direct naar inhoud van 4.4 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
Plan: Lagewei-Vrouwenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGO20090004-VI01

4.4 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling

In de ESV 'Barendrecht investeert in ontmoeting' is de Focus op duurzaamheid een van de ankerpunten. Barendrecht kiest voor een duurzame toekomst, waarin de gemeente (beter dan nu het geval is) bewuste keuzes maakt door het milieu prioriteit te geven. Dit betekent het bij elkaar brengen van economische, sociale en ecologische belangen.

Uitgangspunt is om Lagewei-Vrouwenpolder te ontwikkelen tot een duurzame wijk. Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen (aldus de definitie van de VN-commissie Brundtland uit 1987). Dit betekent voor de wijk; duurzaam denken in alle planfasen zowel bij de planontwikkeling, planuitvoering en beheer, maar daarnaast kansen benutten op alle schaalniveaus; op wijkniveau, buurtniveau, gebouwniveau en in de openbare ruimte.

We streven naar een CO2-neutrale wijk en hanteren de Cradle to Cradle-gedachte. Maar bovenal gaat het om het creëren van een prettige en gezonde leefomgeving voor de (toekomstige) bewoners en gebruikers.

Proces

Voor duurzame ontwikkeling is het belangrijk dat we onze keuzes kunnen verantwoorden. De gemeente heeft hier een enthousiasmerende rol en brengt partners bij elkaar om gezamenlijk de duurzaamheidambitie te realiseren.

Dit betekent dat duurzame ontwikkeling het proces stuurt en deel uitmaakt van ons dagelijks handelen. Duurzaamheid moet dan ook in alle stappen worden geborgd, te noemen:

  • planning;
  • ontwikkeling;
  • uitvoering;
  • exploitatie.

Dit betekent dat we afspraken maken met alle partners in het proces over:

  • kennis delen over duurzaamheid;
  • meetbaar maken van duurzaamheid (gebruik rekenmodellen, keurmerken);
  • zichtbaar maken van duurzaamheid (certificeren, maar ook in architectuur/inrichting openbare ruimte en dergelijke);
  • duurzame ontwikkeling is een vanzelfsprekendheid.

Duurzame wijk

Concreet betekent dit voor geheel Lagewei-Vrouwenpolder:

  • onderzoek naar zinvolle vorm van duurzame energievoorziening voor alle functies binnen de wijk;
  • realisering van een heldere stedenbouwkundige opzet zonder onnodige restruimtes en effectief grondgebruik;
  • specifieke rendabele invulling van de zones die onder grote invloed van milieucontouren liggen;
  • onderzoek naar meervoudig grondgebruik, in elk geval bij gestapelde bebouwing bij bedrijven en onderwijsvoorzieningen;
  • inzetten op het realiseren van ondergrondse/inpandige parkeergelegenheid (onder de gebouwen) bij gestapelde bebouwing;
  • het realiseren van een robuust watersysteem met overmaat en specifieke maatregelen voor verbetering van de waterkwaliteit;
  • opname van bestaande groen- en waterstructuren in de hoofdopzet van het plan;
  • keuze voor een logische ontsluitingsstructuur met goede fietsverbindingen en openbaar vervoer om de mobiliteitsverdeling (auto, fiets, openbaar vervoer) positief te beïnvloeden en onnodig omrijden te voorkomen;
  • een gesloten grondbalans bij voorbereiding, voorbelasting en uitvoering van civieltechnische werken;
  • toepassing van verbeterd gescheiden riolering (of gelijkwaardig);
  • toepassing van gerecyclede en duurzame materialen.

Duurzame Campus

De Campus kan een voorbeeld van duurzame ontwikkeling zijn:

  • door duurzaamheid zichtbaar te maken: Barendrecht heeft nu de laatste kans om voor een duurzame uitstraling te kiezen in inrichting, architectuur, vormgeving en techniek; hiermee heeft het een voorbeeldfunctie voor verdere duurzame ontwikkelingen in Barendrecht;
  • door meervoudig grondgebruik; het uitgangspunt om de openbare ruimte beschikbaar en bruikbaar te maken voor de hele wijk; hierdoor wordt de Campus niet alleen door de bezoekers van de gebouwen gebruikt maar ook door de bewoners van de wijk. Het gaat hier om multifunctionaliteit van de gebouwen, meervoudig grondgebruik van de buitenruimte en de integratie hiertussen;
  • doordat de gebouwen 'los' in de openbare ruimte komen te staan is optimale oriëntatie van de bebouwing op de zon mogelijk;
  • door het fiets- en autoverkeer zo veel mogelijk van elkaar te scheiden, waarbij de route van de auto zo kort mogelijk naar de parkeergelegenheid voert;
  • door op gebouwniveau het duurzaamheidsaspect verder door te voeren; voor alle te realiseren bebouwing geldt dat deze nadrukkelijk wordt beoordeeld op realisering en verbeelding van duurzaamheidsmaatregelen; dit geldt voor bijvoorbeeld materiaalgebruik, groene energie, bezonning, watermanagement, isolatie, CO2-neutraal bouwen en meervoudig grondgebruik.

In opdracht van de gemeente heeft Search Ingenieursbureau B.V. onderzocht welke duurzaamheidsmaatregelen voor de Campus de beste oplossing bieden. Daaruit is gebleken dat in het openbaar gebied vooral de groene randen met brede oeverzones een belangrijke bijdrage leveren aan ecologische en waterkwaliteit. Het eventueel halfverdiept parkeren bleek niet bijzonder te scoren, met name vanwege materiaal- en energieverbruik, flexibiliteit, beheer en veiligheid. Dit en de hoge realiseringskosten heeft geleid tot het collegebesluit om niet uit te gaan van die variant.

Op gebouwniveau zijn (individuele) warmtepompsystemen, als het meest kansrijk beoordeeld. Om de ambitie klimaatneutraal te halen zal verder op locatie elektriciteit moeten worden opgewekt. Voorgesteld wordt om PV-panelen toe te passen en de daken geschikt te maken voor plaatsing van (extra) panelen.

Voor zowel het openbaar gebied als voor de bebouwing wordt gebruik van 'grijswater' aanbevolen. Daarnaast ligt aansluiting bij de ambities van 'Frisse Scholen' voor de hand.