Artikel 14 Wonen - Uit te werken - 1
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Uit te werken - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. het wonen, in de vorm van grondgebonden woningen en gestapelde woningen;
-
b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, wegen, water en groen;
met dien verstande dat per hoofdgebouw voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de gemeentelijke parkeerverordening.
14.2 Uitwerkingsregels
14.2.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders werken de in lid 14.1 genoemde bestemming nader uit, met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:
-
a. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 90;
-
b. het aantal gestapelde woningen met daarbij behorende (inpandige) bergingen bedraagt ten hoogste 56;
-
c. de afstand van gestapelde woningen met een bouwhoogte groter dan 10 m binnen de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 1' ten opzichte van de geprojecteerde watergang met de bestemming 'Water' ten noorden van dit gebied bedraagt ten minste 70 m;
-
d. de nok-, c.q. goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste:
|
|
nokhoogte
|
goothoogte
|
bouwhoogte
|
|
- van grondgebonden woningen
|
11 m
|
6 m
|
10 m;
|
|
- van gestapelde woningen
|
-
|
-
|
16 m;
|
-
e. ten minste 25% van de te realiseren woningen binnen de bestemmingen 'Wonen - Uit te werken - 1', 'Wonen - Uit te werken - 2' en 'Wonen - Uit te werken - 3' zijn sociale huur- of sociale koopwoningen;
-
f. binnen de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 1' dient ruimte te worden gereserveerd voor ten minste 1 openbare speelvoorziening met een minimale oppervlakte van 150 m².
14.2.2 Stedenbouwkundige structuur
Ten aanzien van de stedenbouwkundige structuur gelden de volgende uitwerkingsregels:
-
a. de historische structuur met lange lijnen in noord-zuidrichting dient herkenbaar te blijven in de nieuwe wijk;
-
b. de bebouwing dient primair gericht te zijn op de belangrijkste omringende ontsluitende wegen en deze ruimtelijk te begeleiden;
-
c. bebouwingsaccenten dienen de hoofdopzet van het plan te accentueren en/of de herkenbaarheid van afzonderlijke deelgebieden te versterken;
-
d. relatief grote afstanden tussen voorgevels onderling en situering van voorgevels op ruime afstand van de perceelsgrens, dienen het tuinstedelijke en groene beeld van de wijk te benadrukken;
-
e. het parkeren dient op korte afstand van de woning te worden geprojecteerd.
14.3 Bouwregels
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan en met inachtneming van de in dat plan opgenomen regels.
14.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.3, indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.