteit

Gedurende de aanlegfase van de geluidswal is jaarlijks gecontroleerd of er sprake was van een verontreiniging van het grondwater. De freatische grondwaterstroming in noord-noordwestelijk gericht en grondwatermonitoring heeft zich met name op de noordkant van de geluidswal gericht. De zuidkant is de bovenstroomse zijde.

Uit de monitoring van de afgelopen jaren 2003 tot en met 2010 zijn geen significante verhogingen of afwijkingen naar voren gekomen.

Zorgplan

Op grond van de wet- en regelgeving zijn zorgmaatregelen nodig om te waarborgen dat het werk geen negatieve milieugevolgen heeft. Ten behoeve van deze waarborging in een zorgplan opgesteld door Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam. Het zorgplan met projectcode 2008-0195 d.d. 28 april 2010 is aan het bevoegd gezag ter goedkeuring aangeboden en door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht vastgesteld op 21 september 2010.

Ter controle van de werking van het zorgsysteem van de geluidswal gedurende de functionele periode na 2011 vindt er, conform de in het zorgplan voorgeschreven methodiek, monitoring en inspectie plaats.

Randvoorwaarden voor bouwlocatie

Op de geluidswal in het Carnisserpark komen op diverse locaties verschillende gebruiksfuncties. Door de afdekconstructie van een laag van 1 m schone grond (bodemfunctieklasse Wonen) is er geen gevaar voor de omgeving of gebruik van het park. Alle graafwerkzaamheden mogen maximaal tot een diepte van 75 cm plaatsvinden om een minimale afstand van 25 cm boven de afdichtingconstructie te blijven. Ten behoeve van de fundering van bouwwerken of kunstwerken mogen geen heipalen of in de grondgevormde palen worden gebruikt. De afdichtingconstructie mag niet worden doorboord of op een andere manier worden beschadigd.

Conclusie

Voor een groot deel van het plangebied, dat deel uitmaakt van de VINEX ontwikkeling, geldt dat de bodem eerder geschikt is bevonden voor de bestemming 'Wonen' en er nadien geen bodemverontreinigende activiteiten binnen het plangebied hebben plaatsgevonden. Hierdoor kan worden geconcludeerd dat de bodem geschikt is voor het gebruik.

Voor andere delen van het plangebied, zoals langs de Voordijk, geldt dat er sprake kan zijn van historisch verdachte locaties. Omdat er geen grootschalige ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt is onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan niet noodzakelijk. Voor de verdachte locaties wordt momenteel een onderzoeksprogramma uitgevoerd in het kader van het Bodemprogramma 2012. Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit de vaststelling van het plan niet in de weg staat.