direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Woongebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGW20090000-VI01

2.3 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Structuurvisie (2010)

De provincie heeft een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland ontwikkeld. De nieuwe Structuurvisie vervangt de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. In deze Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft de visie tot 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie en een doorkijk naar 2040.

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPWGW20090000-VI01_0002.png"

Figuur 2.1 Uitsnede functiekaart Provinciale Structuurvisie

Intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering en transformatie

De provincie Zuid-Holland hanteert het uitgangspunt dat voor alle stedelijke ontwikkelingen het principe geldt: eerst intensiveren van bestaand gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaand bebouwd gebied beter benut kan worden en pas dan uitbreiden. Intensiveren betekent in de praktijk vaak het combineren van verschillende functies. Dit kan door stapeling of bestaande bebouwing voor meerdere functies geschikt te maken.

Verordening Ruimte (2010)

In samenhang met de structuurvisie is de Verordening Ruimte vastgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. De volgende artikelen zijn relevant voor het bestemmingsplan:

Artikel 2 Contouren

Om het stedelijk netwerk te versterken kiest de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden en versterkt. Om dit te bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland voorzien van bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaand stedelijk gebied en kernen, rekening houdend met en de reeds vastgelegde streekplangrenzen en plannen waar de provincie reeds mee heeft ingestemd. Verstedelijking buiten deze bebouwingscontouren is in principe niet toegestaan. Het plangebied ligt binnen deze contour.

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPWGW20090000-VI01_0003.png"

Figuur 2.2 Bebouwingscontour uit de Verordening Ruimte

Artikel 9 Detailhandel

Het detailhandelsbeleid van de provincie heeft als doelstelling de detailhandelsstructuur te versterken en de dynamiek in de sector te bevorderen. Uitgangspunt is dat nieuwe detailhandel gevestigd moet worden in de bestaande winkelgebieden in de centra van steden, dorpen en wijken of nieuwe wijkgebonden winkelcentra.

Nieuwe regionale winkelcentra kunnen ontwikkeld worden op de in de verordening aangegeven locaties. Uitzonderingen zijn mogelijk voor perifere en kleinschalige detailhandel. Ten behoeve van deze perifere detailhandel zijn opvanglocaties aangewezen.

Eerste herziening Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte

Bij de vaststelling van de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte in juli 2010 konden enkele onderwerpen nog niet worden meegenomen. De provincie heeft daarom besloten een Eerste herziening Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte te maken op de volgende onderwerpen:

  • bouwen buiten de contour;
  • landgoederenzones, landgoed- en kasteelbiotopen;
  • begrenzing Ecologische Hoofdstructuur;
  • procedure voor transformatiegebieden;
  • nieuwe glastuinbouwlocaties.

De eerste herziening is vastgesteld door Provinciale Staten op 23 februari 2011 en bevat geen relevante aspecten voor dit bestemmingsplan.

Ruimtelijk plan Regio Rotterdam 2020

In 2005 is het streekplan vastgesteld voor het gebied dat behoort tot de Stadsregio Rotterdam, het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RR2020). Het plan biedt een planologische doorkijk naar 2020. De kern van het RR2020 zit in de balans tussen verstedelijking en de kwaliteit van de leefomgeving. De hoofdopgaven van het plan zijn gericht op 'groen en water', 'economie en leefkwaliteit' en diversiteit in woon-, werk- en verblijfsgebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPWGW20090000-VI01_0004.png"

Figuur 2.3 Uitsnede RR2020

Regionaal woningbouwscenario 2005-2010 (2004)

In het kader van de afspraken voor de vijfjarenperiode die volgde op de VINEX-periode 1995-2004, is door de Stadsregio Rotterdam medio december 2004 het 'Regionaal Woningbouwscenario 2005-2010' vastgesteld. Uitgangspunt was een productie van 38.000 woningen en een voorgenomen sloop van circa 10.000 woningen in 5 jaar. Voor Barendrecht was voor genoemde planperiode een woningbouwtaakstelling opgenomen van 3.000 woningen, waarvan 2.450 op de woningbouwlocatie Carnisselande. De taakstelling wordt inmiddels voor de gemeente Barendrecht opnieuw vastgelegd in de 'Woningbouwafspraken 2010-2020. Eind 2010 zijn deze afspraken in concept gereed. De nieuwe afspraken hebben voor deze locatie geen wijzigingen tot gevolg.

Op weg naar een gezonde woningmarkt. Verstedelijkingsscenario 2020 Regio Rotterdam (2010)

De stadsregio werkt samen met regiogemeenten, corporaties en marktpartijen aan een gezonde woningmarkt. Dat is een woningmarkt waarin vraag en aanbod met elkaar in evenwicht zijn en waarin woningzoekenden in de regio genoeg keuzemogelijkheden hebben. Dit streven naar een gezonde woningmarkt is de kern van de woningmarktafspraken 2010-2020.

In de vorige ronde verstedelijkingsafspraken (2005-2010) stond de omvang van de bouwproductie nog voorop. Negentig procent van de afgesproken productie is gerealiseerd.

Zuidrand/IJsselmonde

De naoorlogse verstedelijking is aan dit woningmarktgebied (Spijkenisse, Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk en Rotterdam-Zuid) niet voorbij gegaan, maar is hier minder massaal dan elders in de stadsregio.

Ridderkerk en Spijkenisse, gelegen aan de beide uiteinden van deze regio, groeiden in de eerste decennia na de oorlog en de grootste uitbreiding daarna was de Vinexwijk Carnisselande/Portland in respectievelijk Barendrecht en Albrandswaard. Tussen deze uitbreidingswijken in is de sfeer voornamelijk landelijk en dorps. In aansluiting op deze veelzijdige omgeving liggen er goede kansen voor nieuwe woonmilieus met een regionale betekenis. Dat vraagt wel om een duidelijke koersbepaling per gemeente. Een keuze voor stedelijkheid, waar Spijkenisse toe neigt, of juist voor een meer dorps karakter, zoals in Ridderkerk, moet consequent worden volgehouden om tot werkelijk onderscheidende woonmilieus te komen. De woningmarkt hier hangt sterk samen met die van Drechtsteden, dat relatief veel suburbane woonmilieus kent en waar gewerkt wordt aan de realisatie van vooral stedelijke en compact-suburbane woonmilieus. Er is ook samenhang met de woningmarkt van de Hoeksche Waard, maar als nationaal landschap heeft de Hoeksche Waard een bescheidener woningbouwprogramma. De herstructurering van de oude wijken op Rotterdam-Zuid heeft ten slotte directe invloed op de bewonersstromen van en naar de omliggende gemeenten.

De bestuurlijke agenda omvat het zoeken naar maatregelen en projecten om:

  • stedelijke, grondgebonden suburbane, exclusief suburbane, landelijke en dorpse woonmilieus uit te bouwen (en nieuwe compacte suburbane milieus te voorkomen);
  • het regiopark c.q. provinciaal landschapspark IJsselmonde en het Zuidelijke Randpark beter bij het woonmilieu te betrekken;
  • de woonmilieuontwikkeling af te stemmen met de planontwikkeling in het programma Deltapoort (landschapsontwikkeling en bedrijventerreinen);
  • de bereikbaarheid af te stemmen op de kwaliteit van het woonmilieu (niet-stedelijk, maar met de stedelijke voorzieningen op korte afstand);
  • per gemeente het benodigde aandeel sociale huurwoningen in de woningvoorraad te bereiken;
  • een onderscheidend aanbod te realiseren ten opzichte van met name de woningmarkt van Drechtsteden.